14de zondag door het jaar, C
Eerste lezing: Jesaja 66, 10-14c
Evangelie: Lucas 10, 1-12. 17-20
Toen in 1989 het communisme in de Sovjetunie in elkaar stortte, kwam de godsdienst als uit het niets weer tevoorschijn en het werd weer heel normaal om te geloven. Meer dan zeventig jaar campagne voor het atheïsme was niet voldoende om het geloof met wortel en al uit te roeien. In tegendeel, ondanks het feit dat de cursus atheïsme verplicht was in alle onderwijs takken. Priesters werden verbannen naar Siberië. Alle uiterlijke geloofsbelevingen en vooral die van de devoties werden onmogelijk gemaakt. En toch is het geloof onderhuids altijd aanwezig gebleven. Hoe komt dat toch na al die jaren dat het geloof weer verrees als een feniks uit de as? “Het waren de moeders en de grootmoeders die het bewaard hebben en doorgegeven, zij waren daartoe niet opgeleid, ze hadden daarvoor geen mandaat gekregen, ze hebben het gewoon doorgegeven, zoals het leven zelf, zoals dat moeders eigen is van nature”.
Op een andere wijze, niet zo brutaal, maar wel veel geraffineerder beleven wij nu in het westen, wat toen in Rusland gebeurde. Een praktisch atheïsme wordt ons opgedrongen. Voortdurend wordt geloven voorgesteld als achterhaald en voorbijgestreefd. Religieuze symbolen worden belachelijk gemaakt. Priesters worden wel niet verbannen, maar lege seminarie zijn veel doeltreffender. In plaats van geloof komt de cultuur van het genieten heel erg bovendrijven. De cultuur van het ongeremde materialisme.
De kermis, zoals die dit weekend in Best is daar een prachtig voorbeeld van. De kermis was eigenlijk de “Kerk-mis”. Het feest van de parochie, van de kerk. Nu is het feest van mensen die niet meer weten dat ze iets vieren, maar het is wel het feest van het genieten. En dat is natuurlijk goed, maar de inhoudelijke basis is als het ware weggevaagd.
Lucas 10, 1-20
Jezus zegt vandaag in het evangelie dat we gelezen hebben: “Ik zend u als lammeren tussen de wolven”. En ik denk het zal toch niet zijn dat straks in het westen de moeders en de grootmoeders het geloof weer zullen doorgeven. Misschien moeten wij allemaal, ja iedereen, die het voelt dat geloof belangrijk is en waar het iets voor betekend, dat gaan doen. En dan denk ik dat die zin van de lammeren en de wolven heel belangrijk is voor ons. Al te vaak hebben wij gedacht, dat we lammeren zijn, maar we zijn ook wolven. Je ziet dat nu in Rusland. Je ziet dat veel mensen de moed niet hebben als lam om te ageren tegen de wolven. Maar bedenk dat de wolf ook in ieder van ons zit.
Ik las laatst een mooi verhaal van een religieuze zuster die schrijft: “Vroeger streefde ik ernaar om alle duisternis uit mijn leven te bannen. Verdriet, boosheid, hebzucht, angst of depressieve gevoelens mochten er niet zijn. Ik beoefende een positief denken. Ik zette me in voor de medemens, ik vond kracht in gebed en meditatie. Dit alles hielp prima om geen last te hebben van negatieve emoties. Tot op een dag de duisternis binnensloop als een ongenodigde en ongewenste gast. Positief denken, bidden, meditatie en vriendschapen het hielp allemaal niet meer. Golven van verdriet, angst en depressie stroomden mijn leven binnen. Alles werd pijn in mij.
Op een dag ontmoete ik in Engeland een boeddhistische non en ze luisterde heel goed naar mijn verhaal. En daarop vertelde ze mij: ‘Jij probeert de duisternis uit te bannen, maar stop toch met dat gevecht, stop die strijd. Verzet je niet langer en benader je verdriet en pijn met mildheid, met begrip, sluit vrede met je donkere kant, met die wolf die ook in jou leeft. Ga een liefdevolle relatie aan met je kwetsuren, met je wonden uit het verleden en met je zwaktes. Het is niet het volmaakte, maar het onvolmaakte dat smeekt om onze liefde.’.”
Ik denk dat wij een beetje die mensen moeten worden die die moeilijke weg zijn opgegaan om te kunnen getuigen, om aan andere mensen te laten zien dat we een blijde boodschap hebben te verkondingen. Niet de negatieve kanten van het leven verdringen maar echt onder ogen zien en dat maakt milde mensen, dat geeft begrip voor de fouten van anderen. Dat zal zeker voor ons ook een mooie toekomst kunnen betekenen.
Amen.
Door: Vincent Van Gogh (1853-1890)
Afmetingen: 51x 60 cm
Datum: Juni 1888
Te bewonderen: The Israel Museum, Jeruzalem, Israël
Gift van Yad Hanadiv, Jeruzalem, uit de collectie van Miriam Alexandrine de Rothschild, dochter van de eerste Baron Edmond de Rothschild
Verheug u over Jeruzalem
Verheug u, samen met Jeruzalem, en juich om haar, u allen die haar liefhebben. Jubel met haar van blijdschap, u allen die om haar treuren. U mag zuigen en u verzadigen aan haar borsten vol van troost, u mag met volle teugen drinken van haar volle moederborst. ‘Want’, zo spreekt de Heer, ‘Ik laat vrede naar haar toestromen als een rivier, en de roem van de volken als een beek die buiten zijn oevers treedt. Haar zuigelingen worden op de heup gedragen en op de knieën vertroeteld. Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten: in Jeruzalem zult u getroost worden. Zielsblij zult u het aanschouwen, en uw gebeente zal ontluiken als het groen. De hand van de Heer zal zich openbaren aan zijn dienaren, maar zijn woede zal over zijn vijanden komen.
Zending van de tweeënzeventig
Hierna wees de Heer nog tweeënzeventig anderen aan en zond hen twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waar Hij zelf nog komen zou. Hij zei tegen hen: ‘De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst. Ga nu, maar weet wel, Ik stuur jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen beurs mee, geen reistas en geen schoenen, en groet onderweg niemand. Als je bij iemand in huis komt, zeg dan eerst: “Vrede aan dit huis.”? Woont daar een vredelievend mens, dan zal jullie vrede op hem rusten; zo niet, dan zal die naar jullie terugkeren. Blijf in dat huis en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Trek niet van het ene huis naar het andere. Als je in een stad komt waar men je ontvangt, eet dan wat men je voorzet. Genees er de zieken en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God is nu dichtbij u gekomen.”? Maar als je in een stad komt waar men je niet ontvangt, ga daar de straat op en zeg: “Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten zit, mag u houden - wij vegen het af. Maar weet wel, het koninkrijk van God is dichtbij.”? Ik zeg jullie: voor Sodom zal het op die dag draaglijker zijn dan voor zo’n stad
Terugkeer van de tweeënzeventig; terechtwijzing en dankgebed van Jezus
De tweeënzeventig kwamen opgetogen terug. ‘Heer,’ zeiden ze, ‘zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons in uw naam.’ Hij zei tegen hen: ‘Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen. Kijk, Ik heb jullie de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te trappen en in te gaan tegen alle vijandelijke krachten; niets kan jullie deren. Toch moeten jullie je niet verheugen omdat de geesten zich aan jullie onderwerpen; nee, verheug je omdat jullie namen staan opgetekend in de hemel.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal