Preek 21ste zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Jozua 24, 1-2a. 15-17. 18b
Tweede lezing: De brief aan de Efeziërs 5, 21-32
Evangelie: Johannes 6, 60-69
Beste medechristenen, veel van Jezus' leerlingen hebben het moeilijk met zijn woorden. Maar ik denk dat wij het ook moeilijk hebben met de tweede lezing. Want de tweede lezing is eigenlijk een soort anachronisme. Een lezing uit een andere tijd. Die je niet op dezelfde manier kunt overplaatsen naar onze tijd. Ook al is nu juist dit weekend in Afghanistan afgesproken dat vrouwen hun gezicht helemaal moeten bedekken en niet mogen praten in het openbaar, niet mogen zingen in het openbaar. Dus die mentaliteit waaruit Paulus hier schrijft, die is er nog steeds. En in de wereld van het Oosten is dat ook zo gek nog niet. Wij denken dat we geëvalueerd zijn tot een ander soort mensbeeld. Wij willen er vooral naar streven dat wij man en vrouw gelijk zijn. Met op de achtergrond alweer een hele nieuwe dimensie precies ontstaan in deze eeuw. Waar ook de transgenders natuurlijk hun identiteit opeisen.
Maar als we terugkomen op de eerste lezing van Joshua die zijn volk laat kiezen en op de lezing van het evangelie dan worden we toch stevig aan de tand gevoeld. Veel van Jezus' leerlingen hebben het moeilijk met zijn woorden ‘dat hij het levend brood’ is en dat Hij ‘uit de hemel is neergedaald’ dat ze hem daardoor niet langer willen volgen. Daarop vraagt Jezus aan zijn apostelen Wilt ook gij soms weggaan? Opvallend daarbij is dat hij geen enkele moeite doet om druk op hun uit te oefenen. Het is aan hen om die beslissing te nemen of ze hem willen blijven volgen of niet. En daarmee weten we met zekerheid dat geloven geen dwangmatige plicht is die ons door God wordt opgelegd maar geloven is een vrije keuze. Misschien wel de belangrijkste keuze in heel ons leven. Immers keuzes maken gebeurt veelvuldig. Dat we ons misschien zelfs vaak niet eens ervan bewust zijn. Het begon al in de kindertijd met de vraag wat word ik later? Wat ga ik doen? Studeren of niet studeren?
En als we gekozen hadden moesten we de richting ook nog bepalen. Wat studeer ik? Wat wil ik worden? Eens volwassen worden die keuzes pas echt beslissend. Want ze zoeken een antwoord op vragen als Wie wordt mijn partner? Willen wij trouwen? Willen wij kinderen of niet? Verhuizen wij of blijven wij hier wonen? Blijven wij bij elkaar? Eindeloos veel keuzes moeten we dus maken gedurende het leven. Tegenwoordig misschien wel veel meer dan vroeger. Want doordat die vaste dwang van de menigte eraf is worden ook door veel meer mensen heel veel keuzes naar de mensen zelf gestuurd. En vandaag verandert de wereld en de maatschappij misschien wel elke dag. En zijn er hele andere waarden ontstaan dan vroeger. Zo anders dat wij er soms moe van worden. En dat we geen uitkomst meer zien. Omdat we echt niet weten wat we moeten kiezen.
Johannes 6, 60-69
Het is dus niet verwonderlijk dat Jezus ook aan ons die vraag stelt of we misschien wel willen weggaan. Of ook wij hem los willen laten dus zoals zoveel van zijn leerlingen deden en zoals er nog veel meer mensen vandaag doen. Soms misschien wel ongemerkt. Want zoals vroeger mensen meedreven op de stroom van erbij willen horen zo drijven ze misschien nu wel mee op de stroom om er niet bewust voor uit te komen. Dat ze er eigenlijk misschien toch wel bij willen horen. Het zou goed zijn als wij ons het antwoord van Petrus eigen zouden maken. In elk geval ons daaraan spiegelen. Heer, naar wie zouden wij gaan? Want Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. Hebben wij ook niet iets ervaren van die intense diepte die het evangelie heeft? En zeker als je het leeft dat je op bepaalde momenten die uitzichtloos zijn of die zo vreugdevol zijn dat je ze dieper beleven kunt en dieper kunt delen met anderen. Het zijn zo'n mooie woorden van Petrus “Heer naar wie zouden wij gaan? Gij alleen hebt woorden van eeuwig leven”. En dat eeuwige leven is een leven van liefde en vrede. Een leven dat mensen eigenwaarde geeft en ons mensen ook gelukkig maakt. Meer dan ooit is dat misschien vandaag een waarde die door oorlog en vrede heen een nieuwe kans biedt aan deze wereld. Laten we dus meegaan met Petrus Jezus tegemoet. Hij deed het ook met vallen en opstaan.
En dat alles met een hart dat echt van Jezus hield.
Amen
Schilder: Christoph Thomas Scheffler (1699 - 1756)
Techniek: Plafondschildering
Te bewonderen in Sint-Paulinuskerk, Trier, Duitsland.
Voor meer informatie: http://www.beeldmeditaties.nl
In de Sint-Paulinuskerk te Trier, bevindt zich dit plafondschilderij. Christus aan het kruis is het centraal aanwezig. Zijn gestalte stijgt op uit een levensboom waarvan de takken werken als een groene stralenkrans. Dat alles tegen de achtergrond van helder blauwe hemel.
Linksonder het kruis een witte vrouw; zij stelt het geloof voor, de Heilige Kerk. Boven haar hoofd: iets als een vuurgloed, en voor haar borst een duif.
Onder het boek liggen vier mannen geknield met hun hand op het boek. Zij zweren trouw aan de woorden van eeuwig leven.
Boven het kruisvaandel, bekroond met een veldteken in de vorm van een kruis en de letters X en P, Grieks voor Ch en R, de beginletters van Christus’ naam.
Is er een persoon met wie ik mij kan vereenzelvigen op dit plafondtafereel? En ik voel ik mij toch meer op mijn plaats gewoon beneden op de vloer van de kerk.
De bijeenkomst in Sichem
In die dagen riep Jozua alle stammen van Israël bijeen in Sichem. Nadat hij de oudsten, stamhoofden, rechters en griffiers zich ten overstaan van God had laten opstellen, sprak hij tot het volk: ‘Dit zegt de Heer, de God van Israël:
Wanneer u de Heer niet wilt dienen, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden van uw voorouders ten oosten van de Eufraat of de goden van de Amorieten, van wie u nu het land bewoont. In ieder geval zullen ik en mijn familie de Heer dienen. Hierop antwoordde het volk: ‘Het is verre van ons de Heer te verlaten om andere goden te dienen. Hij is het, de Heer, onze God, die ons en onze voorouders uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. Hij heeft grote wonderen voor ons verricht; dat hebben we met eigen ogen gezien. Hij heeft ons op onze hele tocht beschermd tegen alle volken waarvan we het gebied doortrokken.
Natuurlijk zullen wij de Heer dienen, want Hij is onze God.’
Huisregels
Schik u naar elkaar, uit ontzag voor Christus. Vrouwen, schik u naar uw man als naar de Heer, want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk. Hijzelf is de verlosser van zijn lichaam. Welnu, zoals de kerk zich schikt naar Christus, zo moet ook de vrouw zich in alles naar haar man schikken. Mannen, heb uw vrouw lief, zoals ook Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd om haar heilig en rein te maken, door het waterbad en het woord, om haar tot zich te voeren in haar luister, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, maar heilig en onbesmet. Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben, als waren die hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen lichaam gehaat; integendeel: hij voedt en koestert het, zoals Christus de kerk, omdat wij ledematen zijn van zijn lichaam. Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één zijn. Dit geheim is groot. Ikzelf betrek het op Christus en de kerk.
Woorden van eeuwig leven
Velen van zijn leerlingen die Hem gehoord hadden, zeiden: ‘Dit zijn harde woorden. Wie kan daar nog naar luisteren?’ Maar Jezus, die wist dat dit bij zijn leerlingen gemor uitlokte, zei: ‘Dit ergert jullie dus? En als jullie nu de Mensenzoon eens zien opstijgen naar waar Hij vroeger was? Het is de Geest die levend maakt, het vlees helpt niets. De woorden die Ik tot jullie gesproken heb, zijn geest: ze zijn leven. Maar er zijn er onder jullie die niet geloven.’ Jezus wist immers al vanaf het eerste moment wie het waren die niet geloofden en wie het was die Hem zou overleveren. En Hij vervolgde: ‘Dat is de reden waarom Ik zei dat niemand naar Mij toe kan komen tenzij hem dit door de Vader geschonken is.’ Toen keerden velen van zijn leerlingen Hem de rug toe en trokken niet langer met Hem mee. Hierop vroeg Jezus aan de twaalf: ‘Jullie willen toch niet óók weggaan?’ Simon Petrus antwoordde: ‘Maar Heer, naar wie zouden we gaan? In uw woorden vinden we inderdaad eeuwig leven. Wij geloven vast en zeker dat u de heilige van God bent.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal