Preek 13de zondag van het jaar, A
Eerste lezing: 2e boek der Koningen 4, 8-11. 14-16a.
Evangelie: Matteüs 10, 37-42
De geschiedenis van Gods Koninkrijk gaat niet over van vader op zoon, maar is een keuze van jezelf! “Maar hebben we dan te kiezen?”?, vraagt u mij. Mijn antwoord: “Zeker, zeer veel zelfs”?. Het kan heel klein en eenvoudig beginnen en blijven. Jezus houdt ons als voorbeeld de gastvrijheid voor. Ieder krijgt in de gastvrijheid het deel dat haar of hem toekomt. We mogen zoveel gastvrijheid geven als we maar kunnen en willen. Wij thuis, wij hier samen in onze gemeenschap van de heilige Antonius. Door het geven van gastvrijheid, worden wij toekomstgevers!
In onze open samenleving word je van dag tot dag met je neus op de feiten gedrukt. Niemand van ons kan zeggen dat hij de problemen in onze samenleving niet kent, want er is geen enkele periode in de geschiedenis die zo meedogenloos alles wat fout gaat in de openbaarheid brengt. Maar tegelijkertijd denk ik worden ons allerlei excuses aangereikt om de ogen dicht te doen en de oren te sluiten voor alles wat ons lieve leventje verstoort. Je neemt gewoon de afstandsbediening en je schakelt over op een andere zender.
Of je zegt: ik moet denken aan mijn gezin; ik moet denken aan mijn positie, aan mijn verantwoordelijkheid voor het bedrijf. Er zijn allerlei belangen die in feite onze keuze bepalen. Of misschien is het beter om te zeggen: er zijn allerlei zaken waarachter we ons verschuilen, zodat we ons eigenlijke gezicht niet hoeven te laten zien.
Mattheus 10, 37-42
Ik denk dat het daar om gaat in de lezingen van vandaag. Leerling zijn van Christus is niet iets voor je vrije tijd, dat is geen levenshouding die je aanneemt als fatsoenlijk burger, omdat het er zo'n beetje bij hoort.
Jezus belooft ons geen overvloed van leven zoals wij zelf ons daar een beeld van vormen. Jezus zal ons een kracht geven die ons doet overwinnen al wat ons zal overkomen. Het is de weg van de gastvrijheid waarop Hij ons voorgaat. Op die weg worden mensen met elkaar verbonden, ontvangen zwakken hun rechtmatige plaats en krijgen mensen die verblind zijn door wat dan ook, een nieuw zicht op het leven. Dit is uiteindelijk het geven van een toekomst, een vergezicht aan mensen zonder toekomst en zonder hoop.
Om te besluiten. Het is die gastvrijheid en toekomst die wij tegemoet gaan zoals die ons ook vandaag in brood en beker worden getoond. Aan de tafel van de Heer ontvangen wij de kracht om die weg te gaan en zelf de zachte kracht, zijn lichaam en zijn ziel, te worden in deze wereld. Gelukkig wie op die weg willen gaan: zij zullen niet teleurgesteld worden, maar de vreugde van het leven vinden. Een leven met een gastvrije toekomst en daar hebben ook wij aan mee mogen werken.
Amen
Door: Antoniazzo Romano (1430-1508)
Datum: 1482
Paneel van hout
Te bewonderen in: Santa Maria sopra Minerva, Rome
De kunstenaar heeft drie werelden bij elkaar gebracht die elk op zijn eigen manier zijn weergegeven. Ten eerste is er een onderscheid tussen de wereld van God, en onze wereld beneden. We zien in de linker bovenhoek God de Vader voorgesteld als een bejaarde man met witte baard en haren. Hij bevindt zich in een gouden venster waardoor Hij een geheel eigen, afgebakende, plek inneemt op de afbeelding. Hij steekt uit boven de vensterbank. Om het hemelse van zijn verblijfplaats te benadrukken zijn er wolken aangegeven op de vensterbank. Nog in het goddelijke domein, fladdert een duif, het symbool van de Heilige Geest.
In de zichtbare wereld, beneden, zijn twee werelden te onderscheiden, nu aangegeven door de grootte van de afgebeelde personen. Links onder God staat een engel die Maria rechts de Blijde Boodschap komt verkondigen dat zij de moeder van de Heer zal worden. De engel en Maria vormen de omlijsting voor de derde deelafbeelding, weergegeven met vier kleine figuurtjes. Vlak voor de engel knielt de Dominicaanse kardinaal Juan de Torquemada. Tussen hem en Maria zitten drie meisjes geknield; alle drie gekleed in een schamel wit jurkje. Het voorste meisje ontvangt een geldbuidel (bruidsschat) uit de handen van Maria.
Het hoofdbestanddeel van dit paneel wordt gevormd door het tafereel van Maria Boodschap. De engel Gabriël staat in dienst van God. Dat beeldt de schilder uit door hem onder God te plaatsen en de engel draagt kleding van dezelfde stof als God de Vader. Ten overvloede wijst de engel met zijn wijsvinger naar omhoog. Van daar heeft hij zijn boodschap meegekregen. In de hand heeft hij een lelietak, het symbool voor maagdelijkheid. Daarin wordt zijn boodschap aan Maria samengevat: zij zal, als maagd, een Zoon ontvangen van Godswege. Dat mysterie wordt nog eens zichtbaar gemaakt door de duif van de Heilige Geest die van God uit in haar richting vliegt.
Maria brengt Jezus’ Naam in praktijk. Zij heeft geen oog voor de engel, maar alleen nog voor de drie meisjes daar vóór haar. Arme meisjes. Weesmeisjes. Zij overhandigt het voorste meisje een bruidsschat. Zo zal het kind straks een waardig huwelijk kunnen overeenkomen. Aan de voet van de lessenaar zien we al de tweede en derde buidel klaarstaan voor de andere twee meisjes.
Het is de dominicaner kardinaal die de meisjes bij Maria heeft gebracht en hen bij haar heeft aanbevolen. Daarop duidt het tedere gebaar van zijn handen: hij schuift het meisje naar voren tot bij Maria. Op die manier heeft ook hij deel aan Jezus’ Naam: het redden van mensen. Dat onderstreept de kunstenaar door Maria’s mantel van dezelfde stof en kleur te geven als de zijne.
Elisa en de Sunammitische
Op een dag kwam Elisa langs Sunem. Daar woonde een welgestelde vrouw die hem met aandrang uitnodigde om bij haar te komen eten. En iedere keer als hij daar in de buurt kwam, ging hij daar eten. Daarom zei de vrouw tegen haar man: ‘Luister eens, ik heb gemerkt dat de man die altijd bij ons aankomt, een heilige man van God is. Laten we op ons huis een kleine kamer voor hem metselen en er een bed, een tafel, een stoel en een lamp in zetten; als hij dan bij ons aankomt, kan hij daar zijn intrek nemen.’ Toen Elisa er dus op een dag weer aankwam, kon hij de bovenkamer betrekken en gaan rusten.
Hierop vroeg Elisa: ‘Kunnen we dan werkelijk niets voor haar doen?’ Gechazi antwoordde: ‘Zij heeft helaas geen zoon en haar man is oud.’ Toen riep hij: ‘Roep haar.’ Hij riep haar en zij bleef in de deuropening staan. En Elisa zei: ‘Volgend jaar om deze tijd zult u een zoon aan uw hart drukken.’ Zij antwoordde: ‘Och nee, mijn heer, man van God, u moet uw dienares niets voorspiegelen.’
Zending van de twaalf
Wie meer houdt van zijn vader of moeder dan van Mij, is Mij niet waard. Wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van Mij, is Mij niet waard. Wie zijn kruis niet opneemt en Mij niet volgt, is Mij niet waard. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden. Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, krijgt het loon van een profeet, en wie een rechtvaardige opneemt omdat het een rechtvaardige is, krijgt het loon van een rechtvaardige. Wie één van deze kleinen een beker koud water geeft omdat het een leerling is, Ik verzeker jullie, zijn loon zal hem niet ontgaan.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal