Overweging, Heilige Stephanus, A
Eerste lezing: Handelingen 6, 8:10 & 7, 54-60
Evangelie: Mattheus 10, 17-22
Beste medegelovigen, In de afgelopen vier adventsweken hebben we ons op Kerstmis voorbereid. En dan is het goed om ons in deze Kerstdagen af te vragen: “Wat is Kerstmis nu eigenlijk voor ons, Is het meer dan ‘Stille nacht, heilige nacht’, ‘nu zijt wellekome’ en nog zoveel meer oude Kerstliederen die ons blijven ontroeren? Leeft onze Kerstverwachting misschien alleen hier in de kerk. Houdt ze na de viering alweer op en spoedige we ons daarna snel naar huis om ons eigen Kersfeest te vieren met lekker eten en drinken mooie cadeaus en een gezellige familiebijeenkomst?
Natuurlijk het hoort er allemaal bij maar als Kerstmis niet meer is dan dat, dan houdt Kerstmis s ’avonds al op en heeft de realiteit weer het laatste woord en die realiteit is heel wat minder feestelijk, want de Kerstvrede moet dan plaatst maken voor een barbaarse oorlog in Oekraïne. Voor de onderdrukking van vrouwen in landen als Iran en Afghanistan. Voor de groeiende angst bij velen, ook in onze eigen omgeving, dat zij het dagelijkse leven niet meer kunnen betalen. Voor een ziekelijke polarisatie die alleen maar voor vijandschap zorgt. Voor miljoenen vluchtelingen die hetzelfde meemaken als Jozef en Maria destijds: ‘geen plaats in de herberg’. Voor een klimaat ramp die als een donkere wolk boven de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen hangt.
Het is die realiteit die het echte kerstcadeau verduisterd en dat is ‘De komst van God in ons midden’. ‘Het woord is vleesgeworden’ zij de evangelist Johannes gisteren. God van nu wij denken dat hij heel hoog en ver van ons vandaan is, is aanwezig in zijn schepping. Heel dichtbij dus en die nabijheid komt op een ultieme wijze aan het licht in en pasgeboren kindje. Dat moet ons Kerstfeest zijn, en feest van vreugde en dankbaarheid omdat God geen afstandelijke God is, maar wil wonen in ons midden. Hij wil ons bestaan delen, Hij wil bij ons zijn op vreugdevolle momenten, maar ook als we het moeilijk hebben.
Stephanus moet op de drempel van de dood die nabijheid van God op een hele bijzondere manier gevoeld hebben.
‘Wees niet bevreesd’ dat hoorden we zeggen op Kerstavond de engel tegen de herders zeggen en vorige week zondag, de vierde adventszondag, hoorde we het de engel tegen Jozef, de bruidegom van Maria, zeggen. ‘Wees niet bevreesd ik ben bij je’.
“Wees niet bevreesd”. Het zijn de kernwoorden van ons geloof.
Heilige Lucy voor de Rechter
‘Heden is u een Redder geboren’ de Redder die ons verlost van het kwaad, van egoïsme, van vertwijfeling en wanhoop. De redder die liefde en vrede brengt in ons leven en dat doet hij niet vanuit een paleis met macht en pracht en praal, maar vanuit een kribbe in een stal, want hij is niet uit op macht en heerschappij maar op barmhartigheid, op eenvoud, op aandacht voor iedereen, op liefde en vrede. Door hem dwalen wij niet langer door een land van doodse duisternis. Door hem hebben wij als zijn volgelingen het vermogen gekregen om kinderen van het licht te zijn en daarbij mogen we ons afvragen zijn “zijn wij zelf ook een licht voor onze medemensen?”, of vertoeven wij liever in de duisternis van onze eigen ik, ons eigen gemak, ons eigen welzijn? Niet dat het fout is om aandacht te hebben voor onszelf, zeker niet, maar wij mogen onze medemensen en eigenlijk al onze medeschepselen niet vergeten. Want Kerstmis wordt ook wel eens ‘de menswording van God genoemd’ en dat is het ook, maar het geheim is eigenlijk nog veel groter. “Het woord is vleesgeworden” dat wil zeggen ‘God heeft zijn ziel en zaligheid in heel zijn schepping gelegd. Zelfs in het kleinste grassprietje. Dus ook in al die duizenden planten en diersoorten die dreigen verdwijnen of reeds uitgestorven zijn, omdat met name de westerse mens op te grote voet leeft. Dat Jezus geboren werd in een stalletje is een teken van zijn barmhartigheid voor al wat leeft en die barmhartigheid vraagt hij ook van ons.
Niemand van ons heeft ooit God gezien, maar Jezus heeft Hem ons wel leren kennen en dat vieren we met Kerstmis. Niet als een strenge straffer leren we hem kennen maar als een barmhartige Vader. Niet ver weg van ons en onbereikbaar maar midden onder ons en net als dat kind in de kribbe zijn wij ook zijn kinderen. Hij geeft ons liefde en innerlijke vrede. Hij schenkt ons vertrouwen om altijd weer naar buiten te komen om zijn liefde uit te dragen voor arm en rijk, voor jong en oud. Voor ziek en gezond voor alles wat leeft op onze kwetsbare aarde. Hij is onze hoop om ons in te zetten voor een betere wereld. Een wereld waarvan wij genieten, want God trek altijd met ons mee en dat is het mooiste kerstcadeau wat we kunnen indenken.
Voor u allen een zalige kerst toegewenst.
Schilder: Lorenzo Lotto (circa. 1480 - 1556)
Techniek: Olie op hout
Afmeting: 243 ?? 237 cm
Te bezichtigen in paleis: Palazzo Pianetti, Jesi, Italië
Oorspronkelijk een altaar schildering. Sint Lucia voor de rechter Paschasius. De soldaten proberen haar af te voeren maar de heilige blijkt onbeweegbaar.
Omdat zij als christenvrouw weigerde te offeren aan de Romeinse goden, werd zij voor de rechter geleid die haar tot zogenaamd betere gedachten moest brengen. Maar zij bleef trouw aan haar liefde voor Christus. In de legende wordt dat aangeduid met de woorden ‘maagdelijkheid’, ‘kuisheid’ en ‘reinheid’: zuiver en alleen gericht zijn op de heiligste dingen van God in je leven en je niet laten bezoedelen door onwaardige compromissen of chantage. Wie zo leven worden ‘hoerenzonen genoemd’.
Volgens de legende zei ze tegen haar rechter: ‘Ik ben een maagd van God. Tot zijn leerlingen zei Hij: Als je voor koningen en rechters komt te staan, zit er dan niet over in wat je moet zeggen of antwoorden. Want eigenlijk ben jij het niet die spreekt, maar de Geest van de Vader in de hemel is het die door jou spreekt.’
Waarop de rechter zei: ‘Het is dus de Heilige Schrift die in je is?’
Lucia antwoordde: ‘Wie kuis en rein leeft, is een tempel van de Heilige Geest.’
Toen zei de rechter: ‘Nou, dan laat ik je naar de tempel van de publieke vrouwen brengen. Daar zul je je kuisheid verliezen; dan zal die Heilige Geest vanzelf wel verdwijnen.’
Toen liet de rechter hoerenknechten roepen en sprak tot hen: ‘Ga erop uit en nodig iedereen uit zich aan haar lichaam te verlustigen tot men haar dood aantreft.’ Maar toen die boosaardige knapen Sint Lucia naar dat zondenbedrijf wilden brengen, werd de heilige maagd krachtens de Heilige Geest zo zwaar dat men haar niet van haar plaats kon krijgen. Toen beval de rechter dat er duizend kerels bij gehaald moesten worden, en dat zij aan handen en voeten gebonden moest worden. Maar ook zij speelden het niet klaar beweging in haar te krijgen. Toen liet hij naast die duizend man ook nog een paar koppels ossen voor haar spannen, maar de maagd bleef onverzettelijk. Hij liet er tovenaars bijhalen met de bedoeling dat zij met hun bezweringen haar van haar plaats zouden krijgen, maar er gebeurde niets. Toen riep de rechter uit: ‘Wat is dat voor tovenarij dat zelfs duizend man niet in staat zijn beweging te krijgen in één maagd?’ Waarop Lucia zei: ‘Dat is geen tovenarij. Het is Gods kracht. Want weet wel: al deed u er nog eens duizend man bij: ze zouden mij niet van mijn plaats krijgen.’
Stephanus aangeklaagd
In die dagen deed Stephanus, vol van genade en kracht, grote wondertekenen onder het volk. Sommige leden echter van de zogenaamde synagoge der Vrijgelatenen, Cyreneeërs en Alexandrijnen en sommige mensen uit Cilicië en Asia begonnen met Stephanus te redetwisten, maar zij konden niet op tegen de wijsheid en tegen de geest waarmee hij sprak.
Stephanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd
Zij werden woedend en ze knarsetandden tegen hem. Maar Stephanus, vervuld van de heilige Geest, staarde naar de hemel en zag Gods heerlijkheid en Jezus, staande aan Gods rechterhand; en hij riep uit: 'Ik zie de hemel open en de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand'. Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als één man op hem af. Zij sleepten hem buiten de poort en stenigden hem. De getuigen legden hun mantels neer aan de voeten van een jongeman die Saulus heette. Terwijl zij Stephanus stenigden, bad hij: 'Heer Jezus, ontvang mijn geest'. Toen viel hij op zijn knieën en riep met luide stem: 'Heer, reken hun deze zonde niet aan’. Na deze woorden ontsliep hij.
Zending van de twaalf
In die tijd zei Jezus tot de twaalf: 'Neemt u in acht voor de mensen. Zij zullen u overleveren aan de rechtbanken en u geselen in hun synagogen. Gij zult voor stadhouders en koningen gebracht worden omwille van Mij, om zo ten overstaan van hen en de heidenen getuigenis af te leggen. Maakt u echter, wanneer men u overlevert, niet bezorgd over het hoe of wat van uw spreken: op dat ogenblik zal u worden ingegeven wat gij moet zeggen. Want niet gij zijt het die spreekt, maar door u spreekt dan de Geest van uw Vader. De ene broer zal de andere aan de dood overleveren, en een vader zijn kind; de kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood doen brengen. Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen, omwille van mijn naam. Wie echter ten einde toe volhardt, zal gered worden'.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal