OVERWEGING bij de lezingen van de Dagmis van Kerstmis
LICHT
VOORWOORD
Het kerstverhaal van de Nachtmis is ons allemaal vertrouwd. Zelfs mensen die zelden of nooit in de kerk komen, verbinden Kerstmis met een stal en een kribbe, met herders en koningen, die dan ook in hun woningen staan opgesteld. - Heel anders is het kerstverhaal dat de evangelist Johannes vertelt aan het begin van zijn evangelie. Maar ook in dit kerstverhaal beluisteren wij tegenstellingen die naar voren komen in dat van vannacht. Immers, zo zegt Johannes, Gods mens-geworden Woord komt in de duisternis en de duisternis neemt het niet aan. Gods Woord, Jezus Messias, wordt ontkend en vernederd. Maar tegelijk is Gods mens-geworden Woord zo levensvatbaar, dat het de kracht bezit om mensen tot kinderen van God te maken, als zij dat Woord van God aanvaarden. Ook hier naast de vernedering de verheerlijking, die de gestalte aanneemt van genade en waarheid. Om dit begin van Johannes' evangelie te kunnen verstaan, moeten wij het eigenlijk zien als het sluitstuk van dat evangelie. Iemand die een boek heeft geschreven, kent als enige heel de inhoud van dat boek. Pas daarna schrijft hij of zij het voorwoord, waarin zo iemand de inhoud van het boek samenvat. Daarom wordt zo'n voorwoord ons pas duidelijk, als wij het boek hebben gelezen.
Zo horen wij in dit evangelie: 'Het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan'. In zo'n zin vat de evangelist heel Jezus' bestaan op aarde samen. Dat evangelie is een diepzinnige ouverture, waarin de evangelist de belangrijkste gegevens uit zijn evangelie met elkaar verbindt.
'In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God', zo horen wij. Die raadselachtige zin herinnert aan het scheppingsverhaal en vormt de samenvatting van Johannes' visie op Jezus van Nazaret. Jezus is het Woord waarmee God alles heeft geschapen. God sprak dat Woord en alles kwam tot leven.
En dat scheppende Woord van God zelf neemt nu een lichaam aan in Jezus, die mens werd zoals wij: 'Het woord is vlees geworden'. Gods Woord, dat in Jezus mens is geworden, is echter geen machtswoord, dat ons mensen onder druk zet! Wij hebben de vrijheid om het te aanvaarden of te verwerpen. Gods Woord kwam naar ons toe als een mens, en zelfs als een mens zonder aanzien, die uit liefde voor ons zijn leven geeft. - Hier kunnen wij terugdenken aan de beelden van stal en kribbe, van herders en schapen. Gods mens-geworden Woord vereenzelvigt zich met de minsten van de mensen. Daarin verklaart Jezus zich solidair met hen en geeft Hij de verzekering dat uit kleinheid grootheid zal worden geboren. Op een onvoorstelbare manier laat God zich in Jezus kennen als een God die meelijdt met het leed in onze wereld. In zijn voetspoor kan het onrecht in onze wereld alleen worden overwonnen door mensen die zich het lot van anderen aantrekken. In Jezus roept God ons op om samen met Hem een einde te maken aan ongerechtigheid.
Meer dan in het gewone kerstverhaal wordt in het evangelie van de Dagmis van Kerstmis duidelijk dat de komst van God in menselijke gestalte gericht staat op hoop en verwachting. Waar wij mensen er niet in slagen om recht te doen aan elke mens, staat God in Jezus ervoor borg dat gerechtigheid en vrede eens elkaar zullen omarmen en het zullen winnen van onrecht en zinloos geweld. - Zeker, door alle moderne communicatiemiddelen worden wij dagelijks oog in oog gezet met ontzettend veel vormen van onrecht, dat voortdurend lijkt toe te nemen. - En toch... Kerstmis nodigt ons uit om door dit onrecht heen te kijken en daarachter de invloed van Gods Geest te ontdekken. Kerstmis doet een beroep op ons geloof, dat dingen ziet die nog niet zichtbaar zijn.
Ik hoop en ik ben ervan overtuigd, dat er onder ons mensen zijn die het door God gesproken Woord, Jezus Messias, in een goed hart ontvangen en die in het voetspoor van Jezus aan dit Woord van God handen en voeten geven door recht te doen aan elkaar. Ik hoop dat u en ik in die zin elkaar mogen toewensen: 'Gezegend en zalig kerstfeest'.
https://harriebrouwers.nl/inde... bewerkt TS
KERSTMIS
NACHTMIS
EERSTE LEZING (Jes.9, 1-3.5-6)
Uit de profeet Jesaja.
Het volk dat in het donker wandelt ziet een groot licht; een licht straalt over hen die wonen in het land van doodse duisternis. Gij hebt hun blijdschap vermeerderd, hun vreugde vergroot. Voor uw Aanschijn zijn zij vol vreugde, een vreugde als die om de oogst, als die van mensen die jubelen bij het verdelen van de buit. Want het juk dat zwaar op het volk drukte, de stang op hun schouders, en de stok van hun drijvers, Gij hebt ze stuk gebroken als op de dagen van Midjan. Want een kind is ons geboren, een Zoon werd ons geschonken: Hem wordt de macht op de schouders gelegd en men noemt Hem: Wonderbare raadsman, goddelijke held, eeuwige Vader, Vredevorst. Een grote macht en een onbeperkte welvaart zullen toevallen aan Davids troon en aan zijn koninkrijk, zodat het gegrondvest zal zijn en stevig gebouwd op recht en gerechtigheid van nu af tot in eeuwigheid. De ijver van de Heer der hemelse machten brengt het tot stand.
TUSSENZANG Psalm 96
REFREIN: Heden is ons een Redder geboren, Christus de Heer.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang, zingt voor de Heer, alle landen. Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn Naam, verkondigt zijn heil alle dagen.
Meldt aan de naties zijn heerlijkheid, zijn wondere daden aan alle volken. Want machtig en onvolprezen is Hij en meer te duchten dan alle goden.
De velden zwaaien met al hun gewassen, de woudreuzen buigen hun kruin. Zij juichen de Heer toe omdat Hij komt, Hij komt als de koning der aarde.
Rechtvaardig zal Hij de wereld regeren, de volkeren eerlijk en trouw.
TWEEDE LEZING Tit.2,11-14
Uit de brief van de heilige Apostel Paulus aan Titus.
Dierbare, de genade van God, bron van heil voor alle mensen, is op aarde verschenen. Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze tijd, terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Christus Jezus. Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en ons te maken tot zijn eigen volk, gereinigd van zonde, vol ijver voor alle goeds.
ALLELUIA (Lc.2,10-11)
Alleluia. Ik verkondig U een vreugdevolle boodschap: Heden is U een Redder geboren, Christus, de Heer. Alleluia.
EVANGELIE (Lc.2, 1-14)
Lezing uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus, dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk. Deze volkstelling had voor het eerst plaats toen Quirinius landvoogd van Syrie was. Allen gingen op reis, ieder naar zijn eigen stad om zich te laten inschrijven. Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging hij van Galilea uit de stad Nazaret naar Judea naar de stad van David, Bethlehem geheten, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was. Terwijl zij daar verbleven, brak het uur aan waarop zij moeder zou worden; zij bracht haar zoon ter wereld, haar eerstgeborene, wikkelde hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. Plotseling stond een engel des Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: "Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe." Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij verheerlijkten God met de woorden: "Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft."
DAGMIS
EERSTE LEZING (Jes.52,7-10)
Uit de profeet Jesaja .
Hoe lieflijk op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede meldt, goed nieuws verkondigt, die heil komt melden, die zegt tot Sion: "Uw God regeert! Hoort! Uw torenwachters verheffen hun stem, zij jubelen tegelijk want zij zien, oog in oog de terugkeer van de Heer naar Sion. Barst los in jubel, allen samen, puinen van Jeruzalem, want de Heer heeft zijn volk getroost; Hij heeft Jeruzalem verlost. De Heer heeft zijn heilige arm ontbloot voor de ogen van alle volkeren; en alle grenzen der aarde hebben het heil van onze God aanschouwd.
TUSSENZANG (Psalm 98)
REFREIN: Geheel de aarde aanschouwde, wat onze God voor ons deed.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden, de macht van zijn heilige arm.
Zijn weldaden deed Hij ons kennen, de volkeren zijn gerechtigheid. Opnieuw bleek zijn goedheid en trouw ten gunste van Israëls huis.
Geheel de aarde aanschouwde wat onze God voor ons deed. Verheerlijkt de Heer, alle landen, weest blij, verheugt u en zingt.
Zingt voor de Heer bij de citer, met citer en psalterspel. Laat schallen trompet en bazuin en danst voor de Heer, uw koning.
TWEEDE LEZING (Hebr.1,1-6)
Uit de brief aan de Hebreeën.
Nadat God eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon, die Hij erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat en door wie Hij het heelal heeft geschapen. Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen en Hij houdt alles in stand door zijn machtig woord. En na de reiniging der zonden te hebben voltrokken, heeft Hij zich neergezet ter rechterzijde van de majesteit in den hoge, ver verheven boven de engelen, zoals Hij hen ook overtreft in de waardigheid die zijn deel is geworden. Heeft God ooit tot een engel gezegd Gij zijt mijn zoon. Ik heb u heden verwekt? Of: ik zal een vader voor hem zijn en hij zal mijn zoon zijn? Wanneer Hij evenwel de eerstgeborene opnieuw de wereld binnenleidt, zegt Hij: Alle engelen Gods moeten Hem hulde brengen."
ALLELUIA
Alleluia. Wij staan in het volle licht van deze heilige dag: Komt, laten wij de Heer aanbidden. Want heden daalde een groot licht op aarde neer. Alleluia.
EVANGELIE (Joh.1, 1-18)
Lezing uit het heilig evangelie volgens Johannes
In het begin was het Woord en het woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is. In Hem was leven, en dat leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis maar de duisternis nam het niet aan. Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht. Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld. Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden, en toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet. Aan allen echter die Hem wel aanvaardden, aan hen die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden; Zij zijn niet uit bloed noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren. Het woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol van genade en waarheid. Wij hebben Johannes' getuigenis over Hem toen hij uitriep: "Deze was het van wie ik zei: Hij die achter mij komt, is mij voor, want Hij was eerder dan ik." Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen: genade op genade. Werd de Wet door Mozes gegeven, de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen.
De Digidulfke uitgave januari 2025 is uit
Pastoraal uurtje - maandelijks op donderdagmiddag van 14.00-15.00 uur
Gerarduskalender 2025 - verkrijgbaar in het parochiecentrum
Nationale Bedevaart Rome: 26 april tot en met 3 mei 2025
Gebedskaart en hymne Jubeljaar 2025 beschikbaar