Preek 11de zondag van het jaar, A
Eerste lezing: Exodus 19, 2-6a
Evangelie: Matteüs 9, 36-10,8
Beste mede parochianen, de schriftlezingen van deze zondag gaan over “Uitverkiezing”. De uitverkiezing van Israël door God, in de eerste lezing, en de uitverkiezing van de twaalf apostelen door Jezus, in de evangelie lezing. Het verhaal van de eerste lezing brengt ons de aanhef van het verhaal over het ‘Sinaï verbond’. Na hun vertrek uit Egypte en een tocht van drie maanden door de woestijn, slaan de Israëlieten, dicht bij de berg Sinaï, hun kamp op. En Mozes gaat de berg op en wordt daar aangesproken door God. Het verbond is een initiatief van God. Hij heeft zijn volk uit de slavernij van Egypte bevrijd en hun op arendsvleugelen gedragen. Want het allemaal heel erg moeilijk en moeizaam, maar ze ervaarden steun van hogerhand en pas daarna volgde de uitnodiging aan het volk om aan Godswoord te gehoorzamen en zijn verbond te onderhouden.
De trouw van het volk is een antwoord op Godstrouw die het volk bij de uitverkiezing en bij de uittocht ervaren heeft. Zoals Israël geroepen en gezonden werd om in de wereld te getuigen van de liefde en de trouw van God zelf. Zo worden de evangelisten uitgekozen om getuigen van Jezus te zijn.
Tot drie keer toe krijgen wij vandaag te horen dat het gaat over ‘twaalf leerlingen’. Naar de twaalf stammen van het oude Israël, die waren ontsproten uit de twaalf zonen van de aardsvader Jacob. Jezus wilde dat er uit die kleine rest die er nog over is van het Godsvolk dat er daaruit, uit die kleine rest, een vernieuwd en vitaal Godsvolk zou opstaan. Zij moeten dan in Zijn spoor Godsplan in de wereld verwezenlijken. En zo wordt zichtbaar en wat ook tot ons gezegd wordt “Jij zult mijn priesterlijk koninkrijk en mijn heilig volk zijn”. Dat wordt tot ieder van ons gezegd en we kunnen deze woorden en de woorden van Jezus in de praktijk brengen. We kunnen dat als we ons innerlijk laten raken zoals Jezus dat ook deed, zoals we dat horen in het evangelie van vandaag. Hij wordt echt geraakt in zijn hart en het staat er een beetje vlak, als er staat “door medelijden bewogen”. maar in de oorspronkelijke tekst wordt het sterker gezegd dat Jezus zijn buik helemaal van slag is door wat Hij ziet aan nood. Hij ziet namelijk de mensen afgetopt, als schapen zonder herder. Mensen die doelloos, wanhopig zijn, geen uitweg weten, niet verder kunnen, zo geslagen worden door het leven. Jezus voelt dan aan dat er eigenlijk genoeg werk is, meer werk dan we aankunnen en daarom stelt Hij medewerkers aan. En ook ons heeft Hij ons nodig. En wat te doen? Hij geeft het concreet aan, “genees zieken”, “weekt doden op”, “reinig melaatsen”, en “drijf duivels uit”.
mattheus 09,36 - 10,08
Nog steeds heeft God goede herders nodig. Mensen die hun leven geven aan medemensen, vertrouwen, geloof, hoop en liefde schenken heel concreet. Die mensen hebben we nodig. Die mens kunnen we allemaal zijn. De Heer heeft immers medewerkers nodig en natuurlijk onze kerk heeft ook specifieke medewerkers nodig. Priesters, diaken, religieuzen, Godsgewijden, pastoraal werkers.
Wij zijn daarom blij dat sinds vorige week in onze parochie Berend stage loopt in onze parochie als priester student en hij mag komend schooljaar in ons midden stagelopen en heeft de theoretische studie van het groot seminarie, het Sint Janscentrum, afgerond en wij zijn blij met alle gewijde mensen. De Heer zegt wel aan ons vandaag we hebben medewerking nodig van alle gedoopte mensen. Toegewijde mensen en laten we dat verstaan dat de Heer ons in deze een voorbeeld geeft maar ook een voorbeeld van bemoediging en hartelijkheid om het Godsrijk dichterbij te brengen door het Godsvertrouwen dat we mogen beleven in een omgeving die juist het Godsvertrouwen te kort komen, maar dat geeft niets, als wij maar geduld hebben en als wij maar het goede voorbeeld geven en vooral liefdevol omgaan met medewensen. Dat is onze opdracht en moge deze viering van de eucharistie ons daartoe bemoedigen en sterken.
Amen
Door: Caravaggio (1573 – 1610)
Afmetingen (HxB): 297 × 189 cm
Techniek: olieverf op doek
Datum: 1602
Bron: https://www.statenvertaling.net
Mattheüs wordt hier in een opmerkelijke houding afgebeeld: niet zoals je een devote evangelist verwacht aan te treffen. Caravaggio maakte eerst een andere versie, maar die werd afgewezen door de opdrachtgever vanwege gebrek aan decorum (dat werk ging verloren tijdens WO II). Blijkbaar was dat voor de schilder geen aanleiding om zijn uitgangspunten aan te passen: de evangelist heeft vieze voeten.
Het is duidelijk dat de engel dicteert, aan zijn vingers te zien een opsomming: wellicht het eerste hoofdstuk, dat immers een opsomming geeft van de voorvaderen van Jezus.
Dit werk vormt samen met De martelaarsdood van Mattheüs en De roeping van Mattheüs de zgn. San Luigi dei Francesi-cyclus.
Verschijning van God
De Israëlieten waren vertrokken uit Refidim en kwamen aan in de Sinaiwoestijn, waar zij dicht bij de berg hun kamp opsloegen Mozes ging de berg op, naar God. Toen hij boven was, sprak de heer hem daar aan en zei: ‘Dit moet u zeggen tegen het huis van Jakob en moet u de zonen van Israël laten weten. Met eigen ogen hebt u gezien hoe Ik ben opgetreden tegen Egypte, hoe Ik u op arendsvleugelen heb gedragen en hier bij Mij gebracht heb. Als u naar mijn woord luistert en mijn verbond onderhoudt, dan zult u van alle volken mijn bijzondere eigendom zijn, want aan Mij behoort de aarde. U zult mijn priesterlijk koninkrijk en mijn heilig volk zijn.
Aanstelling van de twaalf
Bij het zien van de mensenmenigte werd Hij diep bewogen door hen, omdat ze geplaagd en gebroken waren als schapen zonder herder. Toen zei Hij tegen zijn leerlingen: ‘De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag dus de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst.’ Hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en elke ziekte en elke kwaal te genezen. De namen van de twaalf apostelen zijn deze: allereerst Simon, die Petrus genoemd wordt, en dan Andreas, zijn broer, Jakobus van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer, verder Filippus en Bartolomeüs, Tomas en de tollenaar Matteüs, Jakobus van Alfeüs en Taddeüs, Simon Kananeüs en Judas Iskariot, die Hem overgeleverd heeft.
Zending van de twaalf
Deze twaalf zond Jezus uit met de opdracht: ‘Sla de weg naar de heidenen niet in, en ga een stad van de Samaritanen niet binnen. Maar ga liever naar de verloren schapen van het huis van Israël. Verkondig op je tocht: “Het koninkrijk der hemelen is ophanden!” Genees zieken, wek doden op, maak melaatsen rein, drijf demonen uit. Voor niets hebben jullie gekregen, voor niets moet je geven.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal