Kies uw kerk

Preek van de week

2024-10-20. Dienstbaarheid kent geen grenzen

Preek 29ste zondag van het jaar, B

          Eerste lezing: Jesaja 53, 10-11
          Tweede lezing: Hebreeën 4, 14-16
          
Evangelie: Marcus 10, 35-45

Beste mede christenen, Ons leven is meer dan hebben. Meer dan onze bankrekening. Het is meer dan onze ontspanning. Of de duur van onze vakantie. Het is iedereen natuurlijk van harte gegund dat het ons goed gaat. Wij mogen trouwens dankbaar zijn om alle welvaart waarvan we kunnen genieten. In deze tijd is dat voor verschillende landen aan het verschuiven. Maar welvaart alleen maakt het leven nog niet waardevol en de moeite waard. Ons leven wordt pas echt goed als we leven met en voor de ander. Belangrijk is wie we kunnen zijn om andermans leven goed te maken.

Onze vriendschap, onze liefde maken het leven van anderen goed. En we krijgen er veel voor terug. Want leven is geen eenrichting verkeer. Er is altijd iets van wederkerigheid. Het is geven en ontvangen, luisteren en spreken, horen en gehoord worden. Onze paus maakt op het moment als het ware voor heel de wereld een training door die ons kan leren te luisteren zonder een vooroordeel. Gewoon om te horen wat in mensen omgaat. Want leven gaat verder dan onze eigen voordeur.


 Wij hebben een wereldmissie. Ons geven en ons leven heeft wereldwijde betekenis. Natuurlijk soms zijn er goede doelen zoals nu vijf-vijf-vijf waar mensen van zeggen ja maar ik wil wel weten wie mijn geld krijgt en waar het naartoe gaat. Dat is misschien terecht. Ook al denk ik dat juist deze instellingen daar wel secuur naar kijken. En de mensen die het nodig hebben, hebben ook het recht op geluk, gezondheid, vrede. Een normaal leven.

Want echte dienstbaarheid kent geen grenzen. Ons leven mag bevrijding uitstralen in woorden maar ook in daden. Het is onze missie om anderen van dienst te zijn. Wij mogen geven om onszelf een beter mens te voelen. Maar eigenlijk is de diepste reden van ons leven om te lijken op Jezus. En Jezus is, voor iedereen van ons, eigenlijk toch tot het uiterste gegaan.

Marcus 10, 35-45

Marcus 10, 35-45

          Amen

Afbeelding: Vraag van Johannes en Jacobus

          Afbeelding uit: 990
          Voor meer info : www.beeldmeditaties.nl/


De kunstenaar maakt er een zorgvuldige compositie van. In het midden, staande op de hoogste steen, rijst Jezus boven de anderen uit. Hij wendt zich naar de twee leerlingen met hun moeder. Rechts, aan Jezus’ linkerhand, de overige leerlingen, dicht opeen. Tot onze verbazing zijn het er niet tien, maar elf. Zou de kunstenaar dit gedaan hebben vanuit een retrospectief? Later, als na Jezus’ heengaan Judas is vervangen door Matthias, zal Paulus er nog bij komen. Hij wordt de dertiende apostel genoemd.

Jezus wendt zich tot de moeder en de zonen aan zijn rechter zijde. Moederskindjes zijn het. Nog niet uitgegroeid tot het volwassen formaat van de anderen. De handen van moeder geven de gebedshouding weer. Maar ze zijn zo geplaatst dat moeders linkerhand met zachte drang het groene jongetje naar voren lijkt te duwen. Terwijl haar rechterhand zich precies boven het hoofd van het andere jongetje bevindt: ze houdt hem letterlijk de hand boven het hoofd.

Jezus is de centrale figuur. Hij torent er boven uit. Hij is de enige met een heiligenkransje rond zijn hoofd. Het vertoont al een kruis. En dat is waarover Hij spreekt: dat Hij zijn leven zal geven, straks in Jeruzalem. Zouden daar die stadjes naar verwijzen? Het zijn nagenoeg identieke burchten, min of meer in spiegelbeeld weergegeven. Is dat een aanduiding van de plek waar Jezus straks zijn leven zal geven?

Jesaja 53, 10-11

          De dienaar van de Heer
Maar het heeft de Heer behaagd hem ziek te maken en te breken. Waarlijk, hij heeft zichzelf tot een zoenoffer gemaakt hij zal zijn nakomelingen mogen zien, en lang blijven leven; en wat de Heer behaagt zal door zijn hand slagen. Vanwege het doorstane lijden zal hij het licht mogen zien en met kennis verzadigd worden. Mijn dienstknecht zal zich een rechtvaardige tonen voor velen, hun zonden laadt hij op zich.

Hebreeën 4, 14-16

          Jezus, onze hogepriester

Nu wij een verheven hogepriester hebben, een die de hemelse sferen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten wij vasthouden aan onze belijdenis. Want wij hebben een hogepriester die in staat is om mee te voelen met onze zwakheden; Hij werd zelf op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals wij, afgezien dan van de zonde. Laten wij daarom vrijmoedig naderen tot de troon van Gods genade, om barmhartigheid en genade te vinden en zo hulp te krijgen op de juiste tijd.

Marcus 10, 35-45

         Onderricht aan de twaalf apart
Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, kwamen bij Hem: ‘Meester, we willen U vragen iets voor ons te doen.’ Hij vroeg hun: ‘Wat wil je dan dat Ik voor jullie doe?’ Ze zeiden Hem: ‘Dat een van ons rechts en de ander links van U mag zitten, als U in uw heerlijkheid gekomen bent.’ Maar Jezus zei hun: ‘Je weet niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die Ik drink, of gedoopt worden met de doop waarmee Ik gedoopt word?’ Ze zeiden Hem: ‘Ja, dat kunnen wij.’ Jezus zei hun: ‘De beker die Ik drink, die zullen jullie drinken, en met de doop waarmee Ik gedoopt word, daarmee zullen jullie gedoopt worden, maar rechts of links van Mij zitten - het is niet aan Mij om dat te vergeven. Dat wordt gegeven aan hen voor wie dat is weggelegd.’ Toen de tien dat hoorden, ergerden ze zich aan Jakobus en Johannes. Daarop riep Jezus hen bij zich en zei: ‘Jullie weten dat de erkende leiders van de volken heerschappij voeren over hen, en dat hun grote mannen hun gezag laten gelden. Maar zo is het onder jullie zeker niet. Wie daarentegen groot wil worden onder jullie, moet jullie dienaar zijn; wie onder jullie eerste wil zijn, moet slaaf van allen zijn. Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’

Archief preken