Kies uw kerk

Preek van de week

2025-03-05. Scheur je hart niet je kleren

Preek As-Woensdag, C


          Eerste lezing: Joël 2, 12-18
          Tweede lezing: De tweede brief aan de Korintiërs 5, 20-6, 2
          
Evangelie: Matteüs 6, 1-6. 16-18

"Keer nu terug tot mij met heel je hart en begin te vasten, te treuren en te rouwen. Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart." Met deze krachtige oproep van de profeet Joël beginnen we onze vasten, een belangrijke tijd van bekering, van opgaan naar het feest van Pasen. Meteen ook een moeilijke tijd om in onze Westerse cultuur vorm te geven. Heel het volk moet zich reinigen, zegt de profeet. Niet alleen onze kleren, of onze handen moeten gereinigd worden, maar ons hart en onze gezindheid

‘Scheur uw hart en niet uw kleren’. Het scheuren van kleren was een theatraal gebaar om vooral aan anderen te laten zien hoe diep je bent geraakt. Maar zegt Jezus niet net het tegendeel: ‘Als je vast, was dan je gezicht en wrijf je hoofd met olie in, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent.’ Je hart scheuren is een gebaar van deemoedigheid in diep respect voor het leven, voor de aarde en voor allen die worstelen om overeind te blijven. Je hart scheuren is buigen voor de God van gerechtigheid en smeken om zijn kracht die meer kan dan wij zelf kunnen.

Belangrijk is de invulling: in het verborgene zich keren tot de God van het leven. Daarbij is -denk ik- dat die innerlijke omkeer, wil Hij tot in ons hart geraken, via ons lichaam gebeurt. Wringt niet daar de schoen? Sinds wij in onze Kerk het vasten zijn gaan zien als een veertigdagentijd waarin je omziet naar sociale wantoestanden en het geven van financiële steun. Hierdoor is men los komen staan van de essentie. We gaven namelijk van ons overvloed en niet van ons te kort!

Matteus 6, 1-6. 16-18

Matteus 6, 1-6. 16-18

Ons vasten is daarmee echter voor een groot stuk uitgehold en heeft voor een buitenstaander geen enkel tekenwaarde meer.

Vasten en lichamelijkheid horen denk ik samen te gaan. Het gaat daarbij om veel meer dan een korte lichamelijke zuiveringskuur. Ook dat is mooi meegenomen, want zo brengen we ons lichaam in een waakzame, prettige toestand om ons te openen voor het heilige. Vasten en lichamelijkheid hebben een veel diepere band. Het gaat erom ons lichamelijk open te stellen voor het heilige door te buigen, te knielen, het stil te maken en ons te verdiepen in een gebed.

Via ons lichaam ondervinden we wat er fout loopt in de wereld: het misbruik van moeder aarde, de ontmenselijking die zovelen moeten ondergaan. Dat alles komt via ons lichaam binnen en vraagt om aandacht. Het gaat dus om een totale omkeer zowel naar binnen, als naar buiten.

In het ritueel van Aswoensdag wordt dat mooi uitgedrukt door het verbranden van de oude palmtakken en het ontvangen van een kruisje met de as ervan. Door het ritueel willen we opruiming houden met ons indommelend ik-gerichte leven. Opnieuw mogen we in waakzame aandacht zoeken naar een eerlijk levenspatroon en daarvoor hoeven we onze kleuren niet stuk te scheuren

          U allen een verdiepende veertigdagentijd gewenst.

          Amen

Gravure in CHRISTOPHORUS

Gevonden op: www.beeldmeditaties.nl
          Datum: 1654

Een gravure uit de 17e eeuw. Het is de kerkvader Sint Hiëronymus. Na enige tijd in Rome te hebben doorgebracht als secretaris van de toenmalige paus, trok hij zich terug in de woestijn rond Bethlehem in Palestina. Daar leidde hij het leven van een kluizenaar. Naast vasten en gebed legde hij zich toe op de studie van de Bijbel. Daarop wijst het boek dat we op de afbeelding achter hem zien liggen.

Als kluizenaar bracht hij in praktijk wat we vandaag Jezus horen zeggen. Zo had Jezus het zelf gedaan aan het begin van zijn openbaar leven. Hij had zich teruggetrokken in de woestijn en was het gevecht aangegaan tegen de verleidingen. Als Hiëronymus zich dus terugtrekt als kluizenaar, wil hij de rest van zijn leven stilstaan bij het geheim van die eerste veertig dagen van Jezus’ openbaar leven. We zien hem bijna naakt geknield voor een kruisbeeld. Met de rechterhand klopt hij zich op de borst, symbool van het bekennen van eigen fouten en tekorten. Daarbij ziet hij op naar Jezus aan het kruis, wetend dat hij van daar vergeving en liefde zal ontvangen.

Achter hem op het boek zien we een doodshoofd. Een vast symbool op afbeeldingen van kluizenaars en kluizenaressen. Vandaag ook voor ons heel toepasselijk. Want bij het ontvangen van het askruisje kunnen we te horen hebben gekregen: ‘Gedenk dat je stof bent, en tot stof zult wederkeren.’

Joël 2, 12-18

          Oproep tot bekering
Maar ook nu nog - Godspraak van de Heer: 'Keer u om naar Mij met heel uw hart, vastend, wenend en rouwend.’ Scheur uw hart en niet uw kleren, keer u om tot de Heer uw God, want genadig is Hij en genadig, barmhartig, toegevend en vol liefde, en Hij heeft spijt over het onheil. Wie weet, zal Hij omkeren en krijgt Hij spijt, en laat dan zegen achter zich,  een huldigingsoffer en een plengoffer voor de Heer, uw God! Blaas de bazuin op Sion, kondig een heilige vastentijd af, roep een plechtige bijeenkomst bijeen. Verzamelt het volk, beleg een heilige bijeenkomst, brengt de oudsten samen en verzamelt ook de kinderen en de zuigelingen; laat de bruidegom zijn kamer verlaten en de bruid haar bruidsvertrek. Laat tussen de voorhal en het altaar de priesters, die de dienst van de Heer verrichten, wenen en zeggen: Spaar uw volk, Heer, laat niet met uw erfdeel spotten, laat de heidenen het niet overheersen. Waarom zouden we onder de volken zeggen: Waar blijft hun God? Toen is de Heer voor zijn land opgekomen en heeft Hij zijn volk gespaard.

De tweede brief aan de Korintiërs 5, 20-6, 2

          De dienst van de verzoening

Wij zijn dus gezanten van Christus, alsof God zelf u oproept door ons woord. Wij smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen! Hem die geen zonde heeft gekend, heeft God voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods gerechtigheid zouden worden.
Wij weten immers: als ons aardse huis, een tent, wordt afgebroken, heeft God voor ons een woning die niet door mensenhanden is gemaakt, een eeuwig huis in de hemel.  \Zolang wij in dit lichaam zijn, zuchten wij dan ook, vol verlangen om onze hemelse woning over de andere aan te trekken,

Matteüs 6, 1-6. 16-18

          De Vader ziet in het verborgene
Pas op dat jullie je gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, om door hen gezien te worden. Anders wacht je geen loon bij jullie Vader in de hemel. Dus wanneer je barmhartig bent, loop er dan niet mee te koop, zoals de schijnheiligen dat doen in de synagogen en op straat, om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie, zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je barmhartig bent, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Opdat je barmhartigheid in het verborgene gebeurt, en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen. En wanneer je bidt, wees dan niet als de schijnheiligen, zij staan graag in de synagogen en op de straathoek te bidden, om op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie, ze hebben hun loon al ontvangen. Maar als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, en bid tot je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen.
Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht als de schijnheiligen, want zij vertrekken hun gezicht om met hun vasten op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jij vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht, opdat het bij de mensen niet opvalt dat je vast, maar wel bij je Vader, die in het verborgene is; En je Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Archief preken