Preek 32ste zondag van het jaar, A
Eerste lezing: Boek der Wijsheid 6, 12-16
Evangelie: Matteüs 25, 1-13
Beste mede gelovigen, Ik denk dat dit evangelie met name bedoeld is om waakzaam te zijn, want ‘ge kent dag noch uur’. We zitten nu in een maand waarin onze aandacht, kerkelijk gezien, juist uitgaat naar het einde van ons eigen leven. De eerste dagen van november hebben we Allerzielen dat ons extra doet denken aan onze overleden dierbaren.
Over een paar weken, de laatste dagen van het eind van het kerkelijk jaar, waarbij ons het einde van ons eigen leven wordt voorgehouden. Dan vieren we het feest van Christus Koning. Er wordt daarbij altijd gedacht aan het einde van de wereld, aan het einde van alle leven op aarde. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Want wanneer maak je het einde van de tijd mee? Als het einde van jouw eigen leven is gekomen. Jouw lichaam begint vanaf de conceptie aan een eigentijdstelling, conform die met alle anderen hier op aarde. Maar omdat die tijd verbonden is met ons verouderingsproces, het verouderingsproces van het lichaam, houdt die tijd dus ook op als er geen leven meer is in dat lichaam. Vandaar ook dat iets vragen aan overledenen of heiligen om voorspraak zin heeft. Want als zij zitten te wachten op het einde der tijden, als het einde van de aarde, zijn ze dus nog steeds niet bij God. Ze zijn dat wel. Als je sterft maak je dus ook letterlijk meteen het einde van de tijd mee, want je bent er niet meer mee verbonden. En de oneindig goede rechter zal dan oordelen, niet naar je daden, maar naar je bedoelingen. Dat is eigenlijk wat dit allemaal inhoudt.
Mattheus 25, 01-13
Aangezien echter niemand van ons de dood ooit heeft meegemaakt en is teruggekomen om het te vertellen, is het een onzeker ‘iets’ naar onze maatstaven. Daardoor iets wat sommigen beangstigt. Voor degenen die echt geloven is het gemakkelijker.
Een jonge militair zei eens tegen mij: ”Aalmoezenier, weet u eigenlijk wel zeker dat er leven na de dood is? Want ik geloof er niet in. En daarom leef ik met hier alles te zoeken wat ik maar wil. Zou u zich niet ontzettend bekocht voelen als straks blijkt dat het allemaal niet klopt? En u uw leven voor niets daarvoor hebt ingericht?” Ik zei tegen hem. “Als jij gelijk hebt. Zal ik dat dus nooit meemaken, want dan is er dus niets en zie ik het gemist dus ook niet meer. Maar als ik gelijk heb zal jij gek opkijken, want dan moet jij je verantwoorden voor je leven. Dat je alleen op jezelf wil richten”. Het bleef even stil. Hij dacht na. En beste mensen, dat is wat wij ook regelmatig moeten doen. Nadenken en stil zijn. Iets bijzonders in deze tijd, want we willen constant dingen om ons heen zien, horen, gebeuren, stil zijn en aan belangrijke dingen denken.
Als je een dierbare verliest. Mag je verdrietig zijn om het gemis. Maar onthoud ook dat het leven verder gaat. Dat er anderen zijn die van jou afhankelijk zijn of je leven met je willen leven. Verdriet is belangrijk. Het hoort bij het leven, zeker na een dood. Maar ‘leven’ hoort ook bij het leven. Ik heb daarvoor mijn militairen, na een geslaagde zelfmoord, van één van hen, in oorlogsgebied, een overwegend gedicht over gemaakt. Getiteld: “Verdriet”.
Als je iets ergs meemaakt, kun je intens verdrietig zijn.
Je moet je verdriet dan ook niet verdringen, maar het alle ruimte geven.
Maar je moet je verdriet wel binnen je eigen grenzen houden.
Je kunt er helemaal in opgaan.
Zoveel dat er niets anders meer bestaat.
Als je niet uitkijkt zit er dan ook geen uitweg meer in.
En dat kan niet.
Jij bent de mens met die emotie.Jij bent meer dan dat. Er is meer om voor te leven!
Je leven is meer dan dat.
Meer om mee te leven.
Er is altijd weer een toekomst, een nieuw begin.
Daarmee hoef je je verdriet niet te vergeten, want dat mag er zijn.
Je bent er rijper door geworden.
Maar er is meer. Jij bent meer.
Jij kunt iets van je leven maken met alle ervaringen, alle liefde, alle talenten die je hebt.
Jouw leven en dat van anderen is dat waard.
God is die liefde. Hij is Degene die ons leven gewild heeft.
Amen.
Ontdekking van de wijsheid
Stralend en onvergankelijk is de wijsheid en zij wordt gemakkelijk ontdekt door wie haar liefhebben en gevonden door wie haar zoeken. Aan wie haar begeren laat zij zich gauw kennen. Wie vroeg voor haar opstaat, hoeft zich niet moe te maken, want hij vindt haar voor zijn deur. De gedachten op haar richten getuigt van een volmaakt inzicht en wie wakker blijft voor haar zal snel vrij van zorgen zijn. Want zij gaat zelf rond, op zoek naar mensen die haar waardig zijn; op de wegen vertoont zij zich innemend aan hen, en zij komt hun tegemoet bij iedere gedachte.
10 meisjes
Dan zal het met het koninkrijk der hemelen gaan als met tien meisjes, die met hun lampen op weg gingen, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren dom en vijf verstandig. Want de domme namen wel hun lampen met zich mee, maar geen olie. Maar de verstandige namen ook olie mee in kruiken, niet alleen lampen. Omdat de bruidegom op zich liet wachten, dommelden ze allemaal in. Midden in de nacht klonk er geroep: “Daar is de bruidegom! Ga hem tegemoet!”? Toen stonden alle meisjes op en maakten hun lampen in orde. De domme zeiden tegen de verstandige: “Geef ons van jullie olie, want onze lampen gaan uit.”? Maar de verstandige gaven ten antwoord: “Nee, er mocht eens niet genoeg zijn voor ons en voor jullie; ga liever naar de verkopers en koop voor jezelf.”? Toen ze weg waren om te kopen, kwam de bruidegom, en de meisjes die klaar stonden, gingen met hem mee naar binnen voor de bruiloft, en de deur ging dicht. Later kwamen ook de andere meisjes en riepen: “Heer, heer, doe open voor ons.”? Maar hij antwoordde: “Ik verzeker jullie, ik ken jullie niet.”? Wees dus waakzaam, want je kent dag noch uur.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal