4de zondag van Pasen, C
Eerste lezing: Handelingen der apostelen 13, 14. 43-52
Evangelie: Johannes 10, 27-30
De boodschap die Paulus en Barnabas brachten is van een grote eenvoud: zij spoorden hen aan zich over te geven aan de goedgunstigheid van God, hoorden we.
Een grote mensenmenigte van Joden blijkt ontvankelijk voor deze boodschap, en dat maakt de Joodse leiders jaloers. Jaloezie is een lelijk ding! We hebben er denk ik allemaal wel mee te maken gehad of te maken. Paulus en Barnabas laten zich niet beïnvloeden door deze jaloezie; zij blijven hun boodschap trouw en richten zich tot de heidenen.
Waarom tot de heidenen? Alleen maar omdat zij niet in God geloofden? Dit was destijds een geweldige stap. De heidenen behoorden immers niet tot Gods uitverkoren volk. Jezus zelf en later ook zijn leerlingen hadden aanvankelijk geen boodschap aan heidenen, maar dit verandert in de loop van hun optreden.
Is dat, omdat hun boodschap niet aansloeg bij de eigen leiders? Dit zal meegespeeld hebben in de zin, dat het hen te denken gaf. Toch was hun gaan naar de heidenen geen kwestie van zo veel mogelijk zieltjes winnen. De boodschap zelf nodigt uit om deze niet voor zichzelf te houden. Paulus herinnert zich woorden van de profeet Jesaja die deze uitnodiging zo uitdrukt: "Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde."
Johannes 10, 27-30
Behoefte aan redding is er alom, toen en nu. Paulus pakt op en straalt uit, wat zijn leiders laten liggen. Namelijk, dat God trouw is aan het werk van zijn handen, het leven dat Hij ons schonk. Vandaar de aansporing zich over te geven aan de goedgunstigheid van God. Paulus en Barnabas gaan het gevecht met de leiders niet aan en worden verdreven. Zij vertrekken, en doen dit grondig door het stof van hun voeten te schudden, maar we horen geen enkel dreigement, vervloeking of veroordeling.
De boodschap van Paulus en Barnabas is zo krachtig, dat er geen plaats is voor gevoelens van angst, van haat, van onzekerheid. Geen verongelijktheid, die in dit soort situaties bij ons mensen boven komen. Ruzie, ziekte, geweld, jaloezie, macht en afhankelijkheid, honger en armoede zijn voortdurend aanwezig in onze leefwereld en trekken hun sporen in ons.
Wat maakt ons leven dan zo de moeite waard, dat we niet bij de pakken neerzitten, opstaan en weer doorgaan -zoals Herman van Veen zong- alsof we onverslijtbaar zijn? Als ik het al niet in mijn eigen lijf ervaar, hoef ik maar om mij heen te zien om te weten, dat wij mensen aan slijtage onderhevig zijn. Het bestemd zijn voor het eeuwig leven, waarover Paulus en Jezus spreken, is hetgeen ons op de been houdt en voort laat gaan.
Om te besluiten. Jezus had oog voor concrete mensen om Hem heen en dat liet Hij hun merken. Hij nodigde mensen uit in Hem te geloven. Jezus werd door zijn leefwijze hét beeld van God hier op aarde, Gods gezicht onder ons mensen. Ik wens ons allen toe, die momenten in ons leven, waarop concrete mensen soms even ons Gods gezicht laten zien.
Amen.
Mozaïek (ca. 425)
Te bewonderen in: Mausoleum of Galla Placidia, Ravenna, Italy.
Op de zondag van de Goede Herder mag een afbeelding van De herder niet ontbreken. Rust en vrede zijn zichtbaar op dit 5de-eeuwse mozaïek. Een knuffel voor de één, en alle schapen gericht op de herder. Een harmonieus schouwspel. Een soort oase van rust en vooral vertrouwen. Dit voelt echt als een goede herder.
In Antiochië in Pisidië
Van Perge reisden zij door naar Antiochië in Pisidië. Op de sabbat gingen ze naar de synagoge, en namen daar plaats.
Na afloop van de samenkomst liepen vele Joden en godvrezende proselieten met Paulus en Barnabas mee; dezen spraken tot hen en drongen er bij hen op aan trouw te blijven aan Gods genade. De volgende sabbat kwam vrijwel de hele stad bij elkaar om te luisteren naar het woord van de Heer. Maar bij het zien van zo’n massa volk werden de Joden vervuld met jaloezie en maakten ze allerlei godslasterlijke tegenwerpingen tegen de toespraak van Paulus. In alle vrijmoedigheid zeiden Paulus en Barnabas: ‘Tot u moest het woord van God het eerst worden gesproken, maar omdat u het afwijst en uzelf het eeuwig leven niet waardig keurt, daarom keren wij ons tot de heidenen. Want zo luidt de opdracht van de Heer aan ons: Ik heb u opgesteld als een licht voor de heidenen, om tot heil te zijn tot het uiteinde van de aarde.’ De heidenen waren verheugd toen ze dat hoorden en verheerlijkten het woord van de Heer, en allen die bestemd waren voor het eeuwig leven namen het geloof aan. Het woord van de Heer verbreidde zich door de hele streek. Maar de Joden stookten de godvrezende vrouwen uit de hogere kringen en de notabelen uit de stad op, ze ontketenden een vervolging tegen Paulus en Barnabas, en ze verjoegen hen uit hun gebied. Zij schudden het stof van hun voeten af tegen hen en gingen naar Ikonium; maar de leerlingen waren vervuld van vreugde en heilige Geest.
Geloof en ongeloof
Toen werd in Jeruzalem het feest van de tempelwijding gevierd. Het was winter, en Jezus liep op en neer in de tempel, in de Zuilengang van Salomo. De Joden kwamen om Hem heen staan en zeiden: ‘Hoe lang laat U ons nog in het onzekere? Als U de Messias bent, zeg het ons dan ronduit.’ Jezus antwoordde: ‘Dat heb Ik al gedaan, maar u wilt niet geloven: de daden die Ik namens mijn Vader verricht, getuigen van Mij. Maar omdat u niet tot mijn schapen behoort, wilt u niet geloven. Mijn schapen luisteren naar mijn stem; Ik ken ze en ze volgen Mij. Ik geef hun eeuwig leven: nooit zullen ze verloren gaan, niemand zal ze aan mijn hand ontrukken. Want wat mijn Vader Mij heeft toevertrouwd, gaat alles te boven: niemand kan het ontrukken aan de hand van mijn Vader! Ik en de Vader, Wij zijn één.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal