Preek Gedaanteverandering, A
Eerste lezing: Daniël 7, 9-10. 13-14
Evangelie: Matteüs 17, 1-9
Twee missionarissen lopen door het Afrikaanse oerwoud. Ze komen op een gegeven moment op een plek waar ze door een rivier moeten waden. Plotseling ziet een van hen een krokodil op de loer liggen en schielijk trek hij zijn been terug. De andere missionaris stelt hem gerust. “Heb toch vertrouwen in je schepper, je weet toch dat Hij een goede en zorgzame God is!”. “Ja” zegt de eerste missionaris, “maar stel nu dat God vandaag besloten heeft om goed en zorgzaam te zijn voor de krokodil?”.
Duidelijker kun je dit niet zeggen. Voor de gelovige is het altijd de vraag aan welke kant God staat. Het mooie van die ene missionaris is dat het voor hem niet vanzelfsprekend is dat God altijd aan hun kant staat.
Aan wiens kant staat God? Dat was ook de vraag toen Israël werd geregeerd werd door de seleuciden. De opvolgerstaat van Alexander de Grote, enkele eeuwen voor de jaartelling. De Joodse cultuur en Godsdienst werden met geweld vernietigd. De overheerser zette zelfs een beeld van de Griekse afgod van Zeus in de (red. tweede) tempel van Jeruzalem. De gelovigen vroegen zich af: “Moeten wij buigen voor dit lot. Is dit misschien de straf van God voor ons slechte gedrag, of moeten wij in opstand komen, maar aan welke kant staat God?“. De verzetsstrijders in de bergen wilden het land bevrijden, desnoods ten koste van hun eigen leven. Bij het kampvuur vertelden zij elkaar verhalen om er de moed in te houden. Ze vertelden elkaar dat God aan hun kant stond. Dat hun held Daniel een visioen had gehad en een blik had mogen werpen in de geheimen van Godseeuwigheid en een hoogbejaarde had gezien op een troon met ontelbare krachten omgeven. En dat de mens van de hoogbejaarde de macht krijgt om te regeren. Eeuwen later herkenden christenen in dit beeld God de vader en Zijn Zoon Jezus.
Jezus, zo verteld Mattheus ons vandaag, is onderweg naar Jerusalem. De leerlingen voelen de gevaren, zeker als Jezus het ook nog eens uitdrukkelijk heeft over lijden en dood, die op de leur liggen. Ook hier wordt een visioen beschreven. De drie voornaamste leerlingen, Petrus, Johannes en Jacobus, zien Jezus als overwinnaar in de witte gewaden van de eeuwigheid en in conferentie met de twee grote profeten uit de geschiedenis, Mozes en Elia.
Het visioen geeft hun de moed om met Jezus de gevaren in Jerusalem onder ogen te zien. Het visioen dient dus om de mens over de streep te trekken. Het troonbeeld help hun om over de drempel naar en moeilijke toekomst te stappen. Het lokt hen met een beeld van een gelukkige afloop.
Het is goed om te bedenken dat er valse en waarachtige visioen zijn. Het visioen over het derde rijk in Europa is voor miljoenen mensen een hel geworden. De droom van het snelle geld is voor menig drugssmokkelaar een regelrechte ramp geweest. De droom van een heilige oorlog in Ierland of op de Molukken koste duizenden mensen hun leven. Het droombeeld van tieners om er stoer uit te zien met een sigaret hebben miljoenen later betreurt. Onschuldiger lijken de valse dromen van de reclame. Alsof een mooie slaapkamer en een nieuwe tuin de relatie als vanzelf wel weer doen opbloeien. Maar gezinnen die zich daardoor diep in de schulden hebben gestoken hebben ze zwaar beboet. Er zijn ook fanatieke visioenen waaraan bloed kleeft, waarmee mensen worden gemanipuleerd en visoenen van bergengoud die met een paas muisklikken van de computer binnen handbereik zouden komen.
De droom uit het evangelie is van een heel andere orde. Petrus, Jakobus en Johannes worden niet strijdlustig, integendeel, de droom zegt hun ga het lijden niet uit de weg, durf zachtmoedig te zijn als een duif onder de haviken, durf de vrede te dienen als een lam tussen de wolven. Durf een kind van het licht te zijn in een stad van duisternis. God staat aan de kant van de misdeelden, de arme, de zieke mens. Het visioen van de leerlingen bied hun een blik door het droevige heden heen. Ze zien achter de contouren van hun gekruisigde het witte licht van Gods genade al oplichten.
Een vrouw verzorgt haar zieke man. Hij lijdt en zij lijdt met hem mee en ze houdt vol. Ze vertelt een visioen van Godsgeheim. De dood zal een thuiskomst zijn in Godslicht. “Straks zie je onze overleden dochter weer terug” zegt ze. En ze strijkt liefdevol door zijn witte haren. En zo houden ze het samen vol.
Ouders verzorgen een kind met een handicap. Ze hebben grote zorgen. Hoe moet dat het met hun kind, als zij er straks niet meer zijn? Zal het gelukkig kunnen worden als het volwassen wordt en zicht steeds meer bewust wordt van wat het niet kan en niet mag? Ze koesteren samen een droom die gevoed wordt door de mooiste ogenblikken uit het heden. De droom van hun kind dat stralend lacht en naar hun zwaait en dat geeft hun kracht. Het is te hopen dat we zo allemaal in ons leven een visioen koesteren van God, een hoop die onze donkere dagen wat licht geeft.
Amen
Door: Gerard David (ca. 1455 - 1523)
Afmetingen: 26.5x57.5 cm
Techniek: olieverf op hout
Datum: 1520
De zijvleugels:
Door: Pieter Pourbus (ca. 1523- ca. 1587)
Datum: 1573
Portretten van de donors (Anselmus de Boodt, Johanna Voet) en hun kinderen.
Gemaakt voor: Onze Lieve Vrouwekerk, Brugge, België
Nu in private bezit.
In mijn visioen zag ik dat er tronen werden geplaatst en een Hoogbejaarde er ging zitten. Zijn gewaad was wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol. Zijn troon bestond uit vlammen, de wielen ervan uit laaiend vuur. Een stroom van vuur welde op en vloeide voor Hem uit. Duizend maal duizenden dienden Hem en tienduizend maal tienduizenden stonden voor Hem. Het gerechtshof ging zitten en de boeken werden geopend.
In mijn nachtelijk visioen zag ik toen met de wolken van de hemel iemand aankomen die op een Mensenzoon leek. Hij ging naar de Hoogbejaarde en werd voor Hem geleid. Toen werd hem heerschappij gegeven, pracht en Koninklijke macht; alle volken, stammen en talen brachten hem hun hulde. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat, zijn koninkrijk gaat nooit te gronde.
Jezus met Mozes en Elia
In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar Hij met hen alleen was. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante. Zijn gezicht ging stralen als de zon en zijn kleren werden wit als licht. Opeens verschenen hun Mozes en Elia, in gesprek met Hem. Petrus zei daarop tegen Jezus: ‘Heer, het is maar goed dat wij hier zijn. Als U wilt, zal ik hier drie hutten maken, voor U een en voor Mozes een en voor Elia een.’ Hij was nog niet uitgesproken of daar kwam een lichtende wolk die hen overdekte, en opeens klonk er een stem uit die wolk: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind. Luister naar Hem.’ Toen de leerlingen dat hoorden, wierpen ze zich op de grond en werden ze vreselijk bang. Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: ‘Sta op en wees niet bang.’ Toen ze hun ogen opsloegen, zagen ze niemand meer dan Jezus alleen. Terwijl ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Vertel niemand van dit visioen voordat de Mensenzoon uit de doden is opgewekt.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal