Kies uw kerk

Preek van de week

2024-09-22. Een luisterende stilte

Preek 25ste zondag van het jaar, B

          Eerste lezing: Wijsheid 2, 12. 17-20
          Tweede lezing: Jakobus 3,16-4, 3
          
Evangelie: Marcus 9, 30-37

Hebt u het ook al eens meegemaakt dat u samenzit en een vriendin, of vriend vertelt plotsklaps dat hij bij de dokter is geweest. Hij vertelt dat de dokter gezegd heeft dat hij ‘terminaal’ is. Het nieuws valt in als een bom. Algehele verbijstering. Het wordt stil…
Een uitspraak als ‘terminaal’, kan veel te weeg brengen in het oor van de luisteraar. Met enkele goedbedoelde maar nietszeggende opmerkingen, probeert deze wanhopig nabij te zijn. Eigenlijk zit iedereen een beetje in de knoop. Hoe kan en mag ik reageren? ‘Op welke wijze kan ik jou het beste steun bieden’, is een gedachte die op kan komen.


Ik gebruik dit als voorbeeld omdat het zo sterk lijkt op wat het evangelie van vandaag ons aanreikt. Elke vergelijking loopt mank, maar toch. Ook hier brengt Jezus –voor de tweede keer al– het slechte nieuws dat hij gemarteld en geëxecuteerd zal worden, weliswaar met de positieve ondertoon van zijn verrijzenis.

En net als uit mijn voorbeeld van daarnet, durven ook de leerlingen Jezus er niet op aan te spreken. “Ze schrokken ervoor terug hem te ondervragen”, staat er letterlijk in de tekst. De reactie van de leerlingen op Jezus’ uitspraken is er een van onbegrip, ze verstaan het gewoon niet. Ze zijn veeleer bezig met de vraag wie van hen de macht krijgt. Ze hebben, met andere woorden, een stevige woordenwisseling gehad over wie de grootste is, terwijl ze vergeten dat hun meester lijdt! Misschien kunnen ze, net als wij, het zich ook niet indenken, voorstellen.

Het is een levensbedreigende boodschap, ondanks de toezegging van de verrijzenis. De enige uitweg is dan een eigen houvast te zoeken, de situatie te controleren, de macht te hebben. Een houding die uiteindelijk een valse zekerheid biedt, zo zal blijken.

Marcus 10, 17-30

Marcus 10, 17-30

We mogen ons nu echter eerst afvragen waarom precies de leerlingen Jezus niet begrijpen en waarom ze niet durven in te gaan, op de voorspelling van zijn lijden en sterven? Het antwoord is, tegelijk simpel en ingewikkeld: omdat de aangekondigde terechtstelling van Jezus de onontkoombare vraag oproept waar we tot op vandaag als gelovigen nog altijd mee worstelen.


Die vraag is: hoe kan God het toelaten dat zo’n ingoed mens als Jezus, Zíjn rechtvaardige, Zíjn geliefde Zoon op zo’n manier aan zijn einde komt? Laten we het algemener stellen, ook voor vandaag geldt: Waarom laat God toe dat het kwaad goede mensen treft?

Jezus maakt van de gelegenheid gebruik om de juiste houding van die roeping te verwoorden. Het geheim van zijn leven, het mysterie van zijn zending waartoe ook wij worden uitgenodigd: ‘Je bent pas groot als je dient en niet als je heerst’. Grootheid wordt niet afgemeten aan prestige, macht en succes, maar aan wat je echt betekent voor de kwetsbare medemens.

Kwetsbare mensen zijn altijd onder ons. Mensen die ernstig ziek zijn, mensen die hulp nodig hebben, mensen die even gekend en gezien willen worden. Ons mooiste antwoord aan hen is: durf ik zelf kwetsbaar te zijn, te worden, door écht te luisteren met wie nog kwetsbaarder is dan ik? Als dan woorden ontbreken, volstaat een arm en een luisterende stilte

          Amen

Afbeelding: Christus toont een Kind als het embleem van de Hemel

          Schilder: Benjamin West (Engels) (1738-1820 )
          Techniek: Olieverf op canvas
          Datum: 1790
          Afmeting: 70 x 50,5 cm
          Gallery: Privé bezit

Wijsheid 2, 12. 17-20

          Verdrukking van de rechtvaardige
Laten wij de rechtschapene belagen, want hij is ons tot last en hij verzet zich tegen wat wij doen. Hij verwijt ons overtredingen van de Wet en hij beschuldigt ons ervan dat wij afwijken van wat wij geleerd hebben.
Wij willen wel eens zien of zijn woorden waar zijn en ons overtuigen van wat er bij zijn heengaan gebeurt. Want als de rechtvaardige een zoon van God is, dan zal die het voor hem opnemen en hem redden uit de hand van zijn tegenstanders. Laten wij hem maar eens op de proef stellen met niets ontziende folteringen, om zijn zachtmoedigheid te leren kennen en zijn geduld te toetsen. Laten wij hem veroordelen tot een vernederende dood: er wordt toch over hem gewaakt, zoals hij beweert.’

Jakobus 3, 16-4, 3

          De wijsheid van boven

Broeders en zusters, waar jaloezie en eerzucht heersen, daar treft men ook onrust en allerlei minderwaardige praktijken aan. De wijsheid van boven is vóór alles zuiver, maar ook vredelievend, vriendelijk, altijd voor rede vatbaar, rijk aan barmhartigheid en aan vruchten van goede werken, onpartijdig en oprecht. De vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten.
Waar komen bij u die vechtpartijen en ruzies uit voort? Toch alleen uit uw eigen hartstochten, die u niet met rust laten? U begeert wat u niet hebt. U moordt en u zet uw zinnen op wat u niet kunt krijgen. Dan gaat u vechten en strijden. U hebt niets, omdat u niet bidt.
En als u bidt, krijgt u niets, omdat u verkeerd bidt, met de bedoeling namelijk om wat u krijgt, uit te geven voor uw eigen hartstochten.

Marcus 9, 30-37

          Onderricht aan de leerlingen
Jezus en zijn leerlingen gingen weg en trokken door Galilea. Hij wilde niet dat iemand het te weten kwam, want Hij was bezig met onderricht aan zijn leerlingen. Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd en valt in de handen van mensen. Ze zullen Hem doden, en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan.’ Ze begrepen dat woord niet, maar ze durfden Hem er ook niets over te vragen. Ze kwamen in Kafarnaüm. Thuis vroeg Hij hun: ‘Waar hadden jullie het onderweg toch over?’ Maar ze zwegen, want ze hadden onderweg ruzie gehad over de vraag wie de grootste was. Hij ging zitten, riep de twaalf en zei hun: ‘Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen zijn en de dienaar van allen.’ Hij haalde er een kind bij, zette het in hun midden, sloeg er zijn armen omheen en zei tegen hen: ‘Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.’

Archief preken