Preek As-Woensdag, C
Eerste lezing: Joël 2, 12-18
Evangelie: Matteüs 6, 1-6. 16-18
De veertigdagentijd begint met een ouverture in grote stijl. De thema's die in de komende periode te horen zullen zijn, worden hier al duidelijk aangegeven: aalmoezen geven, bidden en vasten. Het gaat over de drie grote terreinen waarop ons bestaan zich afspeelt: onze houding tegenover andere mensen, tegenover God en tegenover onszelf. Het loont de moeite ze even van naderbij te bekijken.
Met aalmoezen geven wordt alles bedoeld wat een mens doet - en moet doen - voor de andere mensen, vooral als die in nood zijn. Het omvat heel de sector van wat wij vandaag onze sociale inzet noemen.
Het bidden slaat uiteraard op onze directe, persoonlijke omgang met God, zoals die gestalte krijgt in taal en gebaar. Het vasten heeft betrekking op de manier waarop we onze persoonlijke noden en behoeften bevredigen.
Dat zijn de drie hoofdterreinen waarop wij ons bestaan, in vrijheid en verantwoordelijkheid, dienen uit te bouwen.
Matteus 6, 1-6. 16-18
Jezus haalt fel uit naar degenen die hun gerechtigheid beoefenen voor het oog van de mensen, om de aandacht te trekken. We kunnen Hem daarin zonder veel moeite volgen. Een godsdienstigheid die het van uiterlijk vertoon moet hebben, verliest alle geloofwaardigheid. In het geloof komt het veeleer aan op de innerlijke gezindheid, op de oprechtheid tegenover God en onszelf.
Toch blijft die passage uit de Bergrede ons uitdagen, al merken we het misschien niet meteen. Het verrassende is namelijk dat God zich bemoeit met alle drie genoemde terreinen. Dat God van ons verwacht dat wij bidden. Dat God wil dat wij contact zoeken, is al bij al nog aannemelijk. De Vader zoekt mensen die Hem in Geest en waarheid nabij zijn. Dat Hij zich echter ook inlaat met onze sociale inzet, ligt minder voor de hand. Hij eist dat wij anderen helpen, zeker als zij gebrek hebben aan eten, kledij en onderdak. Dat is meer dan een kwestie van medemenselijkheid. Wie het niet doet, gaat zelfs voor God niet vrijuit. Of omgekeerd gezegd, wie oprecht met God wil omgaan, zal daarvan de gevolgen voelen... tot diep in zijn portefeuille.
Om te besluiten. Vreemd is ook dat God zich inlaat met de bevrediging van onze persoonlijke behoeften, met eten, drinken, kledij, woning en alles wat we nodig hebben om ons vege lijf in stand te houden. Vasten is meer dan besparen op eigen consumptie om dan te kunnen delen - broederlijk delen - met mensen in nood. Het is vrijwillige beperking van eten en drinken, vanuit het besef dat de mens niet leeft van brood alleen. Wie vast, bevredigt zijn lichamelijke honger niet helemaal om aldus letterlijk aan den lijve te voelen dat de diepste honger van de mens alleen maar gestild kan worden door de Vader, die in het verborgene ziet en het zal vergelden...
U allen een verdiepende veertigdagentijd gewenst.
Amen
Gevonden op: www.beeldmeditaties.nl
Datum: 1654
Een gravure uit de 17e eeuw. Het is de kerkvader Sint Hiëronymus. Na enige tijd in Rome te hebben doorgebracht als secretaris van de toenmalige paus, trok hij zich terug in de woestijn rond Bethlehem in Palestina. Daar leidde hij het leven van een kluizenaar. Naast vasten en gebed legde hij zich toe op de studie van de Bijbel. Daarop wijst het boek dat we op de afbeelding achter hem zien liggen.
Als kluizenaar bracht hij in praktijk wat we vandaag Jezus horen zeggen. Zo had Jezus het zelf gedaan aan het begin van zijn openbaar leven. Hij had zich teruggetrokken in de woestijn en was het gevecht aangegaan tegen de verleidingen. Als Hiëronymus zich dus terugtrekt als kluizenaar, wil hij de rest van zijn leven stilstaan bij het geheim van die eerste veertig dagen van Jezus’ openbaar leven. We zien hem bijna naakt geknield voor een kruisbeeld. Met de rechterhand klopt hij zich op de borst, symbool van het bekennen van eigen fouten en tekorten. Daarbij ziet hij op naar Jezus aan het kruis, wetend dat hij van daar vergeving en liefde zal ontvangen.
Achter hem op het boek zien we een doodshoofd. Een vast symbool op afbeeldingen van kluizenaars en kluizenaressen. Vandaag ook voor ons heel toepasselijk. Want bij het ontvangen van het askruisje kunnen we te horen hebben gekregen: ‘Gedenk dat je stof bent, en tot stof zult wederkeren.’
Oproep tot bekering
Maar ook nu nog - Godspraak van de Heer: 'Keer u om naar Mij met heel uw hart, vastend, wenend en rouwend.’ Scheur uw hart en niet uw kleren, keer u om tot de Heer uw God, want genadig is Hij en genadig, barmhartig, toegevend en vol liefde, en Hij heeft spijt over het onheil. Wie weet, zal Hij omkeren en krijgt Hij spijt, en laat dan zegen achter zich, een huldigingsoffer en een plengoffer voor de Heer, uw God! Blaas de bazuin op Sion, kondig een heilige vastentijd af, roep een plechtige bijeenkomst bijeen. Verzamelt het volk, beleg een heilige bijeenkomst, brengt de oudsten samen en verzamelt ook de kinderen en de zuigelingen; laat de bruidegom zijn kamer verlaten en de bruid haar bruidsvertrek. Laat tussen de voorhal en het altaar de priesters, die de dienst van de Heer verrichten, wenen en zeggen: Spaar uw volk, Heer, laat niet met uw erfdeel spotten, laat de heidenen het niet overheersen. Waarom zouden we onder de volken zeggen: Waar blijft hun God? Toen is de Heer voor zijn land opgekomen en heeft Hij zijn volk gespaard.
De Vader ziet in het verborgene
Pas op dat jullie je gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, om door hen gezien te worden. Anders wacht je geen loon bij jullie Vader in de hemel. Dus wanneer je barmhartig bent, loop er dan niet mee te koop, zoals de schijnheiligen dat doen in de synagogen en op straat, om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie, zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je barmhartig bent, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Opdat je barmhartigheid in het verborgene gebeurt, en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen. En wanneer je bidt, wees dan niet als de schijnheiligen, zij staan graag in de synagogen en op de straathoek te bidden, om op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie, ze hebben hun loon al ontvangen. Maar als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, en bid tot je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen.
Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht als de schijnheiligen, want zij vertrekken hun gezicht om met hun vasten op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jij vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht, opdat het bij de mensen niet opvalt dat je vast, maar wel bij je Vader, die in het verborgene is; En je Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal