Preek 2de zondag van Pasen, B
Eerste lezing: Handelingen 4, 32-35
Evangelie: Johannes 20, 19-31
We hebben vorige zondag Pasen gevierd. We hebben geluisterd naar verhalen over hoe God met mensen omgaat, trouw is, verhalen die hun neerslag hebben gevonden in de H. Schrift. Het gaat daarbij eigenlijk om verhalen over wie we zelf zijn of hoe we willen zijn als kerk. Pasen, het feest van nieuw leven, feest van herboren mensen roept daarmee veel vragen op en vandaag is het de apostel Thomas die deze vragen stelt.
Het boek Handelingen van de apostelen, waaruit de eerste lezing is genomen, geeft een kijk op het leven van de jonge kerk. Dromen en idealen worden verteld alsof het werkelijkheid is. Christenen, dat zijn mensen die ergens voor staan. Je hebt een geweten, je moet keuzes maken. Goed en kwaad zijn geen ingrediënten, die zich lenen voor onderhandelingen. En liefde is vanzelfsprekend wanneer je bezield bent door de Geest van Jezus.
Maar de werkelijkheid is weerbarstig en staat vaak haaks op onze idealen. Thomas is daarvan vandaag in het evangelie de getuige. Thomas weet niet goed wat hij van Pasen denken moet. Hij is niet het type mens dat op een gemakkelijke manier tot geloof komt; hij is veel meer de zoekende mens. Hij weet dat de werkelijkheid veel gezichten heeft: duister en licht, goed en kwaad en het is nooit uitsluitend het een of het ander. We leven nu eenmaal in een gebroken wereld.
We hebben vorige week met een zekere triomfantelijkheid gevierd dat Jezus verrezen is, dat de dood niet blijvend vat heeft gekregen op deze rechtvaardige. Zo’n paasfeest zou kunnen bewerken, dat we het oog voor de werkelijkheid verliezen, alsof daarmee het lijden en de dood uit onze wereld verdwenen zouden zijn. Thomas protesteert daartegen. Hij kiest niet voor een gemakkelijk geloof dat verder de ogen sluit voor alles wat er om hem heen gebeurt. Hij wil zijn vinger leggen in de wonden, die hij gezien heeft en die niet ontkend mogen worden. Hij staat met ons op de puinhopen van zoveel zinloos verwoeste levens, die de geschiedenis tot in onze dagen kenmerken. Maar hij weet ook hoe mensen soms boven zichzelf uitgroeien en naam maken.
Johannes 20, 19-31
Pasen is een feest van gemengde gevoelens. Onze eigen verhalen en onze herinneringen kunnen daar niet omheen. Ze laten soms chaos en pijn zien. Maar ze laten gelukkig ook zien wat er in onze wereld mogelijk is met herboren mensen die geloven in de kracht van de Geest in hun leven.
Op de zondagen van Pasen wil de liturgie onze ogen openen voor die geweldige geestkracht die uit kan gaan van herboren mensen, mensen die staan voor recht, voor saamhorigheid, respect voor elkaar. Het hele sociale netwerk in een samenleving en ook in een parochie is feitelijk gebouwd op die geestkracht. De Paastijd is bedoeld om dat goed tot ons door te laten dringen.
Amen.
Door Peter Paul Rubens (1577 - 1640 )
Techniek: Olieverf op doeK
Afmetingen: (143 ?? 123 cm
Datum: 1613-1615
Museum:Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen
Jezus toont Thomas zijn hand, waarin het gat van de spijker duidelijk zichtbaar is.
Opvallend aan dit werk van Rubens is het ontbreken van de wond in de zij, die tijdens de kruisweg door een Romeinse soldaat met een lans was toegebracht.
Op de zijpanelen van het drieluik zijn de opdrachtgever en zijn vrouw afgebeeld: de Antwerpse patriciër, burgemeester en humanist Nicolaas Rockox. Hij houdt zijn hand tegen zijn borst, een symbool dat liefde uitdrukt. Adriana heeft een bidsnoer vast, een teken van geloof. Ze smeken om vergiffenis voor hun zwakheden en een plekje in het paradijs. Het schilderij was bestemd voor hun grafkelder.
Gemeenschapszin en groei van de gemeente; bedrog ontmaskerd
De grote groep gelovigen was één van hart en ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, alles stond ter beschikking van de gemeenschap. Met grote kracht legden de apostelen getuigenis af van de opstanding van de Heer Jezus, en zij werden allen rijkelijk begunstigd. Er was immers niemand onder hen die gebrek leed, want allen die grond of huizen bezaten verkochten hun bezit, gingen met de opbrengst naar de apostelen, en legden die aan hun voeten. Daarvan werd uitgedeeld aan een ieder, al naar gelang hij nodig had.
Verschijning aan de leerlingen
Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar. Hoewel de deur op slot was uit vrees voor de Joden, kwam Jezus. Ineens stond Hij in hun midden en zei: ‘Vrede!’ Na deze groet toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. Vreugde vervulde de leerlingen toen ze de Heer zagen. ‘Vrede’, zei Jezus nogmaals. ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik jullie.’ Na deze woorden ademde Hij over hen. ‘Ontvang de heilige Geest’, zei Hij. ‘Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden.’ Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was er niet bij toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: ‘We hebben de Heer gezien.’ Maar hij zei: ‘Ik wil zijn handen zien, met de gaten van de spijkers erin; ik wil ze met mijn vingers voelen. Ik wil met mijn hand de opening in zijn zijde voelen. Anders geloof ik niet.’ Acht dagen later waren de leerlingen weer bijeen, en nu was Tomas erbij. Hoewel de deur op slot was, kwam Jezus. Ineens stond Hij in hun midden en zei: ‘Vrede!’ Vervolgens richtte Hij zich tot Tomas: ‘Kijk maar, hier zijn mijn handen; kom nu maar met je vinger. En kom met je hand om de opening in mijn zijde te voelen. Wees niet langer ongelovig, maar gelovig.’ Hierop zei Tomas: ‘Mijn Heer! Mijn God!’ Jezus zei: ‘Omdat je Me gezien hebt geloof je? Gelukkig zij die zonder gezien te hebben toch tot geloof komen.’ Nog veel andere tekenen heeft Jezus voor de ogen van zijn leerlingen verricht, die niet in dit boek zijn neergeschreven. Die welke u hier vindt, zijn neergeschreven opdat u zult geloven dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven zult bezitten in zijn naam.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal