Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - H. Maria, Moeder van God - Nieuwjaar - 1 januari 2025

OVERWEGING 

Het is als een spannend vervolgverhaal: de evangelielezing van deze Mis pakt de draad
weer op van de lezing uit de Kerstnacht. De herders werden in het open veld verrast door
een Engel die hun de vreugdevolle boodschap bracht van de geboorte van Jezus. Daarna
voegde zich bij die Engel een hemelse heerschaar die eer bracht aan God. Daar eindigde
het verhaal in de Kerstnacht.

Nu zijn we een week verder en we horen van het bezoek van de herders aan Bethlehem.
Er is echter een zin tussen deze twee passages weggevallen die niet gelezen, maar wel
belangrijk is. De herders zeiden tot elkaar: “Komt laten we naar Bethlehem gaan om te
zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekend gemaakt.” Ze waren er dus van
overtuigd dat wat ze van de Engel gehoord hadden werkelijk van God kwam. Hun was
een teken toegezegd: ze zouden het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en
liggend in een kribbe. Ze geloven wat hun gezegd is en ze nemen een besluit: ze gaan
naar Bethlehem. Ze haastten zich, zo hoorden we. Ze waren gedreven en wilden geen tijd
verliezen.

Vandaag zijn wij getuigen van hun vondst: “ze vonden Maria en Jozef en het pasgeboren
Kind, dat in de kribbe lag.” Bij het zien van dit door de Engel voorspelde teken “maakten
ze bekend wat hun over dit kind gezegd was.” Wat was hun gezegd door de Engel? “Heden
is u een redder geboren: Christus de Heer.” Het zien van het kind in de kribbe, precies zoals
hun was voorzegd, bevestigde hun aanvankelijke geloof. Zo werden de herders de eerste
verkondigers van het geloof in de menswording van Gods Zoon. “Allen die het hoorden
stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden.”

Je zou kunnen concluderen dat de evangelist Lucas het geboorteverhaal van Jezus
beschrijft vanuit het oogpunt van de herders. Het zijn eenvoudige, zeer waarschijnlijk
ongeletterde mannen geweest aan wie de Heer de blijde boodschap het eerst heeft
toevertrouwd. Het verhaal laat ons als het ware getuigen zijn van hun geloofsgroei. Stap
voor stap volgen wij deze eenvoudigen, de armen van geest die door Jezus worden zalig
geprezen. We zien hoe zij in hun ontwikkeling van aanvankelijke vrees via gehoorzame
volgzaamheid naar persoonlijke overtuiging evolueren tot het moment dat zij naar buiten
treden met die overtuiging opdat ook anderen tot dezelfde geloofservaring komen.

“Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.” De geloofsweg
van de herders eindigde bij het kind Jezus en zijn Moeder. Zij ontving al de woorden van
de herders en overwoog ze in haar hart. Ze zal veel herkend hebben. De Engel was
immers ook bij haar gekomen en had haar de geboorte van Jezus aangekondigd. In
vertrouwen op het woord van God had zij haar fiat gegeven en was het wonder van de
menswording van de Zoon van God in haar geschied. En vol van de Geest was zij naar haar
nicht Elisabeth gereisd. Nu komen de herders bij haar en ervaart ze wat de geboorte van
haar Kind in eenvoudige mensen teweeg brengt. Maria zong haar danklied bij haar
bezoek aan Elisabeth; de herders “keerden terug terwijl zij God verheerlijkten en loofden
om alles wat zij gehoord en gezien hadden.” Het danklied van Maria wordt nu door de
herders overgenomen. Vanuit Bethlehem, vol van het geheim dat ze daar hebben
gevonden, gaan ze weer naar huis om de lof van God te zingen. Ze worden op hun beurt
dragers van Gods Geest, verkondigers van het geheim van het Woord dat vlees is
geworden en onder de mensen is komen wonen.

Midden in onze evangelielezing staat Maria. Ze ontvangt de herders, die bij haar hun
bestemming vinden in het kind Jezus. Maar ze is tegelijk ook het vertrekpunt, want van
haar uit keren de herders God lovend naar huis terug. We zien haar voor ons: stil zittend,
luisterend, overwegend, biddend. Ze is het stille middelpunt van dit tafereel. Op deze
laatste dag van het Kerstfeest staat het moederschap van Maria centraal. Geen kind
zonder moeder. Zonder Maria’s medewerking zou God geen mens geworden zijn. Door
haar ja-woord werd Maria de moeder van Jezus. Maar het bezoek van de herders zal haar
ook hebben doen inzien dat haar moederschap verder reikte dan alleen het kind Jezus
dat zij ter wereld had gebracht. Vanuit haar groeit een nieuwe gemeenschap van
gelovigen. Allen die in Jezus geloven als de Zoon van God en de zoon van Maria worden
door dat geloof kinderen van God en ook kinderen van Maria.

Onder het kruis, aan het einde van Jezus’ leven, zal dit geheim publiek worden. Vlak voor
zijn heengaan vertrouwde Jezus zijn geliefde leerling Johannes toe aan Maria met de
woorden: “Vrouw, zie daar uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling: zie daar uw moeder.”
In de figuur van Johannes heeft de Kerk altijd zichzelf herkend als de gemeenschap van
alle volgelingen van Jezus. Maria wordt daarom ook beschouwd als Moeder van de Kerk.
Op deze laatste dag van het Kerstoctaaf sluiten we in zekere zin het Kerstfeest af nadat
we dit geheim acht dagen lang hebben overwogen en bezongen. Met de herders vereren
wij het kind van Maria. Maar deze laatste dag van het feest is tevens de eerste dag van
het nieuwe kalenderjaar. Nu wij in zekere zin óns Bethlehem verlaten opent zich een
nieuw jaar van de Heer. Er liggen 365 dagen voor ons waarin wij als volgelingen van Jezus
kinderen zijn van God én zonen en dochters van Maria.

Door tussenkomst van Maria heeft God de Vader ons allen in Christus gezegend met elke
geestelijke zegen. Die zegen dragen wij van hier met ons mee terug naar huis, in familie- en vriendenkring opdat wij in onze wereld de zegen brengen van de naam Jezus aan alle mensen van goede wil. God redt, zo luidt de naam van Jezus in vertaling. Dat is de naam die Maria bij de boodschap van de engel te horen kreeg. Zo moest ze haar kind noemen.
De herders hoorden dat in Jezus voor hen de Redder was geboren. In Jezus’ Naam zijn wij
gedoopt. In die naam beginnen wij dit nieuwe jaar met een belofte. God redt. In die naam
is het nieuwe jaar nu al een gezegend nieuwjaar! 

https://willibrordsabdij.nl/wp... bewerkt TS

Schriftlezingen bij dit hoogfeest



H. MARIA, MOEDER VAN GOD



EERSTE LEZING          (Num., 6, 22-27)

Zij zullen mijn naam over de Israëlieten uitspreken, en Ik zal hen zegenen.

Uit het boek Numeri

De Heer sprak tot Mozes: "Zeg aan Aaron en zijn zonen: Als gij de Israëlieten zegent, doe het dan met deze woorden: Moge de Heer u zegenen en u behoeden! Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken! "Als zij zo mijn naam over de Israëlieten uitspreken zal Ik hen zegenen."

TUSSENZANG  Ps. 67 (66), 2-3, 5, 6 en 8

REFREIN: God, wees ons barmhartig en zegen ons.

God, wees ons barmhartig en zegen ons, toon ons het licht van uw aanschijn;

Opdat men op aarde uw wegen mag kennen, in alle landen uw heil.

Laat alle naties van vreugde juichen omdat Gij de volken rechtvaardig regeert en alles op aarde bestuurt.

Geef dat de volken U eren, o God, dat alle volken U eren.

God geve ons zo zijn zegen dat heel de aarde Hem vreest.



TWEEDE LEZING (Gal, 4, 4-7)

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten

Broeders en zusters,

Toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God zijn eigen Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet om ons, slaven van de wet, vrij te maken zodat wij de rang kregen van zonen. En opdat ge zonen zijt heeft God de Geest van zijn Zoon, die "Abba, Vader!" roept, in ons hart gezonden. Ge zijt dus niet langer slaaf maar zoon en als zoon ook erfgenaam en wel door toedoen van God.



ALLELUIA         Hebr., 1, 1-2

Alleluia. Op velerlei wijzen heeft God tot onze vaderen gesproken door de profeten; op het einde der tijden heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon. Alleluia.

EVANGELIE     Lc. 2, 16-21

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

In die tijd haastten de herders zich naar Bethlehem en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag. Toen ze dit gezien hadden maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. Allen die het hoorden stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaal­den. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. De herders keerden terug terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was. Toen de acht dagen voorbij waren en men het kind moest besnijden, ontving het de naam Jezus, zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot werd ontvangen.



Archief preken