Preek 27ste zondag van het jaar, A
Eerste lezing: Jesaja 5, 1-7
Evangelie: Matteüs 21, 33-43
Sommige dingen veranderen helaas nooit en blijven daarom altijd actueel. Ik val maar meteen met de deur in huis.
De directe aanleiding voor Jezus om deze parabel uit te spreken was het ongeloof en het wantrouwen van de godsdienstige leiders en hun vast voornemen om Jezus ter dood te brengen. Dat blijkt duidelijk uit het slot waar Jezus tegen hen zegt: ‘Het Rijk Gods zal u ontnomen worden en gegeven aan een volk dat wel de vruchten daarvan opbrengt.’
Jezus grijpt terug op het lied van de wijngaard bij de profeet Jesaja. Voor dat lied was ook een directe aanleiding zoals blijkt uit het slot, waarin Jesaja het sociale onrecht in Israël met name noemt. Het lied begint zo prachtig: "Ik wil zingen voor mijn vriend, zingen het lied van mijn vriend en zijn wijngaard." En dan vertelt Jesaja al de moeiten die de vriend ondernomen heeft. Jesaja noemt vijf werken op: Hij spitte de grond om, maakte hem vrij van stenen, plantte een eerste klas wingerd, bouwde een wachttoren en kapte een pers-kuip uit.
Zo getuigde de vriend van zijn zorg voor de wijngaard. Zo getuigde God van zijn weldadige liefde voor zijn volk. Hoe bitter dan te zien dat de wijngaard geen vruchten opbracht. Hoe hard dan dat Gods liefde niet door het volk wordt beantwoord, Israël zich niet stoort aan de vijf boeken van Mozes, de Thora.
Beide verhalen overstijgen hun tijdgebonden karakter. Zij zijn tijdloos of liever gezegd, eeuwig actueel. Gelovend dat God alle mensen in zijn liefde betrekt en gelovend, dat God met veel zorg de wereld heeft geschapen, mogen wij in de wijngaard Gods schepping, onze wereld, herkennen. God heeft aan ons de aarde toevertrouwd om haar te beheren Hij heeft het werk van zijn handen in onze handen gelegd.
Maar wat zien we? In plaats van als beheerder van de schepping, meer als koning dan als pachter, meer als eigenaar dan als iemand die alles slechts te leen heeft. Wilde vruchten brengt deze mentaliteit voort: onrecht, armoede, honger, angst en vertwijfeling onder de mensen. Onveiligheid en geweld, haat, afgunst, bedrog, ongeloof, ontrouw en afgodendienst. Nog steeds, als in de dagen van Jesaja en Jezus!
En nu, inwoners van Jeruzalem, gij, bewoners van Gods aarde, nu moet gij rechter zijn over Mij en mijn schepping "Wat had Ik nog meer kunnen doen en heb ik niet gedaan?” Maar wat zien en horen we:” Waarom laat God toch toe, dat er zoveel mis gaat in zijn schepping, ten aanzien van het welzijn van mensen? Waarom komt Hij niet tussenbeide? Waarom ons aan ons lot overgelaten?” Maar wie laat wie in de steek? Wie staat in feite onder kritiek? God of mens? Wie is aansprakelijk voor al dat nodeloze leed dat mens en volk lijden? Wie beschaamt wiens vertrouwen? Ja, wie gedraagt zich als een god? Keren wij niet de rollen om door God voor de voeten te werpen, dat Híj ontrouw is, dat Híj ons niet horen en zien wil, Híj zijn liefde verzaakt?
Om te besluiten. Wij hebben de wijngaard, de aarde, in pacht, zo verklaart ook Jezus ons. Wij zijn geroepen om de wereld tot een huis te maken voor ieder, om bij te dragen aan het geluk en welzijn voor ieder volk, om eensgezind elkanders vrede en geborgenheid te dienen. Wij zijn geroepen om vruchten voort te brengen, onze vriend waardig: vreugde, liefde, dankbaarheid, rechtvaardigheid, saamhorigheid, vruchten zoals hoop op een nieuwe toekomst, rijk aan zegen en genade. Deze opdracht aan ieder van ons, blijft eeuwig actueel!
Amen.
Gevonden op: www.beeldmeditaties.nl
Datum: 10de eeuw
De kunstenaar heeft een soort stripverhaal gemaakt van Jezus’ gelijkenis over De Misdadige Wijnbouwers. De strip laat zich lezen van links naar rechts in drie afzonderlijke plaatjes. Maar die afzonderlijke plaatjes zelf moeten gelezen worden van rechts naar links
Op het tweede plaatje rechts zie we, hoe de eigenaar dienaars uitzendt om de opbrengst van de vruchten in ontvangst te nemen. Te oordelen naar de reisstaf die iedere dienaar bij zich heeft, hebben ze een flinke tocht voor de boeg. De vinger van de landeigenaar wijst ze waar ze naartoe moeten. Als we met de vinger meekijken, zien we op de linker helft van het plaatje het vervolg van het verhaal. De wijnstokken hebben volop druiven gezet. Links van achter de wachttoren echter komen vijf gewapende mannen tevoorschijn. De voorste slaat er met een knuppel flink op los. Aan zijn voeten liggen al twee dienaren levenloos op de grond. De tweede gewapende man steekt met een lans twee dienaren neer. De derde en de vierde gewapende man heffen stenen op.
Klik hier of op de foto voor het volledige verhaal.
Het lied van de wijngaard
Ik wil zingen voor mijn dierbare vriend, het lied van mijn dierbare vriend en zijn wijngaard. Mijn vriend had een wijngaard op een vruchtbare helling. Hij spitte hem om, verwijderde de stenen en beplantte hem met edelwingerd. Hij bouwde er een wachttoren en kapte ook een wijnpers uit. Nu verwachtte hij dat hij druiven zou dragen, maar hij bracht slechts wilde bessen voort. Welnu, bewoners van Jeruzalem, mensen van Juda, doe uitspraak tussen Mij en mijn wijngaard. Wat kon Ik nog voor mijn wijngaard doen dat Ik niet heb gedaan? Waarom bracht hij slechts wilde bessen voort, terwijl Ik verwachtte dat hij druiven zou dragen? Welnu, Ik zal u vertellen wat Ik met mijn wijngaard ga doen. Zijn omheining haal Ik weg, zodat hij kaal wordt gevreten; zijn muren verniel Ik, zodat hij wordt vertrapt. Een wildernis maak Ik ervan, hij wordt niet gesnoeid en niet gewied, distels en doorns groeien er hoog, en de wolken verbied Ik om hem met regen te besproeien. De wijngaard van de heer van de machten is het huis van Israël, zijn bevoorrechte planten zijn de mensen van Juda. Hij hoopte op recht, maar Hij zag onrecht, Hij zag geen betrachting, maar verkrachting van recht.
Gelijkenis van de vruchten
Luister naar een andere gelijkenis. Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde. Hij zette hem met een omheining af, groef er een perskuil in en bouwde er een wachttoren. Hij verpachtte hem aan wijnbouwers en vertrok naar het buitenland. Maar toen de tijd van de vruchten gekomen was, stuurde hij zijn slaven naar de wijnbouwers om de vruchten in ontvangst te nemen. De wijnbouwers grepen zijn slaven vast; de een gaven ze een pak slaag, een ander doodden ze, een derde stenigden ze. Hij stuurde toen andere slaven, meer dan de eerste keer, en ze deden met hen hetzelfde. Later stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: mijn zoon zullen ze ontzien. Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze tegen elkaar: “Dat is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfdeel in bezit nemen.”? Ze grepen hem vast, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Welnu, wanneer de eigenaar van de wijngaard komt, wat zal hij dan met die wijnbouwers doen?’ Ze gaven Hem ten antwoord: ‘Hij zal die ellendelingen een ellendige dood bezorgen, en de wijngaard zal hij aan andere wijnbouwers geven, die vruchten aan hem afdragen wanneer het er de tijd voor is.’ Jezus zei tegen hen: ‘Hebt u nooit in de Schriften gelezen: De steen die de bouwlieden afgekeurd hadden, die is de hoeksteen geworden. De Heer heeft dit gedaan; het is een wonder in onze ogen? Daarom zeg Ik u: Het koninkrijk van God zal u ontnomen worden en gegeven worden aan een volk dat de vruchten van het koninkrijk voortbrengt.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal