Kies uw kerk

Preek van de week

2023-02-22. Meer en minder

Preek As-Woensdag, A

          
Eerste lezing: Joël 2,12-18
          
Tweede lezing: 2 Korintiers 5,20-6,2
          
Evangelie: Matteüs 6,1-6.16-18

          ‘Dit zegt de Heer: Keer tot Mij terug, van ganser harte.’ Zo begint de eerste lezing. En in het evangelie zegt Jezus: ‘Wanneer gij vast, zet dan geen somber gezicht zoals de schijnheiligen.’

Terugkeren tot God de Heer en vasten: dat is waartoe we elk jaar in de veertigdagentijd worden opgeroepen. Maar hoe doen we dat? Hoe kunnen we tot God terugkeren en hoe kunnen we vasten? Misschien klinkt het eigenaardig, maar het antwoord is: door meer en minder

Meer, door onszelf in vraag te stellen. Niet met het doel onszelf in het licht te stellen, maar om stil te staan bij onszelf en onze manier van leven. Door ons af te vragen of we goed bezig zijn in ons doen en denken. Is ons denken gericht op het echte leven. Hoe we leven, en of we dat kunnen verantwoorden voor onszelf, onze medemensen, de natuur, het milieu. Is ons spreken gezond, of gaat het om grote woorden zonder inhoud?

Bidden we geregeld tot God onze Heer, of aanbidden we alleen onszelf, ons plezier, ons bezit, ons dit en ons dat?

Eigenlijk gaat het in zijn geheel om een eenvoudige vraag: gaan we in op de vraag of we meer aandacht hebben voor het goede dan voor het voordelige? Het goede in onszelf en in onze medemensen. En zetten we ons echt in voor dat goede? Werken we bijvoorbeeld echt mee aan Broederlijk en Zusterlijk Delen?

Mattheus 6, 1-6. 16-18

Mattheus 6, 1-6. 16-18

Meer, maar ook minder. Minder aandacht voor onszelf, voor ons eigen groot gelijk. Minder luxe, minder overvloed, minder dit en minder dat. Minder verslaving aan eten en drinken, en aan zoveel andere dingen dat we niets anders meer kunnen en kennen. We kennen allemaal die alledaagse beelden: op de trein, in de bus, in de klas, op straat, aan tafel, zelfs tijdens het eten: geen woord met elkaar, geen aandacht voor elkaar. Alleen maar smartphone, alleen maar gamen, soms dag en nacht.

Om te besluiten. Lieve mensen, laat de veertigdagentijd echt een tijd zijn van meer en minder. Meer bezinning, meer aandacht voor wat echt belangrijk is. En minder tijd voor zelfverheerlijking, voor verslaving, voor eigen groot gelijk. En natuurlijk meer God onze Heer, zodat we tot Hem kunnen terugkeren. Niet met sombere gezichten, maar van ganser harte. Dan wordt de veertigdagentijd een heerlijke groeitijd naar Pasen toe.

          Amen

Joël 2, 12-18

Oproep tot bekering
Maar ook nu nog - Godspraak van de Heer: 'Keer u om naar Mij met heel uw hart, vastend, wenend en rouwend.’ Scheur uw hart en niet uw kleren, keer u om tot de Heer uw God, want genadig is Hij en genadig, barmhartig, toegevend en vol liefde, en Hij heeft spijt over het onheil. Wie weet, zal Hij omkeren en krijgt Hij spijt, en laat dan zegen achter zich,  een huldigingsoffer en een plengoffer voor de Heer, uw God! Blaas de bazuin op Sion, kondig een heilige vastentijd af, roep een plechtige bijeenkomst bijeen. Verzamelt het volk, beleg een heilige bijeenkomst, brengt de oudsten samen en verzamelt ook de kinderen en de zuigelingen; laat de bruidegom zijn kamer verlaten en de bruid haar bruidsvertrek. Laat tussen de voorhal en het altaar de priesters, die de dienst van de Heer verrichten, wenen en zeggen: Spaar uw volk, Heer, laat niet met uw erfdeel spotten, laat de heidenen het niet overheersen. Waarom zouden we onder de volken zeggen: Waar blijft hun God? Toen is de Heer voor zijn land opgekomen en heeft Hij zijn volk gespaard.

2de lezing: 2 Korintiers 5, 20-6, 2

De dienst van verzoening
Wij zijn dus gezanten van Christus, alsof God zelf u oproept door ons woord. Wij smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen! Hem die geen zonde heeft gekend, heeft God voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods gerechtigheid zouden worden.
Als zijn medewerkers sporen wij u aan: zorg dat u de genade van God niet tevergeefs hebt ontvangen. Hij zegt immers: Op de gunstige tijd heb Ik u verhoord, op de dag van het heil ben Ik u te hulp gekomen. Nú is het die gunstige tijd, nú is het de dag van het heil.

Matteüs 6, 1-6. 16-18

De Vader ziet in het verborgene
Pas op dat jullie je gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, om door hen gezien te worden. Anders wacht je geen loon bij jullie Vader in de hemel. Dus wanneer je barmhartig bent, loop er dan niet mee te koop, zoals de schijnheiligen dat doen in de synagogen en op straat, om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie, zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je barmhartig bent, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Opdat je barmhartigheid in het verborgene gebeurt, en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen. En wanneer je bidt, wees dan niet als de schijnheiligen, zij staan graag in de synagogen en op de straathoek te bidden, om op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie, ze hebben hun loon al ontvangen. Maar als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, en bid tot je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen.
Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht als de schijnheiligen, want zij vertrekken hun gezicht om met hun vasten op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jij vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht, opdat het bij de mensen niet opvalt dat je vast, maar wel bij je Vader, die in het verborgene is; En je Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Archief preken