Preek 13de zondag van het jaar, A
Eerste lezing: 2e boek der Koningen 4, 8-11. 14-16a.
Evangelie: Matteüs 10, 37-42
Als je een niet kerkelijke toevallige voorbijganger zou vragen naar zijn mening over de tekst van het evangelie van vandaag, loop je de kans dat hij zal zeggen: “Dat geloof je toch zelf niet!”
Als Jezus zegt: “Je kruis op je nemen”, roept vrijwel onmiddellijk de lijdensweg van Jezus in gedachten. Hij moest zelf zijn kruis dragen naar de plaats van zijn terechtstelling. Als Jezus dan ook zegt dat we Hem moeten volgen, dan wordt dat al snel verbonden met lijden, vernedering en verloochening van jezelf. Geloven wordt dan een bijna droevige en zelfvernietigende aangelegenheid. In ons taalgebruik hebben wij de uitdrukking: ‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’, maar ook dan blijft het een hele opgave.
Nu is het waar dat Jezus zegt dat je het niet moet zoeken in je natuurlijke afstamming en voorbij moet zien aan je vader en moeder. De ware volheid van leven is iets nieuws dat gevonden wordt in het navolgen van Jezus. De geschiedenis van Gods Koninkrijk gaat niet over van vader op zoon, maar is een vrije keuze van jezelf!
Het kan dan heel bevrijdend zijn om te horen dat het opnemen van het kruishout een heel verrassende betekenis heeft. Het slaat namelijk, op het op je nemen van het hout voor de ‘opgangsgave’ en dat maakt een nieuwe toekomst mogelijk. Het offer dat Abraham in Izaäk brengt, is het opgeven van zijn zelfbeschikking over zijn toekomst, want die komt ten diepste van God. Dit horen wij in de grote oerverhalen die ons in de boeken van Mozes zijn overgeleverd.
Het beeld van Jezus die het kruis draagt laat ons zien dat Hij opgaat naar God, want Hij is gekomen om alle gerechtigheid te volbrengen. Zo wordt een Wet zacht en een Juk licht!
Mattheus 10, 37-42
Heel beeldend wordt ons dit verteld in het prachtige verhaal over de vrouw die voor de profeet Elisa een kamer inrichtte. De vrouw staat er als toonbeeld van iemand die luisteren wil naar het woord van Elisa en zij ontvangt ook het loon van een profeet. Zij ontvangt toekomst: zij zal een zoon aan haar hart zal drukken; haar levensvervulling!
Zo zullen ook wij vruchtbaar worden en tot bloei komen in ons leven als wij ons laten gezeggen door de woorden en verhalen uit de Bijbel, als wij Jezus volgen op de weg die Hij ons wijst. Hij belooft ons niet de overvloed van ons leven zoals wijzelf ons daar een beeld van vormen, maar zal ons kracht geven die ons doet overwinnen al wat ons zal overkomen.
Om te besluiten. Ik heb u meegenomen in een Bijbelse visie op leven en lijden. Maar wat betekent dat nu voor ons? Als ons iets heel ergs overkomt, hebben we een keuze uit twee zaken. We kunnen ons afvragen: ‘Waarom moet mij dit nu toch overkomen?’ Dit nodeloze vragen brengt ons maximaal tot een schuldvraag en slachtoffergedrag. We kunnen het ook anders aanpakken en zeggen: “Dit over komt mij nu, wat ga ik er mee doen?” Als we dit doen, dan maken we een keuze, dan stellen we ons de zinvraag en geven we onszelf daarmee automatisch de leiding over ons eigen leven. Het evangelie is vandaag een uitnodiging om zelf te kiezen en dit niet aan anderen over te laten!
Amen
Door: Antoniazzo Romano (1430-1508)
Datum: 1482
Paneel van hout
Te bewonderen in: Santa Maria sopra Minerva, Rome
De kunstenaar heeft drie werelden bij elkaar gebracht die elk op zijn eigen manier zijn weergegeven. Ten eerste is er een onderscheid tussen de wereld van God, en onze wereld beneden. We zien in de linker bovenhoek God de Vader voorgesteld als een bejaarde man met witte baard en haren. Hij bevindt zich in een gouden venster waardoor Hij een geheel eigen, afgebakende, plek inneemt op de afbeelding. Hij steekt uit boven de vensterbank. Om het hemelse van zijn verblijfplaats te benadrukken zijn er wolken aangegeven op de vensterbank. Nog in het goddelijke domein, fladdert een duif, het symbool van de Heilige Geest.
In de zichtbare wereld, beneden, zijn twee werelden te onderscheiden, nu aangegeven door de grootte van de afgebeelde personen. Links onder God staat een engel die Maria rechts de Blijde Boodschap komt verkondigen dat zij de moeder van de Heer zal worden. De engel en Maria vormen de omlijsting voor de derde deelafbeelding, weergegeven met vier kleine figuurtjes. Vlak voor de engel knielt de Dominicaanse kardinaal Juan de Torquemada. Tussen hem en Maria zitten drie meisjes geknield; alle drie gekleed in een schamel wit jurkje. Het voorste meisje ontvangt een geldbuidel (bruidsschat) uit de handen van Maria.
Het hoofdbestanddeel van dit paneel wordt gevormd door het tafereel van Maria Boodschap. De engel Gabriël staat in dienst van God. Dat beeldt de schilder uit door hem onder God te plaatsen en de engel draagt kleding van dezelfde stof als God de Vader. Ten overvloede wijst de engel met zijn wijsvinger naar omhoog. Van daar heeft hij zijn boodschap meegekregen. In de hand heeft hij een lelietak, het symbool voor maagdelijkheid. Daarin wordt zijn boodschap aan Maria samengevat: zij zal, als maagd, een Zoon ontvangen van Godswege. Dat mysterie wordt nog eens zichtbaar gemaakt door de duif van de Heilige Geest die van God uit in haar richting vliegt.
Maria brengt Jezus’ Naam in praktijk. Zij heeft geen oog voor de engel, maar alleen nog voor de drie meisjes daar vóór haar. Arme meisjes. Weesmeisjes. Zij overhandigt het voorste meisje een bruidsschat. Zo zal het kind straks een waardig huwelijk kunnen overeenkomen. Aan de voet van de lessenaar zien we al de tweede en derde buidel klaarstaan voor de andere twee meisjes.
Het is de dominicaner kardinaal die de meisjes bij Maria heeft gebracht en hen bij haar heeft aanbevolen. Daarop duidt het tedere gebaar van zijn handen: hij schuift het meisje naar voren tot bij Maria. Op die manier heeft ook hij deel aan Jezus’ Naam: het redden van mensen. Dat onderstreept de kunstenaar door Maria’s mantel van dezelfde stof en kleur te geven als de zijne.
Elisa en de Sunammitische
Op een dag kwam Elisa langs Sunem. Daar woonde een welgestelde vrouw die hem met aandrang uitnodigde om bij haar te komen eten. En iedere keer als hij daar in de buurt kwam, ging hij daar eten. Daarom zei de vrouw tegen haar man: ‘Luister eens, ik heb gemerkt dat de man die altijd bij ons aankomt, een heilige man van God is. Laten we op ons huis een kleine kamer voor hem metselen en er een bed, een tafel, een stoel en een lamp in zetten; als hij dan bij ons aankomt, kan hij daar zijn intrek nemen.’ Toen Elisa er dus op een dag weer aankwam, kon hij de bovenkamer betrekken en gaan rusten.
Hierop vroeg Elisa: ‘Kunnen we dan werkelijk niets voor haar doen?’ Gechazi antwoordde: ‘Zij heeft helaas geen zoon en haar man is oud.’ Toen riep hij: ‘Roep haar.’ Hij riep haar en zij bleef in de deuropening staan. En Elisa zei: ‘Volgend jaar om deze tijd zult u een zoon aan uw hart drukken.’ Zij antwoordde: ‘Och nee, mijn heer, man van God, u moet uw dienares niets voorspiegelen.’
Zending van de twaalf
Wie meer houdt van zijn vader of moeder dan van Mij, is Mij niet waard. Wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van Mij, is Mij niet waard. Wie zijn kruis niet opneemt en Mij niet volgt, is Mij niet waard. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden. Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, krijgt het loon van een profeet, en wie een rechtvaardige opneemt omdat het een rechtvaardige is, krijgt het loon van een rechtvaardige. Wie één van deze kleinen een beker koud water geeft omdat het een leerling is, Ik verzeker jullie, zijn loon zal hem niet ontgaan.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal