Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - drieëntwintigste zondag door het jaar B - 6 en 7 september 2024

OVERWEGING

De man die vandaag bij Jezus gebracht wordt, heeft zijn taal verloren: hij kan niet goed spreken en hij kan niet horen. Hij kan dus niet communiceren met de mensen om hem heen. Daar komt nog bij dat hij door deze afwijking in zijn cultuur onrein is... Dus een dubbele vorm van apart gezet worden. Onrein betekent dus: raak hem niet aan! Maar wat zien we gebeuren? Jezus raakt deze man wel aan. Hij haalt hem even weg uit de lawaaierige menigte, neemt hem apart, geeft hem zo volop persoonlijke aandacht. Die aandacht alleen al is zo weldoende.

Aandacht geneest, hoe dan ook. Je merkt dat nog al eens in het dagelijkse leven: wanneer je de volle aandacht aan iemand geeft die erg gesloten is, dat zo’n persoon als het ware “open” gaat en soms dingen zegt of doet die je niet van hem/haar verwacht had. Heeft niet iedereen behoefte aan aandacht en belangstelling? Maar Jezus dóet ook wat. Hij raakt juist die zintuigen aan, die genezing nodig hebben: de oren en de tong. En dan staat er: ‘’Hij keek op naar de hemel en zuchtte’. Dat wil zeggen: hij voelt het verdriet van die doofstomme man. Zijn zucht, zijn levensadem, zijn rouach, wordt voelbaar.  En Hij haalt er God in de hemel bij. En vanuit die verbinding met zijn Vader zegt Hij dan dat ene woord, dat uit het Hebreeuws bewaard is gebleven: EFFETA, GA OPEN. En dan vertelt het evangelie: ‘Meteen gingen zijn oren open, zijn tongriem ging los, en hij sprak normaal.’ Hier wordt de nieuwe wereld, het Rijk Gods, hier en nu tussen ons, mensen, zichtbaar. Hier voelt deze mens zich gehoord en kan hij vrijuit spreken: hij hoort er zo weer helemaal bij.

Wat heeft deze evangelielezing óns vandaag te zeggen? Je zou het twee-ledig kunnen uitleggen. Doofstom kunnen wij ook zijn, ook al kunnen we nog zo goed horen en praten. We kunnen zo met onszelf en onze eigen dingen bezig zijn dat we als het ware doof zijn voor wat van buiten komt. Doof bijvoorbeeld voor de woorden van God die tot ons gesproken worden. Voor woorden die leven gevend zijn, voor woorden die ons oproepen uit onszelf te treden. Dat is het tegengestelde van gretig horen, gretig opnemen, attent luisteren, zoals bij de profeet Samuel of Maria: ‘Spreek Heer, uw dienaar luistert’. Of doof zijn in de zin van: je bent zo met je eigen dingen bezig dat je bijna geen belangstelling of tijd hebt om echt naar de ander te luisteren. Stom, in de zin van niet kunnen spreken kun je ook zijn, als je wel kunt praten maar je wellicht bang bent voor de gevolgen van je spreken. Je houdt je mond ook als je eigenlijk zou moeten spreken, waarschuwen of protesteren tegen iets wat niet goed is.

Het spreekwoord zegt: “Spreken is zilver maar zwijgen is goud”. Maar soms is spreken belangrijker dan zwijgen, bijvoorbeeld wanneer het gaat over zaken in het dagelijks leven die onrechtvaardig zijn en die tegen het belang van de mensen ingaan. Daar moet je je stem tegen laten horen. Daar is dikwijls wel moed voor nodig. Maar er zijn situaties die daarom vragen. Ook al wil je wellicht liever niet spreken om geen ruzie te krijgen. Net zoals de doofstomme uit het evangelie hebben we genezing nodig, genezing uit onze angst om iets te zeggen. Dan hebben we het woord EFFETA nodig: ga open, luister en spreek om zijn woord, dat we horen, ook te laten klinken. Durf ik mijn mond open te doen, als het erop aan komt?

EFFETA geldt ook voor mensen, die doofstom gemáákt zijn. Mensen die geen informatie krijgen, dom gehouden worden,
het maar alleen moeten zien te redden. Daarbij komt dan nog dat ze hun mond moeten houden. Daar valt nog veel werk te doen. De genezing uit het evangelie van vandaag is eigenlijk een oproep om juist déze mensen uit de menigte apart te nemen en hen alle aandacht te geven die ze verdienen. Dat vraagt om een verandering in het denken en doen, ook en vooral van onszelf. We kunnen ons persoonlijk afvragen: ‘Welke mens in mijn directe omgeving leeft in een isolement, omdat hij of zij er niet bij hoort, omdat hij niets hoort en wiens stem niet wordt gehoord, omdat we niet naar hem luisteren? Voel ik me geroepen om de doofheid van deze mensen te doorbreken en ondanks alles toch met hen in gesprek proberen te komen? Mag ik de stemlozen een stem geven, zoals het evangelie zegt : de tongriem losmaken?

In de eerst lezing horen we de Profeet Jesaja dromen van een nieuwe wereld: ‘Dan worden de ogen van de blinden geopend en de oren van de doven geopend. Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme. Als dat eens waar was. Laat het niet alleen een droom zijn!! Als wij dat eens proberen waar te maken, door EFFETA te zeggen en EFFETA, te doen.
https://www.hjoannesdedoper.nl... bewerkt TS

Schriftlezingen van deze zondag



DRIEËNTWINTIGSTE  ZONDAG DOOR HET JAAR

EERSTE LEZING Jes., 35, 4-7a

Uit de Profeet Jesaja


Spreek tot allen die de moed verloren hebben: “Vat moed en vreest niet: Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden. Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme. Ja, in de steppe zullen beken ontspringen, rivieren in de woestijn. De dorre vlakte wordt een vijver, het dorstige land een waterbron."


TUSSENZANG Ps. 146 (145), 7, 8-9a, 9bc- 10

REFR: De Heer zal ik loven mijn leven lang.


De Heer doet altijd zijn woord gestand, verdrukten verschaft Hij recht. De Heer geeft brood aan wie honger heeft, gevangenen geeft Hij de vrijheid.

De ogen van de blinden opent de Heer, gebrokenen richt Hij weer op. De Heer bemint de rechtvaardigen, de Heer behoedt de ontheemden.

De Heer geeft wees en weduwe steun, maar zondaars laat Hij verdwalen. De Heer is koning in eeuwigheid, uw God, Sion, heerst over alle geslachten.


TWEEDE LEZING Jak.,2, 1-5

Uit de brief van de heilige apostel Jakobus


Broeders en zusters, Gij die gelooft in onze Heer Jezus Christus, de Heer der heerlijkheid, verbindt dit geloof toch niet met partijdigheid en vleierij! Ik bedoel dit: veronderstel er treedt in uw samenkomst een man binnen, keurig gekleed en met gouden ringen aan zijn vingers, en tegelijkertijd komt er ook een arme aan in schamele kleren; als gij nu opziet tegen de rijkgeklede man en hem een ereplaats aanbiedt, terwijl gij tegen de arme zegt: “Blijf daar maar staan," of: “Ga hier op de grond zitten, bij mijn voetbank" maakt ge u dan niet schuldig aan een kwaadaardige discriminatie? Luister, lieve broeders: God heeft de armen naar de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het koninkrijk dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.


ALLELUIA Joh., 1, 14 en 12b

Het woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond; Aan allen die Hem aanvaardden gaf Hij het vermogen om kinde-ren Gods te worden. Alleluia.


EVANGELIE Mc., 7, 31-37

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus


In die tijd vertrok Jezus uit de streek van Tyrus en begaf zich over Sidon naar het meer van Galilea, midden in de streek van Dekapolis. Men bracht een doofstomme bij Hem en smeekte Hem dat Hij deze de hand zou opleggen. Jezus nam hem terzijde, buiten de kring van het volk, stak hem de vingers in de oren en raakte zijn tong met speeksel aan. Vervolgens sloeg Hij zijn ogen ten hemel, zuchtte en sprak tot hem: “Effeta", wet betekent: Ga open. Terstond gingen zijn oren open, en werd de band van zijn tong losgemaakt zodat hij normaal sprak. Hij verbood het aan iemand te zeggen; maar met hoe meer nadruk Hij dat verbood, des te luider verkondigden zij het. Buiten zichzelf van verbazing riepen zij uit: “Hij heeft alles wel gedaan, Hij laat doven horen en stommen spreken."


Archief preken