Kies uw kerk

Preek van de week

2024-10-06. Door God is het zo bedoeld

Preek 27e zondag van het jaar, B

          Eerste lezing: Genesis 2, 18-24
          Tweede lezing: Brief aan de Hebreeën 2, 9-11
          
Evangelie: Marcus 10, 2-16

Het is een van de mooiste verhalen: dat van Adam en Eva. Het brengt aan het licht, dat mens-zijn per definitie medemens-zijn is. Alleen zijn we nergens. God heeft de mens, Adam, geschapen, maar Hij ziet dat de mens niet echt gelukkig is. Er ontbreekt iets wezenlijks. Dan krijgt God een idee. Het is de eerste keer dat er een gedachte bij God op komt. Hij denkt: 'Het is niet goed dat de mens alleen blijft.' En Hij ontvouwt een plan van aanpak tegen eenzaamheid.

Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek zegt ongeveer de helft van de inwoners van Nederland zich wel eens eenzaam te voelen en één op de zeven daarvan noemt hun eenzaamheid ernstig. Onder hen zijn veel ouderen, mensen van boven de 75 jaar. Ze hebben vaak hun partner, buren en vrienden begraven en staan tamelijk alleen in de wereld. Maar onder jongeren komt het evengoed voor. Het aantal jongeren dat kampt met depressieve gevoelens vanwege eenzaamheid is nog nooit zo hoog geweest als de laatste jaren. Dit gegeven maakt die eerste gedachte van God actueel: 'Het is niet goed, dat de mens alleen is!'

Het verhaal gaat verder met een poging om de eenzaamheid te bestrijden. De mens krijgt gezelschap van dieren. Een poes, of misschien wel twee poezen, of drie. Een parkiet, of een hele kooi vol kanaries. Een duiventil... Een papagaai bij ons in de wijk hoor ik er regelmatig eentje roepen en fluiten. Misschien een konijntje om te aaien of een cavia. Een hond om mee te wandelen, een die je vrolijk verwelkomt als je thuis komt. Het baasje is er blij mee, maar het baasje blijft toch eenzaam, want hij heerst over de dieren en heersen redt je niet uit eenzaamheid. Hij mag ze namen geven; hij heeft er een band mee, hij wil ze kennen. De dieren kunnen trouw zijn, hondstrouw, maar ze voelen niet dezelfde pijn of dezelfde vreugde. De dieren staan ónder de mens. Je kunt zielsveel van ze houden en er een band mee hebben, maar je communiceert er niet echt mee.

Marcus 10, 2-16

Marcus 10, 2-16

De bijbel zegt kort en krachtig: ze zijn niet iemand 'tegenover de mens'; ze kunnen nooit je wederhelft worden. Ze bieden geen weerwoord. En dat is toch wat de mens zoekt, om niet alleen te zijn. Ik hoor het mensen wel eens zeggen die weduwnaar of weduwe zijn geworden: ik heb wel lieve kinderen, en ze komen bijna elke week, en ik ben heel erg gelukkig met ze, maar dat is niet hetzelfde. Ze vervangen niet mijn man.

Het verhaal van de eerste man en de eerste vrouw gaat eigenlijk over verliefdheid. De Hebreeuwse nomade verbaasde zich erover, dat een wildvreemde jongen een wildvreemd meisje tegen komt, en dat er dan ineens een vonk overspringt. Ze voelen zich tot elkaar aangetrokken. Dat is toch iets wonderlijks; ze ervaren het als een geschenk uit de hemel. Ze ervaren een band die nog sterker is dan die met hun eigen vader en moeder. En ze vergeten dat ze beloofd hebben om tegen twaalf uur thuis te zijn. Ze maken stuntelig duidelijk dat ze dit jaar niet meer met pappa en mamma op vakantie willen. Ze trekken broeken en shirts aan, die ineens helemaal niet meer volgens de smaak van het gezin zijn, want ze willen elders in de smaak vallen. Hun bloedverwanten lijken heel ver weg.

Nu moet u weten dat de Hebreeën niet over 'bloedverwanten' spraken. Hun taal kent daarvoor de uitdrukking: 'been-verwanten' of 'vlees-verwanten'. En omdat ze dat intense wonder van die geheime aantrekkingskracht tussen twee jonge mensen zien als de wil van de Schepper, daarom wordt Eva geschapen uit de rib van Adam. Als Adam wakker wordt, met zijn ogen knippert en Eva aan zijn zijde ziet liggen, dan roept hij verrukt uit: "Eindelijk vlees van mijn vlees en been van mijn gebeente!" Het Nederlands zou zeggen: 'mij uit het hart gegrepen! En het verhaal besluit met de conclusie: het is daarom, dat de jonge kerel en de jonge meid hun vader en moeder verlaten, en zich aan elkaar hechten, en één worden; want de geschiedenis gaat niet achteruit maar voorwaarts. Ze bouwen hun eigen nest.

Je kunt rond het huwelijk allerlei vragen stellen. Mag iemand die gescheiden is, opnieuw trouwen? Mag iemand trouwen met iemand van het eigen geslacht? Het zijn vragen die de samenleving bezighoudt. Jezus ging de vragen die er in zijn tijd leefden niet uit de weg. Ook de kerk moet meedoen aan de maatschappelijke discussie over de grote ethische kwesties. Dat deed Jezus ook, maar nooit dogmatisch. De eigen inbreng van hem was steeds deze, dat hij altijd opkwam voor de zwakste partij. "Mag een man zijn vrouw verstoten?", vraagt men hem. Jezus zou een wedervraag stellen: 'Heb je ernaar gekeken hoe het de vrouw daarbij vergaat?' 'Kan een mens zijn huwelijk beëindigen?" vraagt men Hem. Jezus zou doorvragen: 'Heb je aan de kinderen gedacht?" Daarom is het zo mooi dat het Evangelie daar mee besluit: met die liefdevolle aandacht van Jezus voor kinderen.

Het maakt ons duidelijk, dat dát onze zorg moet zijn: dat we de vragen altijd met mededogen voor de zwakste partij benaderen. Wie dreigen slachtoffer te worden? Zij verdienen onze aandacht. Ook daar staat voorop, die eerste gedachte van de schepper: “Het is niet goed, dat de mens alleen blijft!”


          Amen

Afbeelding: Christ with Children

          Schilder: Joachim Wtewael  (Utewaal) (1566 - 1638)
          Techniek: Olieverf op paneel
          Afmetingen: 86 x 114,5 cm
          Datum: 1621
          Te bewonderen in: Hermitage, Sint-Petersburg, Rusland

Op een plein vol met oude gebouwen en versierd met een Romeinse zuil, zien we de Heer met achter hem apostelen en gezinnen met hun kinderen. Christus houdt een kind in zijn armen.

Genesis 2, 18-24

          De tuin van Eden
De Heer God sprak: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past.’ Toen boetseerde de Heer God uit de aarde alle dieren op het land en alle vogels van de lucht, en bracht die bij de mens, om te zien hoe hij ze zou noemen: zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten. De mens gaf dus namen aan alle tamme dieren en aan alle vogels van de lucht, en aan al de wilde beesten; maar een hulp die bij hem paste vond de mens niet. Toen liet de Heer God de mens in een diepe slaap vallen; en terwijl hij sliep, nam Hij één van zijn ribben weg en zette er vlees voor in de plaats. En de Heer God vormde de rib die Hij uit de mens had weggenomen tot een vrouw, en bracht haar naar de mens. Toen zei de mens:
      ‘Eindelijk, dit is been van mijn gebeente
       en vlees van mijn vlees!
       Mannin zal zij heten,
       want uit een man is zij genomen.’
Daarom zal een mens zijn vader en zijn moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één zijn.

Brief aan de Hebreeën 2, 9-11

          Broeder van de mensen

Maar wel zien we hoe Jezus, die voor korte tijd beneden de engelen was gesteld, met luister en eer gekroond is, omdat Hij de dood heeft doorstaan. Door Gods genade kwam zijn sterven aan allen ten goede. Het was passend dat God, einde en oorsprong van alles, indien Hij vele kinderen de heerlijkheid wilde binnenleiden, ook de leidsman van hun redding door lijden tot de voleinding bracht. Want Hij die heiligt en zij die geheiligd worden hebben allen één Oorsprong; daarom schrikt Hij er ook niet voor terug om hen zijn broeders te noemen.

Marcus 10, 2-16

          Echtscheiding
Er kwamen farizeeën op Hem af met de vraag of een man zijn vrouw mag verstoten; ze wilden Hem op de proef stellen. Hij gaf hun ten antwoord: ‘Wat heeft Mozes u voorgeschreven?’ Ze zeiden: ‘Mozes heeft toegestaan een scheidingsakte te schrijven en haar dan te verstoten.’ Daarop zei Jezus hun: ‘Omdat u verstokt van hart bent, heeft Mozes u dat voorgeschreven. Maar vanaf het begin van de schepping heeft Hij hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt. Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één zijn. Ze zijn dus niet meer twee, maar één. Dus: wat God heeft verbonden, moet de mens niet scheiden.’ Thuisgekomen vroegen de leerlingen Hem opnieuw hierover. Hij zei hun: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt echtbreuk tegenover haar, en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk.
          Binnengaan in het koninkrijk van God
Ze brachten kinderen bij Hem met de bedoeling dat Hij hen zou aanraken. Maar de leerlingen wezen hen terecht. Toen Jezus dat zag, werd Hij verontwaardigd: ‘Laat die kinderen bij Me komen, en houd hen niet tegen, want van zulke kinderen is het koninkrijk van God. Ik verzeker jullie, wie het koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, komt er beslist niet in.’ Hij omarmde hen en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde.

Archief preken