Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - zesentwintigste zondag door het jaar B - 28 en 29 september 2024

OVERWEGING

Johannes denkt, dat hij van Jezus wel een complimentje en bijval zal krijgen: Meester, het is toch ongepermitteerd, we hebben iemand die niet bij ons hoort in uw naam duivels uit zien drijven. We hebben gezegd dat dat niet mocht. Maar ze deden het toch. Dat lijkt nergens op. Volgens Johannes kon er eigenlijk niets in de naam van Jezus, niets evangelisch buiten de groep rond Jezus gebeuren. Maar Jezus denkt daar anders over: laat ze maar, zegt Hij, als ze goeie dingen doen en nog wel in mijn Naam, dat is toch prachtig. Het gaat toch niet om onze groep; het gaat toch om het heil, om het geluk van mensen. Wij komen wel eens in de verleiding een beetje als Johannes te denken, een beetje zwart-wit: in de kerkgemeenschap leeft Jezus, leeft zijn Geest, daar is het allemaal goed en daarbuiten zijn het goddeloze heidenen.

Natuurlijk Jezus heeft een kerk gesticht, aan die Kerk heeft Hij zijn Geest gegeven, zijn evangelie en de sacramenten van het heil. En daarmee is de kerk bij uitstek het instrument van het heil. Maar ook buiten de kerk beleven mensen soms bepaalde evangelische waarden. En de kerk moet dat erkennen en er zelfs blij om zijn. Wie niet tegen ons is, is voor ons. De kerk moet zelfs op bepaalde terreinen samenwerken met andere groepen van mensen, die hetzelfde evangelische ideaal beogen, zelfs al kennen ze het uitdrukkelijke evangelie niet. Veel meer mensen bijvoorbeeld dan alleen christenen werken aan vrede en gerechtigheid in de wereld. De kerk zal niet bang moeten zijn op die terreinen met die mensen samen te werken. Jezus zegt vandaag als het ware: jullie, christenen, mogen gerust met niet-christenen samenwerken om de boze geesten van oorlog en armoede uit de wereld te bannen. Jezus toont zich erg verdraagzaam tegenover buitenstaanders van goede wil en Hij zegt zelfs dat al hun goede daden jegens christenen, hoe klein ook, door de hemelse Vader beloond zullen worden. Minder verdraagzaam is Jezus ten opzichte van zijn volgelingen. Dat zijn immers gelovigen die precies met het evangelie bekend zijn. Die zeggen dat ze erachter staan. Daar mag je ook meer van verwachten.

Als je christen bent mag je niet met dezelfde hand je arbeiders hun rechtvaardig loon onthouden en tegelijk met die hand gevouwen in de kerk zitten. Hak ze af, die onrechtvaardige hand. Alles wat in jezelf het geloof verzwakt: onverschilligheid en laksheid, zelfverzekerdheid en eigengereidheid, het onbeheerste jachten naar geld en genot, het onrecht van grijpgrage handen, het geklets en geroddel van beweeglijke tongen, de gewelddadigheid van machtige voeten, die iemand in de hoek trappen om er zelf beter van te worden, die begerige ogen, ruk ze uit, hak ze af om het koninkrijk van God te verwerven.

Christen zijn, zegt Jezus eigenlijk, is: mild zijn in je oordeel over anderen en streng voor jezelf. Wij zijn dikwijls andersom. We hebben enorm veel kritiek op anderen en onszelf praten we schoon. Wij hebben het evangelie, wij hebben het geloof en de sacramenten en wij doen het vaak niet. Mogen we dan kritiek hebben op mensen die het evangelie niet kennen zoals wij en toch nog vaak goede dingen doen? Laten we anderen prijzen waar ze het goed doen en laten we op onszelf wat kritischer worden.

https://mennenpr.nl/zesentwint... bewerkt TS

Schriftlezingen van deze zondag



ZESENTWINTIGSTE  ZONDAG DOOR HET JAAR

EERSTE LEZING Num., 11, 25-29

Uit het boek Numeri


In die dagen daalde de Heer neer in een wolk, sprak tot Mozes en legde een deel van de geest die op Mozes rustte, op de zeventig oudsten. En toen de geest op hen rustte, profeteerden zij, maar later hebben zij het niet meer gedaan. Nu waren er twee mannen in het kamp gebleven. De een heette Eldad, de ander Medad. Ook op hen rustte de geest - zij stonden op de lijst al waren zij niet naar de tent gegaan - en zij profeteerden in het kamp. Een jongen ging het ijlings aan Mozes vertellen en zei: “Eldad en Medad zijn aan het profeteren in het kamp." Jozua, de zoon van Nun, die reeds als jongeman in dienst van Mozes gekomen was, zei daarop tot Mozes: “Mijn heer, dat moet u hen verbieden." Mo-zes zei hem: “Waarom komt u voor mij op? Ik zou willen dat heel het volk van de Heer profeteerde en dat de Heer zijn geest op hen legde."


TUSSENZANG Ps. 19 (18), 8, 10, 12-13, 14


REFR: Rechtmatig zijn al zijn bevelen.


De wet van de Heer is volkomen, zij sterkt de onzekere geest. Zijn voorschriften zijn betrouwbaar, onwetenden maken zij
wijs.

Het woord van de Heer is eerlijk, het blijft in eeuwigheid waar. Zijn uitspraken zijn waarachtig, rechtvaardig in iedere zaak.

Uw dienaar neemt ze ter harte, hij wordt er rijk voor beloond. Maar wie beseft al zijn feilen? Vergeef mij ook wat ik niet weet.

Bescherm uw knecht tegen hoogmoed, geef die geen macht over mij. Dan zal ik rechtschapen en rein zijn, door geen gemeenheid bevlekt.


TWEEDE LEZING Jak.,5, 1-6


Uit de brief van de heilige apostel Jakobus


Broeders en zusters, Gij die rijk zijt: weent en jammert om de rampen die over u komen. Uw rijkdom is verrot, uw mooie kleren zijn door motten aangetast, uw goud en zilver is verroest. Die roest zal tegen u getuigen en als een vuur uw vlees verteren. Schatten hebt gij verzameld, terwijl het de laatste dagen zijn. Hoort, het loon dat gij hebt onthouden aan de arbeiders die uw velden hebben gemaaid roept luid, en de kreten van uw oogsters zijn doorgedrongen tot de oren van de Heer der heerscharen. Gij hebt op aarde gezwelgd en gebrast, gij hebt u vetgemest voor de dag van de slachting. Gij hebt de rechtvaardige gevonnist en vermoord; hij heeft geen verweer tegen u.


ALLELUIA Joh., 14, 5


Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer, Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Alleluia.


EVANGELIE Mc., 9, 38-43. 45. 47-48


Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus


In die tijd zei Johannes tot Jezus: “Meester, we hebben iemand die ons niet volgt in uw naam duivels zien uitdrijven, en we hebben getracht het hem te beletten omdat hij geen volgeling van ons was." Maar Jezus zei: “Belet het hem niet, want iemand die een wonder doet in mijn Naam zal niet zo grif ongunstig over Mij spreken. Wie niet tegen ons is, is voor ons. Als iemand u een beker water te drinker geeft omdat gij van Christus zijt, voorwaar Ik zeg u: zijn loon zal hem zeker niet ontgaan. Maar als iemand een van deze kleinen die geloven, aanleiding tot zonde geeft, het zou beter voor hem zijn als men hem een molensteen om de hals deed en in zee wierp. Dreigt uw hand u aanleiding tot zonde te geven, hak ze af; het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee handen in de hel te komen, in het onblusbaar vuur. Het is beter voor u kreupel het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee voeten in de hel te worden geworpen. Het is beter voor u met een oog het Rijk Gods binnen te gaan dan in het bezit van twee ogen in de hel te worden geworpen, waar hun worm niet sterft en het vuur niet gedoofd wordt."


Archief preken