Kies uw kerk

Preek van de week

2021-02-13. Gods zegen.

Preek 6de zondag van het jaar, C

          Eerste lezing: Jeremia 17, 5-8
          
Evangelie: Lucas 6, 17. 20-26


Wie droomt er niet van om eens massaal toegejuicht en bewonderd te worden? Zoals schaatsster Irene Wüst, een dirigent, een danseres. Iedereen hoopt gezien te worden, gewaardeerd en dat er positief over je gesproken wordt. “Maar wee jij”, zegt Jezus, als iedereen, als alle mensen goed over je spreken en je waarderen. Als alle mensen dat doen, dan moet je wantrouwig worden, want zo ook behandelde men de valse profeten die probeerden iedereen naar de mond te praten.


Als iedereen je respecteert en goed over je spreekt, dan zeg en doe je wat iedereen zegt en doet. Je bent een windvaan die met alle richtingen meegaat, met alle modes. Je bent een mens zonder eigen mening. En die populariteit is altijd flinterdun. Je vertrouwt op de volksgunst die veranderlijk is. Is dat wat je wilt?

Het is schokkend -ook voor ons- Jezus te horen zeggen: “Gelukkig de armen, de hongerigen, de huilenden, de vervolgden van wie de naam door het slijk gehaald wordt”. Het is voor een romantische geest misschien aantrekkelijk arm te zijn. Maar arm zijn is niet romantisch. Het is nachten wakker liggen en niet weten hoe de eindjes aan elkaar te knopen. Je kinderen niet mee laten doen met allerlei clubjes waar klasgenootjes heengaan. Zoveel schulden hebben dat je uit huis gezet dreigt te worden en dat kan vaak ook gebeuren.

Jezus zegt: “Gelukkig de armen, want van jullie is het Rijk van God”. Dat Rijk van God is niet de hemel straks, als compensatie van het lijden nu. Het Rijk van God is de aanwezigheid van Jezus en in Hem de aanwezigheid van God. Jezus en God staan naast de armen, de hongerigen, de vervolgden, de bedroefden.  Mensen die niet in tel zijn, die niet beantwoorden aan de idealen van de maatschappij. Geen respect krijgen, omdat ze geen echte bedreiging vormen voor de rijken. Je kunt hen over het hoofd zien.

Lucas 6; 20-26

Lucas 6; 20-26

Juist deze mensen haalt Jezus uit het schemerduister en zet ze in het volle daglicht, in het licht van God. De waarde van de samenleving hangt af van hoe je omgaat met de armen, daklozen, vluchtelingen. Ze zijn niet beter dan rijke mensen, omdat ze arm zijn, ze zijn wel in die zin beter af, dat God met hen optrekt.

Achter het sociale probleem gaat een spiritueel probleem schuil. De rijken en degenen over wie iedereen positief is, vertrouwen op hun bezit, op hun goede naam, op mensen. Zij zijn volgens Jeremia struiken in een dorre vlakte, geïsoleerd, alleen. De rijke merkt de komst van de regen niet op, profiteert daar niet van, heeft geen gevoel voor de werkelijkheid. De armen die weten God aan hun zijde te hebben, vertrouwen op God om te overleven en zelfs de hitte deert hen niet. Zij weten hoe de wereld er werkelijk uitziet.

Om te besluiten. Het evangelie van vandaag is een grote uitnodiging om met God daar proberen te zijn, waar de armen zijn. Dat is durven geloven dat God er is voor ons, ook of juist als alles ons uit handen valt en niemand positief over ons praat.

          Amen

Afbeelding: De Bergrede

Kunstenaar: Onvermeld
          Afmetingen: 18 x 12 cm
          Datum: 1294
          Te bezichtigen in Bibliothèque nationale de France, Parijs, Parijs

Illuminatie, werk van een anonieme kunstenaar. Jezus zit op een berg, omringd door zijn twaalf discipelen met elk een boek in hun handen. Aan hun voeten luisteren getrouwen naar de Bergrede. Onder hen is een vrouw in een goudkleurig gewaad.

Het werk is duidelijk gemaakt in de stijl van de gotiek, gezien al de pinakels op het bouwwerk in de achtergrond.

De schildering maakt deel uit (folio 53v) van een verlucht manuscript bekend als La Somme le Roi, geschreven door broeder Laurent (of Lorens) uit Orléans. De titel betekent zoiets als "Onderzoek voor een koning"; het boek was een stichtelijk werk over deugden. Alleen al in het Frans zijn er meer dan honderd manuscripten gemaakt met de tekst.

(Gevonden op en tekst van: www.Statenvertaling.net)

Jeremia 17, 5-8

Vier spreuken
Zo spreekt de heer: ‘Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt, die steunt op een schepsel en zich afkeert van de heer. Hij is een kale struik in de steppe; nooit krijgt hij regen. Hij staat op dorre woestijngrond in een onvruchtbaar, verlaten gebied. Gezegend is hij die op de heer vertrouwt, en zich veilig weet bij Hem. Hij is een boom aan een rivier met wortels tot in het water. Hij heeft geen last van de hitte, zijn bladeren blijven groen. Een tijd van droogte deert hem niet, hij blijft vrucht dragen.

Lucas 6, 17. 20-26

Toespraak tot de leerlingen en het volk
Hij richtte het oog op zijn leerlingen en zei: ‘Gelukkig de armen, voor jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig die nu honger hebben, jullie zullen volop te eten hebben. Gelukkig die nu huilen, jullie zullen lachen. Gelukkig zijn jullie als de mensen je haten, als ze je buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen omwille van de Mensenzoon; dans die dag van blijdschap, want, vergeet niet, in de hemel wacht jullie een rijke beloning. Hetzelfde deden hun voorvaders immers met de profeten. Maar wee jullie, rijken, je hebt je troost al binnen. Wee jullie die nu voldaan zijn, je zult honger hebben. Wee die nu lachen, jullie zullen rouwen en huilen. Wee als alle mensen lovend over je spreken. Hetzelfde deden hun voorvaders immers met de valse profeten.

Archief preken