Preek 30ste zondag van het jaar, A
Eerste lezing: Exodus 22, 20-26
Evangelie: Matteüs 22, 34-40
Bij het luisteren naar de woorden van Mozes kwam bij mij spontaan de uitdrukking naar boven: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet!" Daarnaast dacht ik ook aan de tien geboden die uw generatie als vanouds uit uw hoofd mocht kennen. De gedachte was: Wanneer je maar wist wat je niet moest doen, kwam je wel goed terecht in het leven!
Tot op de dag van vandaag wordt helaas de officiële ethiek en moraal van de Kerk, vooral gebaseerd op hetgeen wij niet mogen doen. In de afgelopen tientallen jaren, maar zeker de laatste tijd, hebben we geleerd dat dat niet werkt omdat het niet uitnodigt. Wat wel uitnodigt, is wat het conciliaire proces voor ogen staat. Luister en kijk, en kies dan pas samen voor de best mogelijke oplossing. Sluit niets uit en stel steeds eerst een vraag alvorens je denkt te kunnen antwoorden.
Mattheus 22, 34-40
Deze manier van samen leven is dan ook niet vrij van risico’s. Want, je vertrekt niet meer vanuit wat niet mag, maar je gaat naar: wat is samen mogelijk? Dit zorgt voor veel onduidelijkheid! Dat is voor sommigen toch ook weer heel bedreigend, terwijl anderen blij zijn met de ruimte die het geeft. De vraag blijft dus: wanneer doen we het goed?
Deze manier van kijken, luisteren en leven, sluit naadloos aan bij wat Mozes en Jezus voor ogen hebben in de lezingen van vandaag. Daarin gaat het helemaal niet om je eigen geluk en zaligheid, maar juist om het welzijn en de levensvreugde van anderen. Om weduwen en wezen die niemand meer naast zich hebben en zodoende onvolledige mensen zijn. Om mensen die gebrek lijden, arm zijn en het belangrijkste in hun leven missen. Als wij in hun schoenen zouden staan, zouden wij heel goed weten waar wij het meeste behoefte aan hebben!
Op die houding doelt Mozes als hij zegt: ‘Dat wijzelf vreemdelingen zijn geweest in Egypte’. Wie nood en verdrukking heeft meegemaakt, weet goed wat haar of hem kan helpen. Het komt erop aan niet langer bezig te zijn met wat ons leven veilig of vlekkeloos maakt, of toekomst geeft, maar leren aan te voelen wat anderen nodig hebben en vervolgens doen wat er gedaan moet worden.
Als je deze houding aanneemt, kun je de geboden die eerst vanuit een negatief perspectief werden belicht, nu zien met andere ogen. We mogen ze verstaan als een positieve uitdaging om met onszelf en anderen om te gaan. Zij perken het leven niet in, maar geven ons juist ruimte om andere mensen en onszelf het leven mogelijk te maken.
Om te besluiten. Wet en Profeten concretiseren het ene gebod dat wij God zullen liefhebben en de naaste, die is zoals wijzelf. Alles wat er geboden en voorgeschreven is, zal een creatieve manier van omgaan met elkaar mogen zijn. Een levenskunst die weet heeft van wat een ander nodig heeft, om hoopvol te kunnen bestaan. Zo komen we bij de vraag die ik aan het begin stelde: “Wanneer doen we het goed”? Antwoord: Als we voor een ander doen, wat wij willen dat er voor ons gedaan wordt…
Amen.
Het Verbondsboek
U mag een vreemdeling niet slecht behandelen en hem het leven niet moeilijk maken, want u hebt zelf als vreemdeling in Egypte gewoond. Weduwen en wezen moet u geen onrecht aandoen. Als u hun tekort doet en hun klagen tot Mij opstijgt, dan zal Ik gehoor geven aan hun klagen. Mijn toorn zal losbarsten en met het zwaard zal Ik u doden: uw vrouwen worden weduwen, uw kinderen wezen. Als u aan iemand van mijn volk geld leent, aan een noodlijdende in uw omgeving, gedraag u dan niet als een geldschieter. U mag geen rente van hem eisen. Als u iemands mantel in pand neemt, dan moet u die voor zonsondergang aan hem teruggeven. Hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken, het is de beschutting van zijn blote lichaam, hij moet erin slapen. Roept hij Mij om hulp, dan zal Ik hem verhoren, want Ik ben vol medelijden.
Vragen aan Jezus
Toen de farizeeën hoorden dat Hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar en een van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem op de proef te stellen: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Jezus zei hem: ‘U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangen heel de Wet en de Profeten.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal