Preek 7de zondag van Pasen, B
Eerste lezing: Handelingen der apostelen 1, 15-17. 20a. 20c-26
Evangelie: Johannes 17, 11b-19
Bent u wel eens behoed voor een misstap? Dat u iets raars wilde doen, of zeggen en dat u tegen werd gehouden? Bijvoorbeeld: omdat iemand u adviseerde om toch nog eens goed over de toon van je mail na te denken? Of, een vriend je indringend wees op de gevolgen van uw voorgenomen plan?
In het Johannesevangelie is Jezus aan het einde van zijn leven gekomen. Richtte Hij zich tijdens het Laatste Avondmaal eerst in een lange toespraak tot zijn leerlingen. Nu richt Hij zich in een intens gebed tot God. Je zou verwachten dat Jezus in dit laatste gebed voor zichzelf, voor zijn eigen zielenheil bidt. Maar, nee. Zijn gedachten en gebed gaan uit naar diegenen die Hem volgen, die zijn leerlingen zijn. Zij gaan Hem ter harte.
Hen beveelt Hij aan in de grenzeloze liefde van God. En daarbij vraagt Hij God om ‘hen die Gij Mij gegeven hebt’ in Gods Naam te behoeden. De Godsnaam die betekent: ‘Ik zal er zijn’; onvoorwaardelijk, volledig en totaal, één en al Liefde. Vanuit deze Liefde heeft Jezus mensen genezen, doen opstaan en teruggevonden die verloren waren geraakt.
En nu gaat Jezus nog een stapje verder: “Ik heb hen Uw Woord meegedeeld”. Hier klinkt aan het einde van het Johannes- evangelie, het begin van zijn evangelie mee: ‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.’ De cirkel is rond. In één adem bidt Jezus door. Door hen deelgenoot te maken van het Woord van God, heeft Hij het zijn leerlingen niet makkelijk gemaakt: want de wereld heeft hen gehaat. Het klinkt als een botsende tegenstrijdigheid: levend vanuit liefde, heb je haat ondervonden.
Johannes 17, 11b-19
Als Jezus op het einde van zijn leven zó voor zijn leerlingen gebeden heeft, als God ons bewaart in en door de kracht van de liefde, dan kunnen wij vanuit die kracht ook elkaar misschien behoeden voor het kwaad. Door naar elkaar om te zien, door elkaar liefdevol aan te spreken. Niet gelijk een oordeel ergens over te hebben, maar elkaar een ander perspectief aan te bieden.
Dat begint, denk ik, met goed luisteren en bij jezelf nagaan of hetgeen je ziet, of hoort goed begrijpt. En ook: tussen de regels dóór luisteren. Horen wat niet gezegd wordt. In de Kerk oefenen we nu al twee jaar met synodale gesprekken, luistergesprekken; om met elkaar na te denken over de toekomst van de Kerk.
Het zijn geen gemakkelijke gesprekken. Niet alleen omdat het écht luisteren ons nog niet zo goed afgaat. Hoe vaak laten we de ander niet uitpraten! Maar ook omdat onze meningen zó van elkaar verschillen! Niet alleen in de samenleving, maar ook in de Kerk kunnen we soms hopeloos verdeeld zijn. Dat is niet alleen nu, maar dat was in Jezus’ tijd ook al zo.
Daarom bidt Jezus in zijn allerlaatste gebed zó hartstochtelijk om eenheid en vraagt hij God: “Wijd hen U toe in de waarheid. Uw woord is waarheid”. Het gebed doet een appél op ons. Het stelt ons voor de taak om een nieuwe manier van spreken, van communiceren te vinden, die onze relaties kan herscheppen.
Om te besluiten. Woorden, gebaren en beelden die niet verhullend, of misleidend zijn, maar die in volkomen openheid vertellen wie mijn medemensen zijn en wie ikzelf ben. In alle kwetsbaarheid ons toevertrouwen aan God en aan elkaar is de kracht en de bron van waarheid. En ook al lijkt het onmogelijk, blijf – standvastig en tegen de stroom in – geloven dat het anders kan. Dat het zo moge zijn.
Amen.
Kunstwerk is te bewonderen bij: Waliby World in Biddinghuizen, Nederland
Gevonden op: www.beeldmeditaties.nl/
Het zonlicht valt op het segment waar de figuurtjes zichtbaar worden, alsof de mensen uit het donker naar het licht tevoorschijn komen. Hebben wij hier zicht op een nieuwe schepping? Geaccentueerd door de schoonheid van het gladde metalen oppervlak? Alsof we even door die mooie buitenkant heen, mogen zien wat daarbinnen is: de mensheid als eenheid…?
De figuren zijn rudimentaire menselijke gestalten. Het gaat klaarblijkelijk niet om ieders eigen schoonheid of identiteit. De nadruk ligt op de onderlinge verbondenheid, schouder aan schouder, geworteld in hetzelfde, ene middelpunt: Jezus Christus, en op het opvallende overwinningsgebaar van de omhoog gestoken verbonden handen van de middelste twee. Het gaat om de saamhorigheid, de eenheid.
Edel metaal moet net zo lang in vuur worden geloogd en gelouterd totdat alle slakken en andere ongerechtigheden verwijderd zijn. Het is alsof de mensenfiguurtjes dat proces zojuist hebben doorgemaakt en er als nieuw uit omhoog rijzen. Dit past bij Jezus’ gebed om eenheid: ‘Heilige Vader, bewaar in Uw Naam hen die Gij mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn, zoals Wij. Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad.’
Judas’ opvolger aangewezen
In die dagen stond Petrus op te midden van de broeders - er was een groep bijeen van ongeveer honderdtwintig personen - en hij zei:
‘Broeders! Het Schriftwoord moest in vervulling gaan, dat de heilige Geest bij monde van David tevoren heeft gesproken met het oog op Judas, de gids van hen die Jezus arresteerden. Immers, hij werd tot onze kring gerekend en had deel aan onze taak.
Want in het Boek van de Psalmen staat geschreven:
Iemand anders moet zijn ambt overnemen. Daarom moet er van de mannen die steeds met ons zijn opgetrokken, al die tijd dat de Heer Jezus onder ons verkeerde, vanaf het begin, vanaf de doop van Johannes, tot de dag waarop Hij van ons is weggenomen, van hen dus moet er één samen met ons getuige worden van zijn opstanding.’ Ze stelden er twee voor: Jozef Barsabbas, bijgenaamd Justus, en Mattias. Ze spraken dit gebed uit: ‘Heer, U die het hart van alle mensen kent, wijs aan wie van deze twee U hebt uitgekozen om in ons apostolisch werk de plaats in te nemen die Judas heeft verlaten om zijn eigen weg te gaan.’ Daarop lieten ze hen loten, en het lot viel op Mattias, en zo werd hij aan de elf apostelen toegevoegd.
Afscheidsgebed van Jezus
Heilige Vader, bewaar hen in uw naam, die U Mij hebt toevertrouwd, opdat ze één mogen zijn zoals Wij. Zolang Ik bij hen was, was het mijn taak hen te bewaren in uw naam, die naam die U Mij hebt toevertrouwd; Ik heb over hen gewaakt, en geen van hen is verloren gegaan, behalve degene die verloren moest gaan, opdat de Schrift in vervulling zou gaan. Nu kom Ik naar U toe, maar terwijl Ik nog in de wereld ben, zeg Ik dit alles opdat ze volkomen vervuld mogen zijn van mijn vreugde. Ik heb hun uw woord doorgegeven, en de wereld is hen gaan haten, want ze zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te behoeden voor de macht van het kwaad. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Maak hen toegewijd aan U in de waarheid; uw woord is waarheid. Zoals U Mij naar de wereld hebt gezonden, zo heb Ik hen naar de wereld gezonden, en voor hen wijd Ik mijzelf toe aan U, opdat ook zij U toegewijd zullen zijn in de waarheid.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal