Kies uw kerk

Preek van de week

2020-02-26. Mis je doel niet.

Preek As-Woensdag, A

 

Eerste lezing: Joël 2,12-18

Tweede lezing: 2 Korintiers 5,20-6,2

Evangelie: Matteüs 6,1-6.16-18


Onlangs was ik bij vrienden op bezoek. Vol trots toonden ze mij hun nieuwste koffiezetapparaat. Voor elk kopje werden de bonen apart vers gemalen. Het was een duur apparaat, maar uiteindelijke spaarden ze er ook koffie mee uit. De over gebleven koffie hoefden ze niet meer in de gootsteen te gooien.

Het koffiezetapparaat had wel een nadeel, zo hoorde ik even later. Maar al te snel moest het ook ontkalkt worden. Ze konden het niet negeren, want al snel kwam er lauwe koffie uit. Het apparaat dwong hen maatregelen te nemen. Ze moesten bij diezelfde fabrikant zijn om een duur flesje ontkalkingsmiddel te kopen. Ze hadden geen keus. Koffie moet heet zijn, en een apparaat die dat niet levert, mist zijn doel!

Vandaag op Aswoensdag beginnen we aan de veertigdagentijd en gaan we op weg naar Pasen. Het mag een tijd zijn van hernieuwde kennismaking. Een hernieuwde kennismaking met God, met Jezus, met onze naasten, met de weerbarstigheid van het menszijn.

Mattheus 6, 1-6. 16-18

Mattheus 6, 1-6. 16-18

Wij zijn als een koffiezetapparaat. Het is misschien een vreemd voorbeeld, maar wel doeltreffend. In contact met het water krijgt het apparaat kalkaanslag. Wij leven niet op een eiland en we zijn ook nog eens mensen. We komen met van alles in aanraking en van alles kan aan ons blijven kleven. In ons hart, in ons denken, in ons handelen. Het zijn de grote en de kleine dingen die ons zicht op God en op elkaar kunnen vertroebelen. Dit erkennen maakt ruimte om je doel op nieuw te bepalen, om te kiezen om het anders te doen.

De veertigdagentijd geeft ons de tijd voor ontkalking, voor zelfreiniging. Om los te komen van wat aan ons is blijven kleven, in ons hart, in ons denken en in ons doen. Laten we ons doel niet missen.

 

Amen

Joël 2, 12-18

        Oproep tot bekering
Maar ook nu nog - Godspraak van de Heer: 'Keer u om naar Mij met heel uw hart, vastend, wenend en rouwend.’ Scheur uw hart en niet uw kleren, keer u om tot de Heer uw God, want genadig is Hij en genadig, barmhartig, toegevend en vol liefde, en Hij heeft spijt over het onheil. Wie weet, zal Hij omkeren en krijgt Hij spijt, en laat dan zegen achter zich,  een huldigingsoffer en een plengoffer voor de Heer, uw God! Blaas de bazuin op Sion, kondig een heilige vastentijd af, roep een plechtige bijeenkomst bijeen. Verzamelt het volk, beleg een heilige bijeenkomst, brengt de oudsten samen en verzamelt ook de kinderen en de zuigelingen; laat de bruidegom zijn kamer verlaten en de bruid haar bruidsvertrek. Laat tussen de voorhal en het altaar de priesters, die de dienst van de Heer verrichten, wenen en zeggen: Spaar uw volk, Heer, laat niet met uw erfdeel spotten, laat de heidenen het niet overheersen. Waarom zouden we onder de volken zeggen: Waar blijft hun God? Toen is de Heer voor zijn land opgekomen en heeft Hij zijn volk gespaard.

2de lezing: 2 Korintiers 5, 20-6, 2

        De dienst van verzoening
Wij zijn dus gezanten van Christus, alsof God zelf u oproept door ons woord. Wij smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen! Hem die geen zonde heeft gekend, heeft God voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods gerechtigheid zouden worden.
Als zijn medewerkers sporen wij u aan: zorg dat u de genade van God niet tevergeefs hebt ontvangen. Hij zegt immers: Op de gunstige tijd heb Ik u verhoord, op de dag van het heil ben Ik u te hulp gekomen. Nú is het die gunstige tijd, nú is het de dag van het heil.

Matteüs 6, 1-6. 16-18

        De Vader ziet in het verborgene
Pas op dat jullie je gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, om door hen gezien te worden. Anders wacht je geen loon bij jullie Vader in de hemel. Dus wanneer je barmhartig bent, loop er dan niet mee te koop, zoals de schijnheiligen dat doen in de synagogen en op straat, om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie, zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je barmhartig bent, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Opdat je barmhartigheid in het verborgene gebeurt, en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen. En wanneer je bidt, wees dan niet als de schijnheiligen, zij staan graag in de synagogen en op de straathoek te bidden, om op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie, ze hebben hun loon al ontvangen. Maar als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, en bid tot je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen.
Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht als de schijnheiligen, want zij vertrekken hun gezicht om met hun vasten op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jij vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht, opdat het bij de mensen niet opvalt dat je vast, maar wel bij je Vader, die in het verborgene is; En je Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Archief preken