Preek 11de zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Ezechiël 17,22-24
Evangelie: Marcus 4,26-34
In de verschillende jaren dat ik nu pastor mag zijn, bemerk ik dat mijn Godsbeeld steeds weer gaande mijn leven veranderd. Hebt u dat ook? Dan is dat een goed teken! Als we aan een Joodse rabbi zouden vragen wie of wat God is, zal hij nooit antwoorden met een theoretisch antwoord. Hij zal zeggen: ‘Er was eens…’ Hij vertelt een verhaal en daarin wordt dan invoelbaar dat je over God alleen maar kunt spreken in beelden en gelijkenissen. Dat is precies wat wij vandaag ook Jezus horen doen als Hij spreekt over het Rijk van God: “Hij sprak tot hen in gelijkenissen en zonder gelijkenissen sprak Hij niet tot hen”.
Veel mensen voelen zich pas veilig en goed als er helder omschreven geloofswaarheden worden verkondigd, zodat je weet waar je aan toe bent. Deze richtsnoer geeft hun veel zekerheid. Op deze wijze is het geloof vooral een overtuiging, waarover je met elkaar van mening kunt verschillen. Anderzijds zijn er ook mensen voor wie het geloof steeds weer opnieuw ontdekt mag worden en waarheden steeds tegen het licht gehouden mogen worden. In deze ruimte voelen zij zich thuis.
Maar een mens is meer dan zijn verstand, leven is groter dan definities en waarheden. Als ik probeer iets over echt leven te vertellen, heb ik niet veel aan theorieën, maar zoek ik mijn toevlucht bij beelden en verhalen die iets oproepen van wat wij beleven. De kracht van beelden en gelijkenissen is dat zij ons betrekken bij wat er gezegd wordt. Zij willen ons binnenvoeren in de manier waarop God met mensen omgaat en in dat doen, gaan wij iets vermoeden van wie Hij voor mensen is. Door gelijkenissen wordt ons duidelijk gemaakt dat het niet om een theorie gaat, maar over een gebeuren waarin wij betrokken worden. Op deze wijze ontstaat er een nieuwe "waarheid", maar dan van binnenuit!
Marcus 4, 26-34
Maar een mens is meer dan zijn verstand, leven is groter dan definities en waarheden. Als ik probeer iets over echt leven te vertellen, heb ik niet veel aan theorieën, maar zoek ik mijn toevlucht bij beelden en verhalen die iets oproepen van wat wij beleven. De kracht van beelden en gelijkenissen is dat zij ons betrekken bij wat er gezegd wordt. Zij willen ons binnenvoeren in de manier waarop God met mensen omgaat en in dat doen, gaan wij iets vermoeden van wie Hij voor mensen is. Door gelijkenissen wordt ons duidelijk gemaakt dat het niet om een theorie gaat, maar over een gebeuren waarin wij betrokken worden. Op deze wijze ontstaat er een nieuwe "waarheid", maar dan van binnenuit!
Antonius predikt voor de vissen
In de lezingen van vandaag gaat het over een akker die zonder dat wij het zien vruchten gaat voortbrengen. De kracht die dat bewerkt heeft met God te doen en zijn bekommernis om ons. Willen wij ons daaraan toevertrouwen? Geloven heeft dan ook niet op de eerste plaats te maken met wát wij geloven, maar dát wij ons toevertrouwen aan het werk dat God onder ons wil doen.
Vandaag vieren wij het feest van onze patroonheilige Antonius van Padua. Ook in zijn leven is op een zeker moment een klein zaadje van het evangelie gepland en het is opgeschoten. Dit werd zichtbaar in zijn rondtrekken om iedereen te vertellen over Jezus. Uiteindelijk werden ook weer zijn woorden het, zaad in het leven van zijn toehoorders. Zo werd Antonius een beeld en gelijkenis van Jezus. Ook ons eigen leven kan een gelijkenis worden, een beeld van God. Wij hoeven alleen maar dat kleine zaadje van ons geloof te koesteren, dan worden wij als vanzelf een plaats waar mensen willen schuilen.
Om te besluiten. De profeet Ezechiël tekent dat heel erg mooi als hij zegt dat God zelf een stekje plant dat zal uitgroeien tot een boom waarin de vogels hun nesten bouwen. Geloven betekent dat je je opent voor wat er stilzwijgend onder ons gebeurt. Daarvoor is het nodig dat wij luisterende en ontvangende mensen worden die steeds verder durven te kijken dan onszelf. Moge dat ons diepste vreugde zijn, de ontdekking van die nieuwe "waarheid".
Amen.
Sedekia’s trouweloosheid
Zo spreekt de Heer God: Ikzelf zal uit de top van een hoge ceder een takje nemen en dat in de grond zetten; van de bovenste scheuten zal Ik een twijgje plukken en Ikzelf zal het planten op een hoog oprijzende berg; op de hoge bergen van Israël zal Ik het planten. Het zal loten voortbrengen, vrucht vormen en een prachtige ceder worden. Daaronder zullen allerlei soorten vogels nestelen; in de schaduw van zijn takken zullen ze nestelen. Dan zullen alle bomen in het veld erkennen dat Ik, de Heer, een hoge boom vernederd en een lage boom verheven heb, en dat Ik een sappige boom heb laten verdorren en een dorre boom tot bloei gebracht heb. Ik, de Heer, heb het gezegd en Ik zal het doen.”? ’
Nog andere gelijkenissen
Ook zei Hij: ‘Met het koninkrijk van God gaat het als met iemand die zaad op zijn land heeft gestrooid. Hij slaapt en waakt, nacht na nacht en dag na dag, en het zaad ontkiemt en schiet op, zonder dat hij weet hoe. Vanzelf draagt de aarde vrucht, eerst de groene spriet, dan de aar, dan het graan in de volle aar. Wanneer de vrucht zover is, slaat hij er meteen de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’ Ook zei Hij: ‘Waarmee zullen we het koninkrijk van God vergelijken, of met welke gelijkenis geven we het weer? Het is als een mosterdzaadje dat in de aarde gezaaid wordt. Het is het kleinste van alle zaden op aarde, maar als het gezaaid is, komt het op en wordt het groter dan alle andere struiken en het krijgt grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’ Met veel van dergelijke gelijkenissen predikte Hij het woord, voor zover ze in staat waren het te horen. Zonder gelijkenis sprak Hij niet tegen hen, maar als ze onder elkaar waren, legde Hij zijn leerlingen alles uit.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal