Preek 5de zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Job 7, 1-4. 6-7
Evangelie: Marcus 1, 29-39
In de eerste lezing hebben we gehoord. Hoe Job worstelt met het leven. En hij vraagt zich af waarom hem dat alles is overkomen. Hij heeft toch altijd goed geleefd? Vindt dat de ellende die hem getroffen heeft, dat hij die niet verdiend heeft. En daarvoor wendt hij zich tot God. En roept hij God zelfs ter verantwoording. Hij legt zijn vragen aan God voor.
In 1983 is er en boek verschenen “Als het kwaad goede mensen treft”. Misschien kent u hem wel. En dat is natuurlijk een voortdurende vraag. Waarom overkomt mij dit? Waar heb ik het aan verdiend? En ook al leven we in een geseculariseerde, zelfs wat we vaak zeggen maakbare, wereld. En is God bij veel mensen uit het vizier verdwenen. Toch zeker als het gaat over gelovige mensen dan toch hebben we de neiging nog steeds om ons die vraag voor te leggen aan God. Jezus verkondigt een blijde boodschap, zo weten we. En heel zijn optreden is daarop gericht. Ook in het evangelie van deze zondag. Hij geneest de schoonmoeder van Simon. Zoals bij al zijn ontmoetingen treedt hij genezend op. U kent de verhalen van de lamme die Hij helpt op te staan. U kent de verhaal van de blinde die hij laat zien. De tollenaars en zondaars die Hij nieuwe wegen wijst. Hij geeft mensen te eten, enzovoorts.
Marcus 1, 29-39
Nu weten we wel dat we deze verhalen niet moeten lezen om van Jezus een soort wonderdokter te maken. De verhalen laten zien wat Jezus wil overbrengen op zijn leerlingen. En ook al kun je. En je kunt o zo makkelijk iemand overeind helpen. Je kunt mensen die verblind zijn de ogen openen. Honger en armoede zijn niet nodig in onze wereld, als we maar met elkaar willen delen. En waarom zou er geen vrede kunnen zijn? Maar ook al is Jezus geen wonderdokter. Ik denk dat we zijn optreden toch te kort doen wanneer we hem alleen maar zien als een soort wereldverbeteraar die ons voordoet hoe we met elkaar zouden moeten omgaan. We hoorden vandaag dat Jezus zich terugtrekt in de nacht om op een stille plek te bidden. Blijkbaar is dat gebed. Dat contact met God wezenlijk voor hem. Door het gebed wordt hij gesterkt in zijn roeping. Om dienstbaar te staan in het leven met al zijn vragen, zijn pijn en zijn verdriet. En om niet eisend in het leven te staan. Alsof het vooral mooie. Alsof het leven vooral mooi en zonder zorgen zou moeten zijn. Alsof je daar recht op hebt. En ik denk ook als wij worstelen met het leven, dat ook dan onze vragen en ons verdriet in de stilte van ons hart aan God worden voorgelegd.
Maar. Heeft bidden wel zin? Als God niet het antwoord is op de vraag naar het waarom. Als Hij niet helpt of niet kan helpen. Misschien is de vraag naar het waarom wel een verkeerde vraag. Het lijkt er soms op alsof we nogmaals het zien als een groot recht, omdat ons leven vooral plezierig en zonder zorgen, zonder pijn of verdriet verloopt. Er zijn de reclames in de media dan ook op gericht. Terwijl we heel goed weten dat de werkelijkheid anders is. De pijnlijke kanten van het leven kan niemand ontgaan. Ontlopen. En ik bewonder soms de mensen die de draad van het leven weer oppakken, daar de moed voor hebben wanneer zij getroffen worden door allerlei tegenslagen. Heeft bidden zin? Bidden in de stilte van je hart is soms nodig. Allereerst om met jezelf in het reine te komen. Om de diepte van het leven te ervaren, met zijn mooie, maar ook met zijn pijnlijke kanten. Want daar kun je het antwoord vinden op de vraag naar het waarom. Daar, in de diepte van je hart. Namelijk door vrede te hebben met wat je overkomt als deel van het leven. En zo ook met God in het reine te komen. Die ons dat leven zo zoals het is geweest, heeft gegeven
Amen
Afmetingen: 121.9 x 173.2 cm
Te bewonderen in: Birmingham Museum of Art in Alabama USA.
Schilder: John Bridges (1818 - 1854)
Datum: 1839 te Rome.
Jobs antwoord aan Elifaz
Job sprak: Is het aardse leven van de mens geen slavendienst, brengt hij zijn dagen niet door als een dagloner? Als een slaaf verlangt hij naar schaduw, en zoals een dagloner uitzet naar zijn loon, zo ken ik vruchteloze maanden, en nachten vol getob zijn mij toebedeeld. Wanneer ik lig zeg ik: “Zal ik opstaan?”? Maar de avond duurt lang. En tot de ochtend ben ik vol onrust.
Mijn dagen verschieten sneller dan een weversspoel, ze lopen af, zonder hoop. Bedenk, mijn leven is een zucht, ik zal geen geluk meer aanschouwen.
Genezingen in Kafarnaüm
In die tijd kwam Jezus uit de synagoge, en ging Hij regelrecht met Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. De schoonmoeder van Simon lag met koorts te bed, en meteen spraken ze met Hem over haar. Hij ging naar haar toe, pakte haar bij de hand en liet haar opstaan. De koorts verliet haar, en ze bediende hen. In de avond, na zonsondergang, bracht ze allen bij Hem die ziek waren en die van demonen te lijden hadden. Heel de stad was samengestroomd voor de deur. Hij genas vele zieken van allerlei kwalen, en Hij dreef tal van demonen uit, maar Hij stond de demonen net toe te spreken, omdat ze wisten wie Hij was. En in alle vroegte, het was nog nacht, stond Hij op, ging naar buiten naar een eenzame plaats en bleef bidden. Simon en zijn metgezellen gingen Hem achterna en ze vonden Hem en zeiden tegen Hem: 'Iedereen zoekt U.' Hij antwoordde hun: 'Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de buurt, zodat Ik ook daar kan prediken. Want met dat doel ben Ik immers uitgegaan.' En Hij ging in heel Galilea in hun synagogen verkondigen en dreef de demonen uit.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal