Preek 30ste zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Jeremia 31, 7-9
Evangelie: Marcus 10, 46-52
We hoorden vandaag over de bedelaar Bartimeüs die blind is, maar dat is slechts een deel van zijn totale persoonlijkheid. In feite ziet hij al heel wat. Hij ziet wat hij nodig heeft, hij weet dat hij blind is en hij weet waar hij hulp kan vinden. Hij wordt niet ontmoedigd door al die stemmen om hem heen, die maar willen, dat hij zwijgt. Die tegenstand maakt hem dapperder. Er is een spreekwoord: "Niemand is zo blind als degene die denkt dat hij alles ziet." Hij mag dan blind zijn, maar hij heeft wel inzicht, want hij noemt Jezus bij zijn messiaanse titel: "Zoon van David."
De blinde vroeg om te mogen zien en hoeveel van ons zouden daar raar van opkijken. Sommige mensen willen nog niet zien, wat vlak bij hen is. Anderen zijn echte struisvogels, ze zoeken zand om daar hun kop in te kunnen steken. Sommige werken zo hard, dat hun gezin eraan gaat, zien niet hoe hun kinderen aan drugs verslaafd worden, dat ze rare vrienden hebben, enz. Er is moed voor nodig om te vragen dat we zien mogen, want dat vraagt om veranderingen - misschien wel hele grote die we niet willen maken, of waar we ons niet op voorbereid hebben.
De blinde weet wat hij nodig heeft en als Jezus hem vraagt: "Wat wil je dat ik voor je doe," komt direct het antwoord: "Meester, ik zou willen zien." Zijn verzoek aan Jezus kon ons gebed zijn. Het is trouwens een gebed dat we alle momenten van ons leven wel kunnen gebruiken. Wie heeft er geen nood aan zicht, aan inzicht? Het kan zijn dat we door een gezinscrisis gaan; dat we moeten beslissen hoe het gaat met een ziek familielid of een vriend, als er problemen zijn in ons huwelijk! Als we een verschil van mening hebben; als we zoeken naar een manier om ons leven makkelijker te kunnen maken zodat we meer kunnen denken aan de noden van anderen, enz.
Marcus 10, 46-52
We hebben natuurlijk allemaal genoeg ervaring om toe te geven dat in ons verleden wel eens ondoordachte beslissingen zijn genomen. We kijken terug en zien de gevolgen; we wensten dat we wijzer geweest waren; dat we duidelijker hadden kunnen kijken. Stel je voor dat we terug konden gaan in de tijd en het nog eens een keer over konden doen, maar dan op een andere manier, met betere keuzes.
Er is natuurlijk geen enkele garantie dat we niet opnieuw verkeerde beslissingen zullen nemen. Maar het zou wel goed zijn om God te betrekken bij de grote en ook de kleine beslissingen van ons eigen leven en dat van anderen. Zo erkennen wij constant, dat we allemaal Gods licht in ons leven nodig hebben! Daarom die mooie bede: “Maak dat ik zien kan…”?
Amen
Schilder: Lucas van Leyden (1494 - 1533)
Techniek: olieverf op paneel
Afmetingen middelpaneel: 116 ?? 150 cm
Datum: 1531
Te bewonderen in: Hermitage, Sint-Petersburg, Rusland
De scène toont het moment waarop de blinde Jezus vroeg om hem te genezen. Lucas van Leyden schildert het karakteristieke gebaar van een blinde man die zoekt naar de schouder van zijn gids, het kind en zijn ogen zijn hulpeloos. Om zijn middel hangt een schotel zeker voorbestemd om aalmoezen te verzamelen. Jezus Christus, zeer eenvoudig in donkere kleding, strekt zijn hand in een zacht gebaar met diepe betekenis.
Dit drieluik heeft een roerige geschiedenis. De afbeeldingen op de zijpanelen zijn de buitenkanten van de zijvleugels. In de 18de eeuw werden ze van de luiken verwijderd. De schilderingen op de binnenkanten zijn toen samengevoegd met het middenpaneel, zodat één groot paneel ontstond. Waar nodig werd het bovenstuk aangevuld. In de 19de eeuw, toen het in het bezit was gekomen van de Russische tsaren, werd het overgebracht naar een doek.
Er is hoop voor de toekomst
Want’, zo spreekt de Heer: ‘Jubel van vreugde om Jakob, juich om de heerser van de volken. Verkondig overal Gods lof met deze woorden: “De Heer heeft redding gebracht over zijn volk, over wat overbleef van Israël.”? Ik haal ze terug uit het noorden, van het einde van de aarde breng Ik ze bijeen; ook de blinden en de lammen, de zwangere en barende vrouwen. In dichte drommen keren zij terug. Bedroefd gingen zij heen, getroost leid Ik hen terug. Ik voer hen naar stromende beken, over gebaande wegen waarop ze niet struikelen. Ik ben immers Israëls vader en Efraïm is mijn eerstgeborene.’
Een blinde ziet en volgt Hem
Ze kwamen in Jericho. Toen Hij uit Jericho wegging met zijn leerlingen en heel wat mensen, zat de zoon van Timeüs, Bartimeüs, een blinde bedelaar, langs de weg. Toen hij hoorde dat het Jezus van Nazaret was, begon hij te schreeuwen en te roepen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij.’ Velen snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden. Maar hij schreeuwde nog harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij.’ Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde : ‘Houd moed, sta op, Hij roept u.’ Hij wierp zijn jas weg, sprong overeind en ging naar Jezus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Wat wilt u dat Ik voor u doe?’ De blinde zei Hem: ‘Rabboeni, dat ik weer kan zien.’ ‘Ga,’ zei Jezus, ‘uw vertrouwen is uw redding.’ Meteen kon hij weer zien, en hij volgde Hem op zijn weg.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal