Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - achtste zondag door het jaar C - 1 en 2 maart 2025

OVERWEGING

Zoals al enkele zondagen hebben we ook vandaag in het evangelie gelezen uit de zogenaamde Veldrede van Lukas, de parallel van de Bergrede bij Matteüs. Het zijn min of meer losse uitspraken van Jezus, die door de evangelist aan elkaar geregen zijn tot een soort toespraak. De samenhang is niet altijd even duidelijk, maar ieder afzonderlijk zijn ze belangrijk voor het christelijk leven. Laten we dan bij ieder van die onderdelen van het evangelie van vandaag even stil staan.

Kan soms de ene blinde de andere leiden. Hier wordt bedoeld: wie zelf blind is, wie zelf de weg van Jezus niet kent, niet ziet met het oog van Jezus, mag anderen niet terecht willen wijzen. Pas als de leerling ten volle gevormd is, zal hij iemand anders kunnen leiden. Wat betekent dat concreet voor ons: dat we voorzichtig moeten zijn met leiding geven en terechtwijzen van anderen. We kunnen dat alleen maar doen als we doorkneed zijn in het evangelie. We kunnen elkaar alleen maar aanspreken vanuit het volle evangelie. Als we maar gebrekkige kennis of beleving van het evangelie hebben maken we ongelukken, lopen we gevaar niet alleen onszelf maar ook de ander op dwaalwegen, in het ongeluk te voeren, vallen we beiden in de kuil.

Toch hebben we de neiging om blinde leiders te zijn. We zijn immers vaak blind voor onze eigen fouten. We hebben over het algemeen een tamelijk redelijke dunk van onszelf. Bij anderen zien we vaak de kleinste dingen en maken daar aanmerkingen over. Jezus spreekt dan over balk in ons eigen oog, het grote kwaad in ons eigen leven waar we langsheen kijken en het kleine kwaad, de splinter in het oog van de ander waar we op letten. Christenen moeten steeds zichzelf onderzoeken, eerlijk zijn ten opzichte van zichzelf in het licht van het evangelie en zich dan ontdoen van hun eigen zonde, zichzelf bekeren. Verbeter de wereld, begin met jezelf. Die oude spreuk van de bond zonder naam is de samenvatting van wat Jezus hier zegt.

Tot slot van het evangelie volgen er dan nog enkele uitspraken van Jezus over de buitenkant en de binnenkant van een mens. Die horen bij elkaar.

De daden van een mens maken duidelijk wie hij is. Als iemand zich christen wil noemen, dan zal aan zijn daden blijken of hij het werkelijk is. Aan de vruchten kent men de boom. Dat is wat de apostel Jakobus in zijn brief ook zegt: er zijn mensen die zeggen: ik heb het geloof. Maar als ze geen daden kunnen laten zien, dan zeg ik jullie: die mensen hebben geen geloof. Integendeel aan de hand van daden kun je het geloof van mensen bewijzen. Een geloof dat zich niet uit in daden van Godsliefde en mensenliefde; een geloof dat geen zelfverloochening en gehoorzaamheid kent; een geloof dat zich niet uit in gebed, in eredienst, in het onderhouden van de geboden en bovenal de naastenliefde is dood. Men kent een boom aan zijn vruchten.

Ten slotte: waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Aan hoe een mens zich uit, kun je zien wat er leeft in zijn hart. Aan een gelovig christen moet je kunnen merken in zijn woorden en daden, dat hij vol is van Christus, dat de heilige Geest leeft in zijn hart.

Medechristenen, het zijn hele praktische uitspraken vandaag in het evangelie. Ze blijven heel dicht bij ons, bij ons eigen leven. Ze manen tot steeds weer zelfonderzoek, tot bescheidenheid, tot in overeenstemming brengen van de binnenkant en de buitenkant van ons leven. We kunnen daar allemaal heel ons leven mee vooruit, maar zeker ook in de komende veertigdagentijd. Want zonder voortdurende bekering zijn we blind voor onze eigen fouten, is ons hart te weinig vervuld van de heilige Geest en brengen we nog te veel slechte vruchten voort. Amen.

https://mennenpr.nl/achtste-zondag-door-het-jaar-c/

Schriftlezingen van deze zondag



ACHTSTE ZONDAG DOOR HET JAAR

EERSTE LEZING          Sir., 27, 4-7

Uit het boek Ecclesiasticus

Als men de zeef schudt, blijft het kaf. En in het spreken ontdekt men het boze van de mens. Het werk van de pottenbakker wordt beproefd door de oven, en de mens door wat hij zegt in het gesprek. Aan de vruchten van de boom erkent men de boomgaard, en aan de woorden van de mens zijn gezindheid. Prijs daarom geen mens voordat hij gesproken heeft, want eerst op grond daarvan kan men een mens beoordelen.



TUSSENZANG  Ps. 92 (91), 2-3, 13-14. 15-16

Refr: Hoe heerlijk is het, Heer, U te prijzen.

Hoe heerlijk is het de Heer te prijzen, uw Naam, Allerhoogste, te loven. Uw goedheid te melden iedere ochtend en heel de nacht door uw trouw.

De vromen schieten als palmbomen op, als Libanon-ceders gedijend; Zij zijn geplant bij het huis van de Heer, zij komen tot bloei in Gods voorhof.

Ook als zij reeds oud zijn dragen zij vruchten, zij blijven sappig en fris. Zij wijzen uit hoe rechtvaardig de Heer is, mijn Rots, in Hem is geen onrecht.



TWEEDE LEZING         1 Kor., 15, 54-58

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte

Broeders en zusters, Wanneer het vergankelijke met onvergankelijkheid is gekleed en het sterfelijke met onsterfelijkheid, dan zal het woord van de Schrift in vervulling gaan: “De dood is verslon­den, de zege is behaald! “Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw angel?" De angel van de dood is de zonde en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij gedankt, die ons de overwinning geeft door Jezus Christus, onze Heer. Daarom geliefde broeders en zusters, weest standvastig en onwankelbaar en gaat altijd voort met het werk des Heren; gij weet toch dat uw inspanning, dank zij Hem, niet vergeefs is.



ALLELUIA         Joh., 14, 23

Alleluia. Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en wij zullen tot hem komen. Alleluia.



EVANGELIE     Lc., 6, 39-45

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor: “Kan soms de ene blinde de andere leiden? Vallen dan niet beiden in de kuil ? De leerling staat niet boven zijn meester; maar hij zal ten volle gevormd zijn als hij is gelijk zijn meester. Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder en waarom slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog ? Hoe kunt ge tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter uit uw oog halen, terwijl ge de balk in uw eigen oog niet opmerkt? Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen die in het oog van uw broeder zit. Er bestaat geen goede boom die zieke vruchten voortbrengt en evenmin een zieke boom die goede vruchten voort­brengt. Een boom immers kent men aan zijn vruchten; men plukt geen vijgen van dorens, men oogst geen druiven van een braamstruik. Een goed mens brengt het goede te voorschijn uit de schat van goedheid in zijn hart; maar een slechte brengt het slechte te voorschijn uit zijn schat van slechtheid; want waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over.





Archief preken