Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - derde zondag van de Advent jaar C - 14 en 15 december 2024

OVERWEGING

‘Wat moeten wij doen?’
In het evangelie van vandaag klinkt deze vraag tot driemaal toe.

Die vraag komt niet uit de lucht vallen. Er staan drie verzen vóór, die jammer genoeg buiten de lezing vallen. Misschien wel omdat daar zulke hárde woorden vallen… Maar voor het begrip van de gelezen tekst is het tóch goed om ook dié te horen: het is een ware tirade die Johannes de Doper uitstort over de mensen die in grote getale op hem afkomen om door hem te worden gedoopt:

“Adderengebroed”, zo begint Johannes, “Wie heeft u voorgespiegeld dat ge de dreigende toorn kunt ontvluchten? Brengt dus vruchten voort die passen bij bekering en zegt niet bij uzelf: wij hebben Abraham tot vader! Waarachtig, ik zeg u, dat God de macht bezit voor Abraham uit deze stenen kinderen te verwekken. Reeds ligt de bijl aan de wortel van de bomen. Elke boom dus die geen goede vrucht draagt, wordt omgekapt en in het vuur geworpen.”

Na deze tirade volgt dan die vraag uit het volk: “Wat moeten wij doen?” Die vraag komt dus – nogmaals – niet zo maar uit de lucht vallen, maar komt voort uit bezorgdheid, sterker nog: uit angst voor wat hen allemaal boven het hoofd zou hangen. Het zal je maar gezegd worden… “adderengebroed”!

Nu wil ik de vreugde van vandaag niet bederven – deze derde zondag van de advent heet immers “Gaudete, verheug u!” Maar dit heuglijke feestje kent dus ook een keerzijde. En die keerzijde is: bij alle mooie bespiegelingen en profetenwoorden over de komst van de Messias horen wel dáden, daden van bekering. Of – in de woorden van Johannes de Doper: “Brengt vruchten voort die passen bij bekering”. Wie denkt op grond van afkomst of van jongs af meegekregen religie al aan de goede kant te staan vergist zich deerlijk. “Elke boom”, zegt Johannes, “die geen goede vrucht draagt, wordt omgekapt en in het vuur geworpen.” Duidelijke taal dus, en bedreigend, inderdaad: bedreigend voor wie Johannes’ aansporingen en waarschuwingen in de wind slaat. Ik zei al: ik wil de vreugde van vandaag niet bederven, en dat hoeft ook niet. Want wie beréid is te luisteren en te handelen naar wat Johannes ons voorhoudt heeft niets te vrezen. Integendeel. Zélfs als je beducht bent regelmatig te falen óndanks al je goede bedoelingen, dan nóg is er geen reden tot ongerustheid.

Als ik nu even inzoom op die daden van bekering waarover Johannes spreekt, dan vinden we die nader toegelicht in het evangeliestukje van vandaag: delen van je overvloed met wie minder hebben. Eerlijk zijn, elkaar niet bedonderen. Geen misbruik maken van je positie, van je macht over anderen. Niet begerig zijn naar steeds méér: genoeg is genoeg! Klinkt allemaal heel actueel, vindt u niet? Veel misstanden uit de Oudheid zijn dezelfde als die in het heden. En tóch… Naast alle kwaad gebeurt er ook altijd véél goeds. Vroeger en nu. Ook op wereldschaal.

Terug nu naar Johannes.
Johannes de Doper is welbeschouwd zowel onheilsprofeet als heilsprofeet. Een onheilsprofeet voor wie zich schuldig maakt aan hoogmoed en huichelarij. Een heilsprofeet voor wie zich in woord en daad inzet voor de groei van Gods Rijk, voor wie meewerkt aan de bespoediging van de komst van de Messias. Heils- en onheilsprofeten. Velen zijn er in Johannes’ tijd mee vertrouwd, door het optreden van profeten als Hosea, Sefanja en Jesaja om er maar een paar te noemen… Daarom ook is het héél begrijpelijk dat men hem, Johannes, de vraag stelt of hij misschien de langverwachte Messias is… Maar nee, Johannes kent zijn rol. Hij noemt zich slechts zijn wegbereider.

Wij op onze beurt mogen ook leven in de verwachting van de komst van de Messias, Verwachting in de zin van: Christus steeds opnieuw in onze harten willen ontvangen, Hem present willen stellen door in woord en daad te beantwoorden aan wat Hij van óns vraagt. De vraag ‘Wat moeten wij doen?’ mogen en moeten ook wij dus telkens opnieuw stellen. En dat Christus veeleisend is mag ons daar niet van weerhouden. We moeten ons niet laten ontmoedigen. Integendeel. Uit de Bijbelverhalen weten we, dat Gods barmhartigheid ons verstand ver te boven gaat. Jezus heeft ons hierover verteld en heeft het ons voorgeleefd.

Wij moeten allemaal proberen zuiver te leven, integer te zijn, barmhartig te zijn voor elkaar zoals God dat is voor ons. En niet alleen in woorden, maar vooral in daden. Als ons dat ook maar een béétje lukt, zullen wij – met de woorden van Paulus – mogen ingaan in “de vrede van God die alle begrip te boven gaat”. Dan zullen wij, ondanks het feit dat wij herhaaldelijk zullen falen, mogen ervaren: “Gaudete, verheug u, want uw Redder is nabij!”

https://www.abdijvanberne.nl/o... bewerkt TS

Schriftlezingen van deze zondag



DERDE ZONDAG VAN DE ADVENT


EERSTE LEZING          Sef., 3, 14- 18a

Uit de Profeet Sefanja

Sion, jubel van vreugde, juich, Israël, verheug u en wees blij, Jeruzalem, met heel uw hart! Het vonnis dat op u drukte, werd door de Heer vernie­tigd. Hij heeft uw vijand verjaagd. De Heer, de Koning van Israël, blijft bij u: nu hoeft gij geen onheil meer te vrezen! Op die dag zal er tot Jeruza­lem gezegd worden: Vrees niet, Sion, en laat uw handen niet verslappen. De Heer, uw God, is bij u als een reddende held. Uitermate verheugt Hij zich om u, door zijn liefde maakt Hij u nieuw; Hij jubelt om u van vreugde.


TUSSENZANG  Jes. 12, 2-3, 4 bcd, 5-6

Refr: Verheugt u en juicht, gij die Sion bewoont, want Israëls Heilige woont in uw midden.

Ik dank U, o Heer, Gij waart toornig op mij, maar nu schenkt Gij troost en vergeving. Ja, God is mijn heil, ik verlaat mij op Hem, ik hoef voor geen onheil te vrezen.

De Heer is mijn sterkte, de Heer geeft mij kracht, Hij toont zich mijn helper en redder. Brengt dank aan de Heer en huldigt zijn Naam, verkondigt de volken zijn machtige daden, maakt alom zijn grootheid bekend.

Zingt luid voor de Heer, die wonderen deed, laat heel de aarde het horen. Verheugt u en juicht, gij die Sion bewoont, want Israëls Heilige woont in uw midden.



TWEEDE LEZING         Fil., 4, 4- 7

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de chris­tenen van Filippi

Broeders en zusters, Verheugt u in de Heer te allen tijde. Nog eens: verheugt u! Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn. De Heer is nabij. Weest onbezorgd. Laat al uw wensen bij God bekend worden in gebed en smeking, en nooit zonder dankzegging. En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat zal uw harten en gedachten behoeden in Christus Jezus.



ALLELUIA         Jes., 61, 1 (cf. Lc., 4, 18)

Alleluia. De geest des Heren is over Mij gekomen; Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen. Alleluia.



EVANGELIE     Lc., 3, 10-18   

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

In die tijd stelden de mensen Johannes de vraag: “Wat moeten wij doen?" Johannes gaf hun ten antwoord: “Wie dubbele kleding heeft, laat hij delen met wie niets heeft, en wie voedsel heeft, laat hij hetzelfde doen." Er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden en ze vroegen hem: “Meester, wat moeten wij doen?" Hij zei hun: “Niet meer vragen dan voor u is vastgesteld." Ook soldaten ondervroegen hem: “En wij, wat moeten wij doen?" Hij antwoordde: “Niemand uitplunderen, niemand iets afpersen, maar tevreden zijn met uw soldij." Omdat het volk vol verwachting was en iedereen zich aangaande Johannes de vraag stelde, of hij niet de Messias zou zijn, gaf Johannes aan allen het antwoord: “lk doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. De wan heeft Hij in zijn hand om zijn dorsvloer grondig te zuiveren en zijn tarwe te verzamelen in de schuur, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur. Zo en met nog vele andere vermaningen verkondigde Johannes aan het volk de Blijde Boodschap.




Archief preken