Kies uw kerk

Preek van de week

2025-04-06. Een nieuwe horizon

Preek 5de zondag in de veertigdagentijd 2025, C

          Eerste lezing: Jesaja 43, 16-21
          Tweede lezing: De brief aan de Filippenzen 3, 8-14

          
Evangelie: Johannes 8, 1-11


Dierbare broeders en zusters  Zojuist hebben we mogen luisteren naar het evangelie van de overspelige vrouw. Jezus is in de tempel onderricht aan het geven wanneer Hij door de farizeeën en de Schriftgeleerden onderbroken wordt.

Ze hebben een vrouw meegenomen die betrapt is op overspel. Volgens de wet van Mozes zou zij gestenigd moeten worden, maar ze zijn benieuwd wat Jezus erover te zeggen heeft. De farizeeën en Schriftgeleerden gebruiken dit voorval om Jezus een strik te zetten. Ze willen Jezus op de proef stellen en zien of Hij zich zal houden aan de Joodse wetten of dat Hij iets heel anders zal doen. Jezus voelt haar fijn aan dat het hier gaat om een strikvraag. Immers, ze hoefden met dit voorval niet bij hem te komen. Het was immers duidelijk wat er volgens de wet zou moeten gebeuren. Ze brengen echter ook alleen de vrouw mee naar Jezus. Waar is de man die ook op heterdaad betrapt is? Volgens de wet had ook hij immers gestenigd moeten worden, maar over hem horen we helemaal niets, zelfs niet of hij misschien gevlucht zou zijn.


Jezus lijkt in eerste instantie ook helemaal geen aandacht te besteden aan de vraag die Hem gesteld wordt. Misschien wacht Hij af of ze door zullen gaan met hun plan om te stenigen of dat ze er juist van af zullen zien. Toch blijven ze echter aandringen. Het antwoord van Jezus lijkt enigszins alsof Hij het wat beu is. Hij zegt, “goed, stenig haar dan maar, maar laat degene onder u die zonder zonde is het eerst een steen op haar werpen”. Door deze toevoeging verandert de stemming. Het geschreeuw en de sensatie verdwijnen en het wordt stil. Eén voor één druipen de omstanders af, de oudste het eerst.

Johannes 8, 1-11

Johannes 8, 1-11

Als allen verdwenen zijn, blijft Jezus met de vrouw achter. Het zijn nu niet meer de omstanders die Jezus aanspreken, maar Jezus de vrouw. Jezus zelf is nu degene die het initiatief neemt. “Heeft niemand u veroordeeld” vraagt Hij? “Neen Heer, niemand” antwoordt ze. “Ook Ik veroordeel u niet, maar zondig vanaf nu niet meer”. Jezus opent hiermee voor de ten dode opgeschreven vrouw een nieuwe horizon, een nieuwe weg.

Jezus is degene waarover we in Jesaja in de eerste lezing hoorden. Iemand die nieuwe wegen baant, wegen van hoop en vreugde. Jezus is die nieuwe weg. Hij laat zien dat zonde, duisternis en dood niet het laatste woord hebben. Hij zal het met Pasen nog bekrachtigen door zijn kruisdood en verrijzenis. Wie in Jezus is, mag altijd vooruit kijken, mag opnieuw beginnen en de weg van bevrijding, licht en leven bewandelen.

We horen dit ook terug in de tweede lezing bij Paulus. Paulus die op weg is naar heiligheid, volledige gelijkvormigheid met Christus. En hij meent niet, zoals de Schriftgeleerden en farizeeën misschien al weten , dat hij het al bereikt heeft. Hij houdt dit voornemen wel als vast voor ogen. Paulus, die immers zelf eens een groot christenvervolger was, heeft ook een nieuwe weg mogen beginnen en is zelfs tot apostel geworden. Broeders en zusters, op weg naar Pasen trekken we met Jezus door de woestijn. Hij houdt ons in de houding van de farizeeën en Schriftgeleerden een spiegel voor. Gebruik niet de tekortkomingen van uw naasten als bliksemafleider van uw eigen tekorten, maar stel eerst uzelf onder de barmhartigheid van God. Jezus heeft wat de vrouw gedaan heeft niet goed gepraat, maar haar wel een nieuw perspectief geboden. We mogen hierin het voorbeeld van Sint Paulus voor ogen houden, van de reële hoop in Christus, die ook aan ons telkens een nieuwe horizon biedt, een weg van bevrijding, licht en leven.

          Amen.


Afbeelding: Jezus en de overspelige vrouw

          Schilder: Pieter Aertsen (1507/08 - 1575)
          Techniek: Olieverf op paneel
          Afmetingen: 122 ?? 177 cm
          Datum: 1559

          Te bezichtigen in het Das Städel Museum - Kunstmuseum in Frankfurt, Duitsland

Het Bijbelse verhaal van de overspelige vrouw is in de achtergrond van het schilderij geplaatst. De aandacht gaat daardoor vooral uit naar het markttafereel op de voorgrond. Het hoofdthema op de achtergrond plaatsen is meer bekend op werken van Aertsen.
De marktmensen dragen kleding uit de tijd van de schilder Aertsen zelf. Het tafereel vertoont een marktachtige situatie, waar ze van alles verhandelen: groente, fruit, eieren , brood, potten en gevogelte.
Het groepje rond Jezus draagt kleding waarvan men in de 16e eeuw dacht dat de mensen in de het begin van de jaartelling droeg. Een vrouw die van overspel wordt verdacht wordt door joodse Schriftgeleerden voor Jezus gebracht. Nadat hij geantwoord heeft met "wie zonder zonde is, werpe de eerste steen" vertrekken de Schriftgeleerden. De vrouw blijft achter, en Jezus schrijft weer iets in het zand.

Jesaja 43, 16-21

          De nieuwe uittocht
Zo spreekt de Heer, die een weg baande door de zee, en in machtige wateren een pad, die wagens en paarden en heel de macht van het leger liet uitrukken: nu liggen zij alsof zij nooit meer opstaan, gedoofd en als een vlaspitje uitgegaan. Gedenk niet langer wat vroeger gebeurd is en geef niet al uw aandacht aan wat eens is geschied; zie, Ik ga iets nieuws maken, het is al aan het kiemen, weet u dat niet? Ik ga een weg leggen in de woestijn, en rivieren in het dorre land. Wilde dieren zullen Mij verheerlijken, jakhalzen en struisvogels; want Ik geef water in de woestijn, rivieren in het dorre land, om mijn uitverkoren volk te laven. Het volk dat Ik voor Mij heb gevormd, zal mijn lof verkondigen.

De brief aan de Filippenzen 3, 8-14

          Voortgaan op de ingeslagen weg

Want wij zijn de besnedenen, wij die God aanbidden in de Geest, onze roem zoeken in Christus Jezus en niet op onszelf vertrouwen, hoewel ik met recht en reden op mezelf zou kunnen vertrouwen. Als anderen menen op zichzelf te kunnen vertrouwen, dan ik zeker: ik ben besneden op de achtste dag, ik behoor tot Israëls geslacht, tot de stam Benjamin, ik ben een geboren en getogen Hebreeër; naar de wet ben ik een farizeeër, wat mijn ijver aangaat een vervolger van de kerk, en wat betreft gerechtigheid op grond van de wet ben ik volmaakt. Maar wat winst voor mij was, ben ik omwille van Christus gaan beschouwen als verlies. Sterker nog, ik beschouw alles als verlies, want het kennen van mijn Heer Christus Jezus gaat alles te boven. Om Hem heb ik alles prijsgegeven, en ik beschouw alles als vuilnis als het erom gaat Christus te winnen.

Johannes 8, 1-11

          Een overspelige vrouw
Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgenwas Hij alweer in de tempel en heel het volk stroomde naar Hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen. Nu kwamen de Schriftgeleerden en de farizeeën aanzetten met een vrouw die betrapt was op echtbreuk. Ze brachten haar voor Hem en zeiden: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op echtbreuk. Mozes heeft ons in de wet voorgeschreven zulke vrouwen te stenigen. Hoe staat U daar tegenover?’ Met deze vraag wilden ze Hem op de proef stellen, om te zien of ze een aanklacht tegen Hem konden indienen. Maar Jezus bukte zich om met zijn vinger op de grond* te schrijven. Toen ze op een antwoord bleven aandringen, keek Hij op en zei: ‘Wie van u zonder zonde is, moet dan maar als eerste een steen op haar werpen.’ En weer bukte Hij zich om op de grond te schrijven. Zij echter trokken na die woorden weg, de een na de ander, te beginnen met de oudsten, zodat Hij alleen achterbleef met de vrouw daar vóór Hem. Jezus keek op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze gebleven, vrouw? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Nee Heer, niemand’, antwoordde ze. Waarop Jezus zei: ‘Ik veroordeel u ook niet. Ga nu maar, en zondig vanaf nu niet meer.’

Archief preken