Preek 4de zondag van het jaar, A
Eerste lezing: Sefanja 2,3. 3, 12-13
Evangelie: Matteüs 5, 1-12
In het verpleeghuis waar ik werk, liep enige weken geleden een jonge moeder met haar dochtertje, ongeveer een jaar oud, me tegemoet. Het dochtertje liep met kleine onvaste stapjes op mij af en gaf me een handje. De moeder zei tegen haar kind: “Ga je iedereen een hand geven?” Het klonk nogal kribbig. Het kind hoorde het niet. Het lachte me toe. Ik dacht zelf: was het maar waar dat iedereen, iedereen een hand gaf. Hoe anders zou de wereld eruitzien: vredig, veilig en iedereen gelukkig. Maar dat is een illusie, een onhaalbaar verlangen. Het is niet realistisch.
Toen ik de zaligsprekingen las, dacht ik opnieuw: was het maar waar. Was het maar waar, dat er welzijn is voor de armen, troost voor de treurenden, mensen zachtmoedig waren en er eindelijk gerechtigheid was. Zalig zou het zijn. Maar is dit niet evenzeer een illusie? Een onhaalbaar verlangen? Niet realistisch?
Om Jezus woorden goed te verstaan, zullen we de berg op moeten. Jezus is de berg opgegaan, met zijn leerlingen, net als indertijd Mozes. De berg is de plaats van de Godsontmoeting. Daar kan God worden gehoord.
De berg opgaan wil zeggen: je vrijmaken van het denken en doen van de wereld. Een wereld van de hardvochtigen, de rijken, de onbarmhartigen, de sterken die de dienst uitmaken.
Mattheus 5, 1-12
De berg opgaan wil zeggen: al je oordelen, inzichten over hoe het moet, achter je laten, beneden laten, om onbevangen te gaan horen naar woorden. Om ontvankelijk te worden voor verhalen die spreken van een wereld omgekeerd. Dat wil zeggen van een wereld waar geen haat is, maar liefde, geen geweld, maar vrede, een wereld waarin geen hardheid is, maar barmhartigheid en zachtmoedigheid.
De berg opgaan wil zeggen: open kunnen en willen staan voor het visioen waar Jezus vol van is. Hij benoemt het met de woorden: het Rijk Gods. De berg opgaan wil zeggen: daar willen zijn, waar Hij is, waar zijn leerlingen zijn, de geloofsgemeenschap, die in zijn naam bijeen komt, de Kerk, wij, hier en nu.
Op de berg spreekt Jezus tot zijn leerlingen, mensen die hem volgen, hem vertrouwen, mensen die willen verstaan, ongehoorde woorden, maar die hen niet afschrikten: Zalig die mens waarnaar niemand omziet, zalig die mens die ernaar hunkert om gezien te worden.
Om te besluiten. Wie de Zaligsprekingen heeft begrepen zal geen moeite hebben om te verstaan al wat Jezus verder ons zegt in het evangelie. In alle verhalen en toespraken komt deze boodschap terug. De zaligsprekingen vormen ons tot messiaanse mensen, tot zachtmoedige, barmhartige, vredelievende en gave mensen. Mensen die tot een licht en een bron van hoop voor de armen van geest, de ongetroosten, verdrukten en ontrechten kunnen worden. Hiervoor hoeven we alleen maar samen, met Jezus, de berg op!
Amen.
Door: Cosimo Rosselli (1439 - 1507)
Afmetingen: ca. 349 x 570 cm
Techniek: fresco
Datum: 1481-1482
Te bewonderen in: Sixtijnse kapel, Vaticaanstad, Italië
Een fresco op de noordelijke wand van de Sixtijnse kapel. Het is er een uit de reeks over het leven van Jezus.
In de Bergrede gaf Jezus de regels die later de christelijke leefregels zouden worden. Rechts nog een andere scène getoond: De genezing van een melaatse.
Oproep tot bekeringoek de heer,
Zoek de heer, u, dienaars van het land, die zijn geboden naleven. Zoek de gerechtigheid, zoek de bescheidenheid. Dan vindt u misschien een schuilplaats op de dag van de toorn van de heer.
Beloften
Dan laat Ik binnen uw muren alleen nog een nederig, bescheiden volk over, dat zijn toevlucht zoekt bij de naam van de heer, De rest van Israël zal geen onrecht meer doen en geen onwaarheid meer spreken; in hun mond is geen tong die bedriegt. Want zij zullen hoeden en rusten, zonder door iemand te worden opgeschrikt.
Toespraak op de berg
Bij het zien van deze menigte ging Hij de berg op, en toen Hij was gaan zitten, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en onderrichtte hen met deze toespraak: ‘Gelukkig die arm van geest zijn, want hun behoort het koninkrijk der hemelen. Gelukkig die verdriet hebben, want zij zullen getroost worden. Gelukkig die zachtmoedig zijn, want zij zullen het land erven. Gelukkig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig die barmhartig zijn, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig die vervolgd worden vanwege de gerechtigheid, want hun behoort het koninkrijk der hemelen. Gelukkig zijn jullie, als ze jullie uitschelden en vervolgen en je van allerlei kwaad betichten vanwege Mij. Wees blij en juich, want in de hemel wacht jullie een rijke beloning. Zo hebben ze immers de profeten vóór jullie vervolgd.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal