OVERWEGING
‘Heilig’ betekent ‘heel’. Toch zien wij vandaag dat de eenheid in het heilig huisgezin min of meer eventjes verstoord is. Een kind gaat niet met zijn ouders mee terug naar huis en wanneer het na drie dagen zoeken is gevonden, begrijpen de ouders de woorden van hun kind niet.
Het was in het begin zo mooi. Het kind was klein, had nog geen zelfstandige plaats. Het paste zich helemaal aan de ouders aan, zoals de ouders zich op hun beurt ook weer aan allerlei gewoontes aanpasten, bijvoorbeeld het jaarlijks opgaan naar Jeruzalem en dat zij Jezus voor de eerste keer meenemen als Hij 12 jaar is.
Wanneer Jezus is teruggevonden, lijkt Maria meer met Jozef mee te leven, die in angst heeft gezeten, dan dat zij begrip heeft voor wat Jezus heeft gedaan. Want zij zegt tegen de kleine Jezus: “Kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan? Denk toch eens met wat een pijn uw vader en ik naar U hebben gezocht.”
Maar wat gebeurt is dat Jezus toegroeit naar zelfstandigheid. Het is steeds meer de heilige Geest, die Hem leidt en steeds minder zijn ouders. Hij komt als 12-jarige leerling in Jeruzalem, maar gaandeweg blijkt Hij de leraar te zijn en de oude wijze mannen in de tempel worden leerlingen van het Kind.
Het zou interessant zijn te weten wat het Kind Jezus aan die wijze mannen heeft verkondigd, maar dat is onbekend. Wij weten wel wat Hij tegen Jozef en Maria zei. En daar is sprake van een heerlijk langs elkaar heen praten. Als Maria zegt, dat zijn vader en zijzelf met angst naar Hem hebben gezocht, bedoelt zij Jozef. Maar als Jezus antwoordt, dat Hij in het Huis van de Vader moest zijn, bedoelt Hij de hemelse Vader.
Normaal gesproken is het zo, dat een opgroeiende tiener steeds minder vaak de wil van zijn ouders doet en steeds vaker zijn eigen wil. Maar Jezus let steeds meer op wat de wil is van die hemelse Vader. Van jongs af aan vergeet Hij zichzelf. Eerst luistert Hij naar Jozef en Maria, dan steeds meer naar de hemelse Vader.
Eenmaal volwassen geworden leert Jezus ons niet voor niets om in het ‘Onze Vader’ te zeggen “Uw wil geschiede op aarde, zoals in de hemel”. En in Marcus 14 (36) zegt Hij: “Niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt”. En weer ergens anders zegt Hij: “Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen” (Hebr. 10, 7).
De wil van God gaat véél verder dan de wil van de ouders. Als ouders kun je in het begin alles bepalen. Maar hoe ouder een kind wordt, hoe meer het een kwestie van richting geven wordt en dan maar hopen dat het goed gaat.
Maar van God hebben wij ons leven gekregen. Aan Hem moeten wij het eens teruggeven. God is veel meer ‘vader’ dan een aardse vader. Van Hem blijven wij altijd afhankelijk, een hele eeuwigheid lang. Als wij altijd doen wat Hij van ons verwacht, dan zijn wij een kind naar zijn Hart.
Aan de ene kant geeft een christen zijn eigen wil helemaal op. Het lijkt wel een stukje slavernij. Aan de andere kant mogen wij ons gedragen weten door de Allerbeste en de Allerliefste, die er is.
Jezus ‘moet’ in het Huis van de Vader zijn. Dat ‘moeten’ is geen kwestie van dwang. Het is ook niet iets waar Hij bezeten van is, maar het komt uit zijn diepste wezen voort. Hij voelt in het diepste van zijn hart, dat Hij de hemelse Vader helemaal toebehoort. En dat er niets is dat Hem gelukkiger kan maken dat het leven door en met en in de Vader.
Wij kunnen het ons wel voorstellen, dat Jozef en Maria het niet gemakkelijk hadden met deze vroege eigenzinnigheid van hun Kind. Zij begrepen het niet. En er zou nog veel meer gebeuren waar zij moeite mee zouden krijgen. Het onbegrip en de tegenwerking van de mensen. Dat de mensen Hem, die weldoende door Israël rondging, zo erg lieten lijden.
Wat wij vandaag aan God zouden kunnen vragen is dat wij steeds meer mogen loskomen van ‘het eigen moeten’, van wat wijzelf willen. En dat wij – ieder voor zich, maar ook het hele gezin, heel onze parochie – ons steeds meer richten op wat de hemelse Vader wil. Een auto moet ons vervoeren van de ene plaats naar de andere. Een stereotoren moet muziek maken. Daar zijn die dingen voor gemaakt. Wíj zijn gemaakt om de hemelse Vader toe te behoren. Wij zijn zijn dienaars, zijn vrienden, zijn kinderen. Hij buit ons niet uit, maar wil enkel ons geluk.
Proberen wij altijd te gehoorzamen. Dan kan Hij ons zegenen, iedere dag opnieuw. Dan wordt onze parochiekerk het gezin van God, één grote, heilige familie. Amen.
https://dionysiusparochie.nl/n... bewerkt TS
FEEST VAN DE H. FAMILIE
EERSTE LEZING Sir., 3, 2-6. 12-14
Uit het Boek Ecclesiasticus
De Heer heeft een vader aangesteld over de kinderen; en de moeder recht gegeven over haar zonen. Wie zijn vader eerbiedigt krijgt vergiffenis van zonden en als iemand die schatten verzamelt is hij die zijn moeder eert. Wie zijn vader eert, beleeft vreugde aan zijn kinderen, en wanneer hij bidt wordt hij verhoord. Wie zijn vader eert zal een lang leven genieten en wie zijn vader gehoorzaamt verkwikt het hart van zijn moeder. Wie de Heer vreest, eert zijn ouders. Kind, draag zorg voor uw vader op zijn oude dag en doe hem geen verdriet zolang hij leeft. Op de dag dat je in nood zijt, wordt aan u gedacht; gij die nog in volle kracht zijt, veracht uw vader niet. Medelijden met uw vader zal niet worden vergeten, anders dan de zonden, bouwt zij uw huis op.
TUSSENZANG Ps. 128 (127), 1-2, 3, 4-5
Refr: Gelukkig die godvrezend zijt, en de weg des Heren gaat.
Gelukkig die godvrezend zijt, de weg des Heren gaat. Ge zult de vrucht van eigen arbeid eten, tevreden en voorspoedig zult ge zijn.
Uw vrouw daarbinnen in uw huis is als een rijkbeladen wijnstok. En als olijventakken rond de stam zo staan uw zonen om uw tafel.
Ja, zo wordt elke man gezegend die eer geeft aan de Heer. Moogt gij Jeruzalem welvarend zien zolang uw dagen duren.
TWEEDE LEZING Kol., 3, 12-21
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse
Broeders en zusters, Bekleedt u, als Gods heilige en geliefde uitverkorenen, met tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid en geduld. Verdraagt elkander en vergeeft elkander als de een tegen de ander een grief heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft zo moet ook gij vergeven. Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid. En laat de vrede van Christus heersen in uw hart; daartoe zijt gij immers geroepen, als leden van één lichaam, en weest dankbaar. Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen. Leert en vermaant elkander met alle wijsheid. Zingt voor God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. En al wat gij doet in woord of werk doet alles in de naam van Jezus de Heer, God de Vader dankend door Hem. Vrouwen, weest uw man onderdanig, zoals het christenen betaamt. Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet humeurig tegen haar. Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is de Heer welgevallig. Vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij de moed niet verliezen.
ALLELUIA Kol., 3, 15a en 16a
Alleluia. Laat de vrede van Christus heersen in uw hart. Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen. Alleluia.
EVANGELIE Lc., 2, 41-52
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
leder jaar reisden de ouders van Jezus bij gelegenheid van het Paasfeest naar Jeruzalem. En overeenkomstig het gebruik bij dit feest gingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden was. Maar na afloop van die dagen keerden zij naar huis terug. Het kind Jezus bleef echter in Jeruzalem achter zonder dat zijn ouders het wisten. In de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond, gingen zij een dagreis ver, en zochten Hem toen onder familieleden en bekenden. Omdat zij Hem niet vonden keerden zij al zoekende naar Jeruzalem terug. Pas na drie dagen vonden zij Hem in de tempel, waar Hij te midden van de leraren zat naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde. Allen die Hem hoorden waren verbaasd over zijn inzicht en zijn antwoorden. Toen zijn ouders Hem daar opmerkten stonden zij verslagen. Zijn moeder zei tot Hem: “Kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan? Denk toch eens met wat een pijn uw vader en ik naar U hebben gezocht." Maar Hij antwoordde: “Wat hebt ge toch naar Mij gezocht? Wist ge dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn Zij begrepen echter niet wat Hij daarmee bedoelde. Hij ging met hen mee naar Nazaret en was aan hen onderdanig. Zijn moeder bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart. En met de jaren nam Jezus toe in wijsheid en welgevalligheid bij God en de mensen.
Pastoraal uurtje - maandelijks op donderdagmiddag van 14.00-15.00 uur
Gerarduskalender 2025 - verkrijgbaar in het parochiecentrum
De Digidulfke uitgave december 2024 is uit
Nationale Bedevaart Rome: 26 april tot en met 3 mei 2025
Gebedskaart en hymne Jubeljaar 2025 beschikbaar