Preek van de week

Preek 8^ste zondag van het jaar, C

          Eerste lezing: Jezus Sirach 27, 4-7
          Tweede lezing: 1. Korintiërs 15, 54-58
          Evangelie: Lucas 6, 39-45

Dierbare broeders en zusters, een spreekwoord, een bekend spreekwoord dat misschien wel past bij de lezingen van vandaag luidt: “Verbeter de wereld, begin bij uzelf”. We lezen vandaag in het evangelie verder in de veldrede. De laatste drie zondagen horen we Jezus die zijn leerlingen toespreekt. De leerlingen die hem net zijn begonnen te volgen. En hij legt eigenlijk uit wat het is om hem daadwerkelijk na te volgen.

Twee weken geleden begonnen we met het “Zalig de armen”, de weenende, maar ook het wee van de rijken en die nu lachen. Het ging er toen om, wat doe je met je rijkdom aan bezit, geld, tijd en talenten? Vorige week hoorde we Jezus zeggen: bemin uw naaste, maar bemin ook uw vijanden. Heb uw vijanden lief. Met andere woorden, gebruik een menselijke maat. Haat het kwade, maar blijf met liefde neer zien op de mens. Vandaag lezen we weer een stukje verder. Jezus roept ons vandaag op om eerst te kijken, naar de balk in ons eigen oog, alvorens we naar de splinter in het oog van onze broeder kijken. Met andere woorden, kijk ook naar uzelf en beoordeel uw broeder niet. Of met andere woorden, schort het oordeel op.

We oordelen zo gemakkelijk over de ander. We hoorden het in de eerste lezing al zeggen, in het boek Ecclesiasticus, We mogen niet oordelen naar uiterlijke schijn, maar pas naar wat uit de mens voortkomt. Uit ons hart, uit ons spreken, uit ons doen en laten. Want waar immers het hart vol van is, daar loopt de mond en eigenlijk ons hele wezen van over. Het handelen, het doen en laten van een ander oordelen is zo gemakkelijk. Zeker als we niet kijken naar het handelen van onszelf. Als we namelijk geen oog hebben, blind zijn voor onze eigen tekorten en fouten die we soms maken, zijn we des te harder voor de ander. Kijk maar eens wat de ander verkeerd doet. Kijk vooral naar diegene en niet naar mij. Jezus zegt, “kijkt eerst naar uzelf, naar uw eigen werken, naar alles wat gij zelf doet en probeer eraan te werken, probeer dat goede te doen”. Als je uw eigen zwakheden erkent, dan pas kunt gevaarlijk uw medemens helpen, omdat je met veel meer mildheid naar hen omziet.

Broeders en zusters, we mogen de oproep van Paulus in de tweede lezing navolgen en doorgaan met het goede werk dat we al begonnen zijn. Mogen we allen goede vruchten voortbrengen en daar waar nodig erkennen dat sommige van die vruchten die we voortbrengen misschien beter hadden kunnen zijn. Mogen we de vruchten van onze medemens na waarde schatten en niet op voorhand al veroordelen. Zo mogen we Jezus navolgen en blijven bouwen aan een vredige toekomst. Als mensen samen onderweg naar de hoop die op ons wacht.

          Amen

Jezus Sirach 27, 4-7

          Gevaren van de handel
Als men een zeef schudt, blijft het afval liggen: zo is de kwalijke kant van een mens in zijn berekening te vinden. Het vaatwerk van de pottenbakker wordt in de oven beproefd: zo toetst men een mens aan zijn berekening. De vrucht van de boom laat het werk van de kweker zien: zo toont de berekening de plannen in het hart van een mens. Vóór de berekening moet je een mens niet prijzen, want daarin wordt de mens op de proef gesteld.

1. Korintiërs 15, 54-58

          De opstanding van de doden
En wanneer dit vergankelijke met onvergankelijkheid is bekleed en dit sterfelijke met onsterfelijkheid, dan zal het woord van de Schrift in vervulling gaan: De dood is verslonden, de overwinning is behaald! Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel? De angel van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij dank: Hij geeft ons de overwinning door onze Heer Jezus Christus. Daarom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar, aldoor druk bezig met het werk van de Heer; u weet toch dat uw inspanning dankzij Hem niet vergeefs is.

Lucas 6, 39-45

          Toespraak tot de leerlingen en het volk
Verder zei Hij tegen hen in beeldspraak: ‘Kan de ene blinde een gids zijn voor de andere? Dan vallen ze toch samen in een kuil? Een leerling staat niet boven zijn leermeester; iemand die volleerd is zal als zijn leermeester zijn. Wat kijk je naar de splinter in het oog van een ander terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen een ander zeggen: “Vriend, laat me de splinter weghalen die in je oog zit”?, terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Schijnheilige, haal eerst de balk uit je eigen oog; pas dan zie je scherp genoeg om de splinter weg te halen die in het oog van de ander zit. Er is geen mooie boom die zieke vruchten draagt, en evenmin een zieke boom die mooie vruchten draagt. Want iedere boom is herkenbaar aan zijn eigen vruchten. Van een doornstruik plukt men geen vijgen en van een braamstruik oogst men geen druiven. Een goed mens haalt uit de voorraad van zijn goede hart het goede tevoorschijn, en een slecht mens uit zijn slechte hart het slechte; want waar iemands hart vol van is, daarvan spreekt zijn mond.