3de zondag van de advent.
Eerste lezing: Jesaja 35, 1-6. 10
Evangelie: Mattheus 11, 2-11
Je zult maar slachtoffer zijn van omstandigheden die je krachten ver te boven gaan. Daar wordt je land overrompeld door een vreemde mogendheid, elders verdwijnt je huis met een modderstroom en je kind wordt ergens gemarteld. Je moet vluchten. Weg huis en haard, weg werk, vrienden en beschutting. Ga eens met de boodschap van de profeet Jesaja naar deze mensen.
Als we goed hebben geluisterd naar die veel belovende profetie van Jesaja -als mensen die bewogen zijn met de grote en kleine samenleving zijn- hoe reageren we dan op de deze Schriftwoorden? Wat ik wel weet is dat de grote menigte in onze maatschappij hun schouders ophalen, cynisch reageren, of de boodschapper van zo’n belofte weg hoont.
Hoe reageren wij op deze boodschap van Jesaja? Wellicht richten we ons hoofd op, zijn we wat verdwaasd, maar willen we wel graag dit perspectief omarmen. Zo worden wij bevoorrechte mensen, die, hoe groot de ellende die ons gevangen houdt ook is, toekomst weten en zien.
De stem van bemoediging, die van Godswege over heel de aarde klinkt en blijft klinken, wordt door weinigen vernomen en aanvaard. Juist dáár ontstaan hoop en vertrouwen. Jesaja is de belichaming van zo’n kleine groep mensen. In de dagen dat hij profeteerde was het volk Israël verstrooid en gedeporteerd onder vreemde volkeren. Ze verlangden naar oude tijden, de terugkeer naar huis, de opbouw van hun huizen.
Mattheus 11, 2-11
Vervreemding en heimwee maakten de mensen in oorlog en nood, gevoelig voor de beelden die Jesaja gebruikt. De woestijn zal bloeien. De blinden gaan zien, kreupelen zullen springen als een hert. Het lam ligt bij de wolf, de koe bij de berin, het kind speelt met de slang. En wat denk je van die heuvels, die worden geslecht, en de dalen, die omhoogkomen?
Daarom hebben Jezus en profeten zelf alleen in gelijkenissen gesproken over het koninkrijk van God. Het is niet te vatten. Ze weten dat zij ons op een leven wijzen met mogelijkheden, welke wij voor onmogelijk houden. Daarom gebruiken ze beelden, waarvan wij zeggen dat het wel fraai is, maar dat het uiteraard niet kan. Ik geef toe dat ook de profeet niet de gestalte en de concrete inhoud kent van wat hij verwacht. Maar hij profeteert vanuit zijn innerlijke en diepste overtuiging datgene, wat hij niet verwacht, maar dat dat juist de zin van zijn verwachting is. Hij is bereid zich volslagen door de komende dingen te laten overdonderen. Sterker nog: hij moet dat uitschreeuwen naar ons toe.
Om te besluiten. Want de woorden van Jezus en Jesaja zijn ook voor ons bedoeld. Ook wij behoren toch tot die kleine groep, die bevrijd wil worden van dat gevoel van ontheemd en vervreemd zijn. Maar weet dan wel, dat al die prachtige beelden, die verheven voorstellingen en die bezielende visioenen niets voorstellen naast het kleinste plaatje van het echte koninkrijk Gods. De woestijn zál bloeien!!
Amen.
Door: Mattia Preti (1613-1699)
Datum: ca. 1655
Techniek: olieverf op doek
Afmeting: 170.2 x 217.2 cm
Locatie: Fine Arts Museums of San Francisco, USA
Een dramatisch schilderij van St. Johannes de Doper die predikt in de woestijn.
Verlost uit de ballingschap
Laat de woestijn en het dorre land zich verheugen, de wildernis jubelen en bloeien, weelderig bloeien als de krokus; laat haar uitbundig juichen en jubelen. Zij wordt getooid met de glorie van de Libanon, de luister van Karmel en Saron. Dan zal men de glorie van de Heer zien, de luister van onze God. Geef de zwakke handen weer kracht, maak de bevende knieën sterk. Zeg tegen iedereen die radeloos is: ‘Houd moed, wees niet bang, hier is uw God, Hij brengt de wraak mee, de oddelijke vergelding, Hij komt u redden.’ Dan worden de ogen van de blinden geopend en de oren van de doven geopend. Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme. En water welt op in de woestijn, rivieren in het dorre land.
De verlosten van de Heer keren terug; met gejubel zullen zij Sion binnenkomen, hun hoofd met eeuwige vreugde gekroond. Blijdschap en vreugde zullen hun tegemoetkomen, droefheid en gezucht zullen wegvluchten.
De vraag van Johannes en Jezus’ antwoord
Toen Johannes in de gevangenis hoorde over de daden van de Messias, liet hij Hem bij monde van zijn leerlingen vragen: ‘Bent U het die komen zou, of hebben we een ander te verwachten?’ Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Ga Johannes vertellen wat u hoort en ziet: Blinden zien weer en kreupelen lopen, melaatsen worden rein en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de goede boodschap verkondigd. Gelukkig degene die geen aanstoot aan Mij neemt.’
Johannes, meer dan een profeet
Toen ze vertrokken, begon Jezus tegen de mensen over Johannes te spreken: ‘Waarom bent u naar de woestijn gegaan? Om naar riet te kijken dat beweegt met de wind? Waarom ging u dan? Om iemand in verfijnde kleren te zien? Mensen die verfijnde kleren dragen, vind je in de paleizen van de koningen. Maar waarom ging u dan? Om een profeet te zien? Ja, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet. Hij is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor u uit, om voor u de weg te banen. Ik verzeker u, onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is er niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper. Maar de kleinste in het koninkrijk der hemelen is groter dan hij.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal