Preek 2de zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Jesaja 40, 1-5. 9-11
Evangelie: Marcus. 1, 1-8
Begin van de blijde boodschap, zo begint het evangelie van Marcus. En hij citeert dan de profeet Jesaja die we in de eerste lezing hebben gehoord. Het gaat over een stem die roept in de woestijn: maak de paden recht, want hij komt, Gods gezant, een herder die oog heeft voor zijn kudde.
De evangelist Marcus vertelt geen geboorteverhaal van Jezus zoals Matteus en Lucas doen. Hij begint met het optreden van Johannes de doper. En het goede nieuws is dat mensen zijn oproep tot bekering verstaan en van alle kanten naar hem toekomen om zich te laten dopen. Zij tonen hun bereidheid om anders te gaan leven. Het begin is gemaakt. In de woorden van onze dagen zouden we zeggen: het oude normaal maakt plaats voor het nieuwe normaal. We gaan anders leven.
Vandaag op de 2e zondag van de Advent is dat het lichtpunt in onze donkere wereld.
De profeet Jesaja in de eerste lezing doet alle moeite om zijn volk te troosten; mensen, volkeren kunnen heel wat meemaken, kunnen elkaar heel wat aandoen. Het is geen wonder dat veel verhalen van mensen vol somberheid en bitterheid zitten.
Marcus 1, 1-8
Begin van de blijde boodschap.
Maar wat heb je te verwachten van het leven, wanneer je op de verkeerde plaats in onze wereld geboren wordt? Welke waarde hebben dan je dromen?
En ook onze eigen nabije leefwereld is heel snel aan het veranderen. Corona maakt mensen angstig. En zelfs in ons rijke land leven talloze mensen in armoede. Nee, het is niet zo vreemd dat mensen dan de weg kwijtraken en soms de moed verliezen.
We hebben vandaag de tweede adventskaars aangestoken. En ook is de ster boven de stal geplaatst. Dat is geen licht om je op blind te staren. Maar het is een teken van hoop, want met Kerstmis gedenken wij dat God nog steeds in onze wereld aanwezig wil zijn.
Hij zal telkens opnieuw proberen om onze ogen te openen voor recht en gerechtigheid, Hij zal telkens opnieuw proberen te voorkomen, dat wij ons geweten in slaap sussen wanneer oorlog de vrede bedreigt, wanneer hongerige ogen onze rijk-voorziene tafels zien, of wanneer het milieu het slachtoffer wordt van onze korte termijn politiek.
Begin van de blijde boodschap, begin van hoop. Dat begin is er, want God laat het er niet bij zitten. Hij komt zelf – of liever: Hij is gekomen in mensen zoals u en ik. Een hele troost.
Amen.
Techniek: verguld houtreliëf
Datum: ca 1750
Te bewonderen in: Notre Dame, Rumengol, Bretagne, Frankrijk
Gevonden op: beeldmeditaties.nl
De kunstenaar heeft in het midden van zijn afbeelding een boom geplaatst. Zo brengt hij onderscheid aan tussen de personen links en rechts. Links zien we Johannes de Doper met lange afhangende haren, gekleed in een mantel van kameelhaar; de kop van de kameel zit nog onder aan zijn gewaad en bungelt ter hoogte van zijn voeten.
Rechts van de boom bevinden zich de toehoorders van Judea en Jeruzalem. Op de voorgrond een zittende man die aandachtig luistert. Hij heeft de hand aan de kin. In de kunst is dat vaak een teken van overpeinzing, van overweldigd worden door de grote dingen van het leven die te denken geven.
Troost voor Jeruzalem
Troost, troost mijn volk, zegt jullie God. Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan, omdat zij een dubbele straf voor haar zonden uit de hand van de Heer heeft ontvangen. Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de Heer een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen. De luister van de Heer zal zich openbaren voor het oog van al wat leeft. De Heer heeft gesproken!’
Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’ Ziehier God, de Heer! Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit. Als een herder weidt hij zijn kudde: zijn arm brengt de lammeren bijeen, hij koestert ze, en zorgzaam leidt hij de ooien.
Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God.
Het staat geschreven bij de profeet Jesaja:
Let op, ik zend mijn bode voor je uit,
hij zal een weg voor je banen.
Luid klinkt een stem in de woestijn:
Maak de weg van de Heer gereed,
maak recht zijn paden.
Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen. Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden. Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. Ik heb jullie gedoopt met water, maar hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal