Paaszondag 2020, A
Eerste lezing: Handelingen der apostelen 10, 34a. 37-43
Tweede lezing: Kolossenzen 3: 1-4
Evangelie: Johannes 20, 1-9
Onder de aarde ligt een jonge tulpenbol. De zon prikt met haar warme stralen in de aarde. De tulpenbol voelt de warmte op zijn vale witte schil. Zo voelt het goed in de aarde. Hij begint te groeien.
Met zijn sprietige wortels vindt hij voedsel en houvast. Want hij wil groeien en groter worden. Hij wil laten zien wie hij is. Er groeit een dikke groengele punt uit de tulpenbol. Met al de kracht die in hem zit, stoot die punt door de aarde. Zwarte korrels duwt hij opzij. Ze wijken voor de stengel die maar één weg kent: omhoog, naar het licht. Als een boor die alles wat op zijn weg komt opzij schuift!
Opeens… lucht, ruimte en volle zon. Uitzicht tot aan de horizon. Een oogverblindende wereld. De stengel juicht: “Daar wil ik kleur aan geven. Mijn eigen kleur!”. En hij groeit door. Met in zijn bol maar één gedachte: “Straks breek ik open en kan iedereen zien wie ik ben”.
De regen komt en doorweekt de aarde. De winter komt en alles bevriest. Het voorjaar komt en de aarde ontdooit.
De bol is ondanks alles gegroeid. Dunnen schilletjes zijn van uit zijn kern over elkaar heen gegroeid. En wéér voelt de bol een kracht in zich die wil uitbreken naar het licht.
Opnieuw stuwt de stengel naar boven, dwars door de aarde naar het licht. Het is het licht waardoor de tulpenbol niet anders kan zijn dan wat zijn voorbestemming is. Groeien en bloeien naar het licht, om zo de wereld weer mooi te maken, als is het maar voor even…!
Johannes 20, 1-09
Zalig Pasen.
Techniek: Olieverf op paneel
Afmetingen: 233 cm ?? 165 cm
Datum: 1499
Door: Pietro Perugino (ca. 1446/1450 - 1523) Italie
Te bewonderen in het: Pinacoteca Vaticana, Rome
Het werk volgt de typische regeling van Perugino's kunst. De goddelijkheid, in het geval de opgestane Jezus wordt afgebeeld in een mandorla geplaatst in het bovenste deel van het schilderij, daarnaast de engelen. Het onderste deel toont, een landschap op de achtergrond, de open sarcofaag en vier Romeinse soldaten, van wie er drie slapen en een gewekt door het wonder.
De figuur van Christus, met het symbool van de opstanding, de vlag, heeft de typische harmonie en zachtheid van de volwassen werken van Perugino, met een gedetailleerdheid van de borst en een lichte draperie met diepe plooien.
De twee engelen bij zijn kanten zijn symmetrisch.
De sarcofaag heeft een goed geschilderde deksel volgens geometrische perspectief. De soldaten zijn ook geschilderd met aandacht voor details, zie hiervoor de grillige kam van de soldatenhelm linksonder.
Petrus bij Cornelius in Caesarea
Petrus opende zijn mond en zei:
’U weet wat er gebeurd is in heel het Joodse land, het eerst in Galilea, na de doop die Johannes verkondigde: dat God Jezus uit Nazaret zalfde met heilige Geest en kracht; Hij trok weldoende rond en genas allen die in de macht waren van de duivel, want God was met Hem. En wij zijn de getuigen van alles wat Hij gedaan heeft in het land van de Joden en in Jeruzalem. Zij hebben Hem gedood door Hem aan een kruis te slaan. Maar God heeft Hem opgewekt op de derde dag en Hem laten verschijnen, niet aan heel het volk, maar aan de getuigen die tevoren door God waren aangewezen, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben na zijn opstanding uit de doden. Hij gebood ons tot het volk te prediken en te getuigen dat Hij het is die door God is aangesteld tot rechter van levenden en doden. Van Hem getuigen alle profeten dat ieder die in Hem gelooft, door zijn naam vergeving van zonden verkrijgt.’
Het nieuwe leven
Broeders en zusters, als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is,
daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods. Zint op het hemelse, niet op het aardse. Gij zijt immers gestorven en uw nieuw leven is nu met Christus verborgen in God.
Christus is uw leven, en wanneer Hij verschijnt, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Jezus’ leerlingen bij het lege graf
Op de eerste dag van de week ging Maria van Magdala, in alle vroegte, terwijl het nog donker was, naar het graf en zag dat de steen voor de opening van het graf was weggehaald. IJlings liep ze naar Simon Petrus en de andere leerling, die van wie Jezus hield. ‘Ze hebben de Heer uit het graf gehaald’, zei ze. ‘Wisten we maar waar ze Hem hebben neergelegd!’ Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. IJlings liepen de twee er samen naartoe, maar de andere leerling liep harder dan Petrus en kwam het eerst bij het graf aan. Hij wierp er een blik in en zag dat de linnen doeken er nog lagen. Maar hij ging niet naar binnen. Toen kwam ook Simon Petrus, na hem, bij het graf aan en ging meteen naar binnen. Hij zag hoe de doeken er nog lagen, maar ook hoe de doek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de andere doeken lag: hij was opgerold en lag helemaal apart. Toen pas ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen. Hij zag en kwam tot geloof. Ze wisten toen nog niet wat de Schrift zei: dat Hij uit de doden móést opstaan.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal