Preek 16de zondag van het jaar, A
Eerste lezing: Boek der Wijsheid 12, 13. 16-19
Evangelie: Matteüs 13, 24-43
De lezingen uit het boek Wijsheid en het evangelie nodigen ons vandaag uit om stil te staan bij vragen als: is goed altijd goed en kwaad altijd kwaad en hoe mag ik mij daartoe verhouden? Met andere woorden: kan een rechtvaardige ook zondigen en kan een zondaar ook rechtvaardig zijn?
Een voorbeeld. Stel u voor dat iemand een familielid heeft beroofd, maar tegelijkertijd ook voor een zieke moeder van een van zijn vrienden zorgt. Zou het dan niet heel erg zijn als dat goede dan niet meetelde en alleen het verkeerde? Nu omgekeerd. Als een rechtvaardig en goed mens nou eens tot afpersing en oplichting in staat is, telt dan de rechtvaardigheid niet meer, alleen de afpersing en oplichting?
Met andere woorden: blijf je altijd dezelfde? Stel je voor dat je voor altijd vastgelegd wordt op je zwaktes, je fouten uit het verleden? Heb je dan nog een toekomst? Stel dat je naasten je fouten niet meer kunnen of durven benoemen, wat voor toekomst heb je dan als mens?
Nu terug naar de schriftlezingen. In het boek Wijsheid lazen wij: ‘Omdat u heer en meester bent kunt u uw macht uitoefenen wanneer u dat wilt. Toch oordeelt u zachtmoedig en regeert u ons op milde wijze’. Mensen met macht worden hier nadrukkelijk uitgenodigd om steeds eerst menslievend te zijn. Menslievendheid wil hier niet zeggen dat we ons blind moeten houden voor iemands fouten. Menslievendheid wil zeggen dat we met iemand moeten omgaan zoals wijzelf behandeld willen worden. We hoeven niet te doen alsof we het niet gezien hebben en ook geen doekjes voor het bloeden. Het gaat om recht doen, maar zonder iemand af te schrijven!
In het evangelie horen we hoe Jezus heel bewust het tarwe samen met het onkruid laat opgroeien. Het evangelie vertelt dat Jezus bang is dat ook het tarwe, het goede wordt uitgerukt. Maar er is meer. Zou het kunnen zijn dat wat we nu duiden als onkruid, als kwaad, later toch geen onkruid blijkt te zijn? Dan hebben we het goede weggegooid omdat we het slecht hebben genoemd. Alleen als het duidelijk is wat wat is en wie wie, pas dan wordt er een onderscheid en een schifting gemaakt door Jezus.
Om te besluiten. In ons allen woont Gods onvergankelijke geest. Dus ook in alle gewone mensen, aardige en vervelende, machtige en straatarme. Mensen, Gods schepselen, hebben van alles wat, van het goede en van het slechte. Maar zou het kunnen dat we een onrealistische kijk nodig hebben om de diepere realiteit voor ogen te kunnen houden; namelijk dat állen door God gewild zijn? En dat ieder mens het verlangen naar God ingeschapen heeft gekregen? De dagelijkse kijk, zegt; dat is niet realistisch, maar deze niet realistische kijk laat ruimte voor hoop. De hoop en het vertrouwen dat ieder mens diep van binnen een goddelijke vonk heeft behouden.
Amen
Door: Abraham Bloemaert (1566 - 1651)
Afmetingen (HxB): (100 ?? 133 cm) ”? 1624
Techniek: olieverf op doek
Datum: 1624
Te bewonderen in: Walters Art Museum, Baltimore
In deze gelijkenis zaait de duivel, die door zijn horens en staart wordt geïdentificeerd, onkruid in het veld waar de tarwe is geplant, terwijl de luie (een van de zeven hoofdzonden!) boer en boerin slapen.
Bloemaert was begaafd in het afbeelden van natuurlijke details, maar schilderde nooit pure landschappen, liever schilderijen met een les. Hij was een van de toonaangevende kunstenaars van Utrecht en trainde vele grote artiesten van de volgende generatie.
Bestraffing van Kanaän
Buiten U is er immers geen God die zorg draagt voor iedereen, zodat U zou moeten bewijzen dat U niet onrechtvaardig gevonnist hebt.
Gods kracht
Want uw kracht is de bron van de gerechtigheid en uw heerschappij over iedereen maakt dat U iedereen spaart. Waar niet wordt geloofd in de volkomenheid van uw macht, daar toont U uw kracht en bij degenen die haar kennen beschaamt U de vermetelheid. U hebt de heerschappij over de kracht, U oordeelt met zachtheid en regeert met grote mildheid over ons, want wanneer U maar wilt, staat de macht tot uw dienst.
Gods les: gelegenheid tot inkeer
Door zo te doen hebt U uw volk geleerd dat de rechtvaardige menslievend moet zijn en hebt U uw zonen goede hoop gegeven dat U gelegenheid tot inkeer geeft waar gezondigd wordt.
Gelijkenissen van het Koninkrijk
Nog een gelijkenis hield Hij hun voor: ‘Met het koninkrijk der hemelen gaat het als met iemand die goed zaad op zijn akker had gezaaid. Toen iedereen sliep, kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en ging weer weg. Toen het gewas opschoot en vrucht zette, kwam ook het onkruid tevoorschijn. De knechten van de eigenaar kwamen hem zeggen: “Heer, hebt u geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dat onkruid dan vandaan?”? Hij zei hun: “Een vijandig mens heeft dat gedaan.”? De knechten vroegen hem: “Zullen we het er dan maar uit gaan halen?”? Maar hij zei: “Nee, want als jullie het onkruid eruit halen, trek je tegelijk de tarwe eruit. Laat ze samen opgroeien tot de oogst, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Haal eerst het onkruid bijeen en bind het in bussels om het te verbranden, maar verzamel de tarwe in mijn schuur.”? ’ Nog een gelijkenis hield Hij hun voor: ‘Met het koninkrijk der hemelen gaat het als met een mosterdzaadje, dat iemand op zijn akker zaaide. Dat is wel het kleinste van alle zaden, maar als het is opgeschoten, is het groter dan de struiken en wordt het een boom, zodat de vogels van de hemel in zijn takken komen nestelen.’ Nog een gelijkenis vertelde Hij hun: ‘Met het koninkrijk der hemelen gaat het als met zuurdesem, die door een vrouw in drie maten meel werd verwerkt, totdat het er helemaal van doortrokken was.’ Dat alles vertelde Jezus in gelijkenissen aan de menigte en zonder gelijkenis vertelde Hij hun niets. Zo werd vervuld wat gezegd is bij monde van de profeet: Ik zal mijn mond openen in gelijkenissen, Ik zal uitspreken wat verborgen was vanaf de grondvesting van de wereld.
Uitleg en andere gelijkenissen
Toen stuurde Hij de menigte weg en ging naar huis. Zijn leerlingen kwamen bij Hem en zeiden: ‘Leg ons het beeld uit van het onkruid op de akker.’ Hij antwoordde: ‘De zaaier van het goede zaad is de Mensenzoon. De akker is de wereld. Het goede zaad, dat zijn de kinderen van het koninkrijk. Het onkruid, dat zijn de kinderen van de boze. De vijand die het zaaide, is de duivel. De oogst is de voleinding van de tijd en de maaiers zijn de engelen. Zoals nu het onkruid bijeen wordt gehaald en in het vuur verbrand wordt, zo zal het zijn bij de voleinding van de tijd. De Mensenzoon zal zijn engelen uitsturen en die zullen uit zijn koninkrijk allen bijeenbrengen die anderen ten val brengen en onrecht bedrijven, en ze zullen hen in de vuuroven gooien. Het zal daar een gejammer zijn en een tandengeknars. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het koninkrijk van hun Vader. Wie oren heeft, moet horen.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal