Preek 31ste zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Deuteronomium 6, 2-6
Tweede lezing: Hebreeën 7, 23-28
Evangelie: Marcus 12, 28-34
Tegen het einde van het kerkelijk jaar probeert de liturgie samen te vatten waar het in zo'n jaar om gaat zoals Wat is wijsheid? Wat is vrede? Wat is rijkdom? In de eerste lezing noemt Mozes nog eens de geboden of richtlijnen die ons hebben geholpen om waarlijk volk van God te mogen zijn. Jezus vat in het evangelie deze leefregels samen: Gij zult de Heer uw God beminnen en heb je naaste lief als jezelf.
De zondagen door het jaar proberen ons bij de les te houden: wat betekent ons geloof bij ons doen en laten in het leven van alledag? Wat betekent het voor ons omgaan met elkaar als gezin, op school of op het werk? Putten wij geestdrift uit ons samenkomen op zondag als we de idealen en de levenskeuzes van Jezus gedenken? Want het leven van niemand verloopt over rechte paden, overal liggen struikelstenen. Je moet keuzes maken en soms vuile handen
We zijn dagelijks met heel veel dingen bezig. Als we alleen al kijken welke afspraken we op de kalender hebben staan of in onze agenda. We hebben heel wat aan ons hoofd. En je loopt dan het risico, dat je jezelf verliest in bijkomstigheden. Je wordt geleefd zeggen we dan.
Op zo'n moment kan de vraag naar boven komen die de Schriftgeleerde stelt in het evangelie van vandaag: Wat is het voornaamste gebod. Je zou ook kunnen zeggen: waar gaat het nu eigenlijk om? Waar komt het op aan? Wat is het belangrijkste in het leven? Waar moet je voor kiezen?
Jezus begint zijn antwoord met: 'Hoor Israël'. En daarmee brengt hij ons bij het hart van Israëls geloof. 'Horen' betekent immers: 'Open staan', 'aandacht hebben', 'stemmen van anderen toelaten' enz. Israël heeft altijd geweten, dat je alleen maar kunt geloven als je een open geest hebt. Als je niet hoort, als je geen open geest hebt, dan versta je ook Gods stem niet, dan hoor je alleen maar jezelf en blijf je doof voor alles wat het leven vraagt. En je zegt wat je zelf denkt en vindt dat ook God dat wil om daarmee je eigen gelijk te bevestigen. Dan word je hard en eigengereid.
In deze dagen vieren we het feest vieren van Allerheiligen en Allerzielen, die ontelbaar velen, die ons zijn voorgegaan. Mensen die ons lief waren. Bij het sterven komt altijd de vraag naar boven: Hoe was mijn leven? Heb ik mijn naasten liefgehad? Heb ik gehoord wat er bij hen leefde?
Ik vind het altijd fijn, wanneer bij een overlijden de naaste familie begint te vertellen over de overledene. Je hoort dan hoe men met elkaar heeft geleefd in goede en kwade dagen. Je hoort hoe het soms moeizaam was om samen verder te gaan, hoe men elkaar heeft gedragen en soms ook heeft laten vallen: hoe mensen kracht vonden om op te staan en weer van het leven te genieten.
Wanneer mensen zo in alle openheid met elkaar bezig zijn, dan proef je wat het betekent om elkaars naaste te zijn bij lief en leed in goede en kwade dagen. Jezus zegt: als je zo leeft dan ben je niet ver af van het Koninkrijk Gods.
Amen
Schilder: Rembrandt Harmensz. van Rijn (ca. 1606 - 1669)
Techniek: Olie op canvas
Datum: 1659
Afmetingen geheel schilderij: 168.5 bij 136.5 cm (h , b)
Te bewonderen in Gemäldegalerie, Berlijn, Duitsland
Het naleven van geboden
Mozes sprak tot het volk en zei: “Vrees God heel uw leven, met uw kinderen en kleinkinderen. Vrees God door al zijn voorschriften en geboden na te komen die ik u opleg. Dan zult u lang blijven leven. 3Luister Israël, en volbreng ze nauwgezet. Dan zult u gelukkig zijn en talrijk worden in het land dat overvloeit van melk en honing, dat de heer, de God van uw vaderen, u heeft beloofd. 4Luister Israël! De heer is onze God, de heer is de Enige. 5U zult de heer uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten. 6De geboden die ik u vandaag voorschrijf, moet u in uw hart prenten.”
Jezus en Melchisedek
Broeders en zusters, in het eerste verbond moesten vele priesters elkaar opvolgen, omdat de dood hun belette in functie te blijven; maar zijn priesterschap is onvervreemdbaar, omdat Hij in eeuwigheid blijft. Daarom is Hij ook in staat om hen, die door zijn tussenkomst tot God naderen, voor altijd te redden, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten. Zo’n hogepriester hadden wij ook nodig: een die heilig is, schuldeloos, onbesmet, afgescheiden van de zondaars, en hoog verheven boven de hemelen; Hij hoeft ook niet, zoals de hogepriesters, elke dag opnieuw eerst voor zijn eigen zonden offers op te dragen en daarna voor die van het volk, want dit heeft Hij eens en voorgoed gedaan, toen Hij zichzelf offerde. De wet stelt als hogepriester mensen aan, die met zwakheid behept zijn; maar de eed, die uitgesproken is na de wetgeving, wijst de Zoon aan, die volmaakt is in eeuwigheid.
Vragen aan jezus
Toen iemand van de Schriftgeleerden hen had horen redeneren en zag dat Hij hun een juist antwoord had gegeven, ging hij Hem vragen: ‘Wat is het allereerste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het eerste is dit: Luister Israël, de Heer onze God is de enige Heer; u zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel, met heel uw verstand en met heel uw kracht. Het tweede is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze twee, is er niet.’ De Schriftgeleerde zei Hem: ‘Juist, Meester, terecht zegt U: Hij is de Enige en er is geen ander dan Hij. Hem liefhebben met heel ons hart en heel ons inzicht en heel onze kracht en onze naaste liefhebben als onszelf is veel meer dan alle brand- en slachtoffers.’ Toen Jezus zag dat hij met begrip antwoordde, zei Hij tegen hem: ‘U staat niet ver van het koninkrijk van God.’ Niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal