Preek 1ste zondag in de veertigdagentijd, A
Eerste lezing: Genesis 2, 7-9; 3,1-7
Evangelie: Mattheüs 4, 1-11
Ga weg satan. Met deze drie woorden van Jezus is vandaag de toon gezet voor de veertigdagentijd. Hij bevindt zich in de woestijn en dat is bijbels gesproken de plaats van beproeving en loutering.
De veertigdagentijd is van oudsher een tijd van bezinning en dat heeft een mens soms nodig, dat kan goed doen. Het kan je leven weer richting geven. Het einddoel waar de veertigdagentijd ons op richt is namelijk Pasen en dat is het feest van de nieuwe of herboren mens. Dat doel bereik je niet door aan jezelf onmogelijke eisen te stellen of door God op de proef te stellen. Dat doel bereik je ook niet door met man en macht het leven te dwingen. Het heeft wel te maken met de keuzes die je maakt.
Nu is keuzes maken in het leven niet iets wat je nuchter en zakelijk doet. Het leven heeft immers veel verleidelijke kanten en je moet sterk in je schoenen staan om zo te kiezen dat je er een herboren mens van wordt.
Bij ons doopsel worden we op weg gezet naar dat land van beloften, dat koninkrijk Gods. We worden uitgenodigd om te leven volgens onze dromen en idealen.
Maar voordat je dan ja kunt zeggen, probeert satan al roet in het eten te gooien. Hij maakt handig gebruik van de beperkingen die het leven nu eenmaal met zich meebrengt. Hij plaatst vraagtekens bij alles waarvan een mens droomt. Hij beleeft genoegen aan een scherpe tong en mocht iemand zich willen beroepen op het geloof van zijn jeugd, dan laat satan wel zien dat het in een volwassen wereld gaat om geld en macht.
En we weten allemaal hoe verleidelijk het is wat de satan ons te bieden heeft. Want wij zijn gemaakt uit het stof van de aarde en in alle vezels van ons lichaam voelen wij hoe de verleiding probeert je te richten op dat verlokkend perspectief van mooier en meer en rijker en sterker. En als je eenmaal in die greep vastzit, dan verlies je vanzelf het oog op je broeder of zuster die je naaste is.
Mattheus 4, 1-11
Het is goed om het kwaad een naam te geven, want anders zou het erop kunnen lijken dat het gaat om iets waar wij persoonlijk niet verantwoordelijk voor zijn.
Ga weg satan. Want wij willen geloven dat een mens niet leeft van brood alleen, wij willen geloven dat wij huizen van vrede kunnen bouwen, dat wij aan onze kinderen een menswaardige toekomst kunnen geven.
De schriftlezingen van deze zondag dagen ons uit om na te denken waar onze verantwoordelijkheid ligt als mens en waar wij tekortschieten in die verantwoordelijkheid.
Amen
Door: Charles de La Fosse, (1636 - 1716)
Afmetingen: 143 x 193 cm
Techniek: Olieverf op canvas
Datum: 1680 - 1690
Te bezichtigen in: Het staats museum De Hermitage, Sint Petersburg, Rusland
Gebouw : Het winter paleis, zaal 284
De tuin van Eden
Toen boetseerde God de mens uit stof dat Hij van de aarde nam, en Hij blies hem de levensadem in de neus: zo werd de mens een levend wezen. Daarna legde God een tuin aan in Eden, ergens in het oosten, en daarin plaatste Hij de mens die Hij geboetseerd had. God liet uit de grond allerlei bomen opschieten, aanlokkelijk om te zien en heerlijk om van te eten. Midden in de tuin stonden de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en kwaad.
Verdrijving uit de tuin
Van alle dieren, die God gemaakt had, was er geen zo sluw als de slang. Ze zei tegen de vrouw: ‘Heeft God werkelijk gezegd dat je van geen enkele boom in de tuin mag eten?’ De vrouw zei tegen de slang: ‘Wij mogen wel eten van de vruchten van de bomen in de tuin. God heeft alleen gezegd: “Van de vruchten van de boom die midden in de tuin staat mag je niet eten; je mag haar zelfs niet aanraken; anders zul je sterven.”? ’ Maar de slang zei tegen de vrouw: ‘Je zult helemaal niet sterven! God weet dat je ogen open zullen gaan als je van die boom eet, en dat je dan gelijk zult worden aan God, door de kennis van goed en kwaad.’ Toen zag de vrouw dat het goed eten was van die boom, en dat hij een lust was voor het oog, en hoe aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen. Zij plukte dus een vrucht en zij at ervan; zij gaf er ook van aan haar man, die bij haar stond, en ook hij at ervan. Nu gingen hun beiden de ogen open en zij ontdekten dat ze naakt waren. Daarom hechtten ze vijgenbladeren aaneen en maakten daar lendenschorten van.
Door de duivel op de proef gesteld
Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn gebracht om door de duivel op de proef gesteld te worden. Na veertig dagen en veertig nachten vasten kreeg Hij tenslotte honger. De beproever kwam naar Hem toe en zei: ‘Als U de Zoon van God bent, zeg dan dat deze stenen brood worden.’ Hij antwoordde: ‘Er staat geschreven: De mens zal niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat uit de mond van God komt.’ Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, zette Hem op de rand van de tempel, en zei: ‘Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: Zijn engelen zal Hij bevelen U op hun handen te dragen, zodat U aan geen steen uw voet zult stoten.’ Jezus zei hem: ‘Er staat ook geschreven: U zult de Heer uw God niet op de proef stellen.’ Weer nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij liet Hem alle koninkrijken van de wereld zien met al hun pracht, en zei: ‘Dit alles zal ik U geven, als U voor mij in aanbidding neervalt.’ Toen zei Jezus hem: ‘Ga weg, satan. Want er staat geschreven: De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.’ Toen liet de duivel Hem met rust, en er kwamen engelen om Hem van dienst te zijn.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal