Preek 25ste zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Wijsheid 2, 12. 17-20
Evangelie: Marcus 9, 30-37
Beste parochianen en gasten in onze Antoniuskerk,
In de aanloop naar vandaag mocht ik een keuze opgeven voor enkele liederen. Eentje ervan deed de wenkbrauwen van het koor fronsen, Het lied dat we zongen bij aanvang van de viering. Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.
Duister? zo vroeg men zich hardop af? is dat nou een feestlied bij een jubileum van een diakenwijding?
Misschien hebben de koorleden gelijk, maar aan de andere kant moeten we de ogen niet sluiten voor waar we met onze kerk in beland zijn, hoe de huidige crisis, het donker ons doet verlangen naar een lichtend vuur, naar warmte en genegenheid, naar optimisme. Het vertrouwen dat in elk donker weer een licht verschijnt. want in dat optimisme werk ik al 25 jaar met volle inspiratie als diaken. diaconie is echt van groot belang voor ons kerk-zijn. Zonder diaconie, zonder een levend contact met de samenleving kan de verkondiging in de kerk zweverig worden en wereldvreemd. In de katholieke visie is het ook zo dat het doen van het goede, diaconaal bezig zijn, bijdraagt aan het verstaan van het evangelie. Dat is precies wat een diaken doet: de verhalen van mensen inbrengen in de kerk. Hun vreugde, hun zorgen, hun pijn en hun verlangen. Dienstbaarheid aan kerk en wereld.
En zoals zo vaak is het evangelie van vandaag weer treffend als het gaat over die dienstbaarheid in de actualiteit waarin we leven.
Terwijl Jezus zijn lijden aankondigt en zich zorgen maakt, lopen zijn opvolgers onder elkaar de baantjes te verdelen. 'Ze hadden onderweg een woordenwisseling wie van hen de voornaamste was'.
'Waar hebben jullie onderweg over lopen ruziën?', vraagt Jezus. Maar schrijft Marcus, 'ze zwegen'. Allicht, want achteraf schamen ze zich dood.
Hoelang zouden wij zwijgen, als Jezus aan ons, de kerk van nu, zou vragen: Waar ging jullie discussie over? Dan zou het ook weleens pijnlijk stil kunnen worden. Want hoeveel gelovige energie, hoeveel aandacht voor het evangelie en aandacht voor de werkelijke levensvragen zou er niet vrijkomen als wij (en de opvolgers van die apostelen voorop) ouden stoppen met 'de vraag wie de baas is, wie de voornaamste is, wie het voor het zeggen heeft, of wetten en regels wel goed worden opgevolgd, wie wel en wie niet in onze kerk van tel is?
Dat betekent niet dat de kerk het wel zonder leiders kan. Maar leiderschap betekent hier niet: macht willen uitoefenen, willen domineren of volgzaamheid zonder nadenken eisen. Allerlei ellende, in het groot en in het klein - komt bijna altijd voort uit het feit dat de één zich belangrijker acht dan een ander, de beste plaats opeist voor zichzelf, soms zelfs met misdadige consequenties.
Marcus 10, 17-30
Het leiderschap dat Jezus voorstaat, is dienaar zijn, de minste durven zijn. Zeggenschap delen met mannen en vrouwen van goede wil. En om duidelijk te maken wat Hij van leiders, van zijn apostelen verwacht, zet hij een kind in hun midden.
Kijk - zegt Hij -, als jullie je niet te groot wanen om zo'n kind voorop te zetten, als je kleine en kwetsbare wezens voorrang geeft in je denken en doen, als je hen belangrijker vindt dan jezelf, dan kun je leiding geven, en hoor je bij Mij thuis.
Het was dit voorbeeld dat ik zag aan de collegae van wie ik zoveel leerde in de tijd dat ik hier begon, pastores als Brouwers, Denteneer en Van Duinhoven. Zij zette mij op die weg van de dienst aan de ander, de diaconie. Het was tevens wat ik ontdekte als aalmoezenier en later als hoofd bij de krijgsmacht en bij Justitie en veiligheid. Hoe belangrijk het pastoraat van barmhartigheid en nabijheid is. Een uitgangspunt wat ook onze goede paus Franciscus heeft en wat wij als pastoraal team van Sint Odulphus van Brabant van harte ondersteunen. Hun opvatting en die van velen is eigenlijk eenvoudig: leven wij ons leven ten dienste van anderen of enkel voor onszelf?
En het is precies dat wat ik om mij heen zie in alle vrijwilligers die zich inzetten voor de ander. Die licht brengen in het duister van de ander, maar ook van onze kerk. in het groot of in het klein, van collegae pastores naar besturen, coördinatoren in de contactgroepen, van catechese naar diaconie, van schoonmaak naar liturgie van het kerkhof en naar de muziek. Ieder op eigen wijze; gewijd en ongewijd, mannen en vrouwen, maar allemaal toegewijd.
Ons geloof moet het niet alleen hebben van mooie gebeden en prachtig geformuleerde intenties, hoe goed die ook moge zijn. In ons geloof tellen ook je daden. Dienst aan en voor mensen, in die diaconie vond en vind ik mijn inspiratie tot de dag van vandaag.
Het ambt van diaken, wat we vandaag met elkaar vieren, is volgens het Vaticaans concilie II juist bedoeld om invulling te geven aan de christelijke barmhartigheid. Niet alleen, maar samen met iedereen die wil laten zien wat het betekend om katholiek te zijn. Mij houdt het op de been, tot op de dag van vandaag.
Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft. Mogen dat vuur ons allen inspireren opdat we gelovig-leven vormgeven in onze huidige samenleving. En dat vraagt om gebed, kracht en saamhorigheid. Ik weet zeker dat het kan, dat lichtend vuur, in u, in mij, in ons allen.
Amen
Schilder: Benjamin West (Engels) (1738-1820 )
Techniek: Olieverf op canvas
Datum: 1790
Afmeting: 70 x 50,5 cm
Gallery: Privé bezit
Verdrukking van de rechtvaardige
Laten wij de rechtschapene belagen, want hij is ons tot last en hij verzet zich tegen wat wij doen. Hij verwijt ons overtredingen van de Wet en hij beschuldigt ons ervan dat wij afwijken van wat wij geleerd hebben.
Wij willen wel eens zien of zijn woorden waar zijn en ons overtuigen van wat er bij zijn heengaan gebeurt. Want als de rechtvaardige een zoon van God is, dan zal die het voor hem opnemen en hem redden uit de hand van zijn tegenstanders. Laten wij hem maar eens op de proef stellen met niets ontziende folteringen, om zijn zachtmoedigheid te leren kennen en zijn geduld te toetsen. Laten wij hem veroordelen tot een vernederende dood: er wordt toch over hem gewaakt, zoals hij beweert.’
Onderricht aan de leerlingen
Jezus en zijn leerlingen gingen weg en trokken door Galilea. Hij wilde niet dat iemand het te weten kwam, want Hij was bezig met onderricht aan zijn leerlingen. Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd en valt in de handen van mensen. Ze zullen Hem doden, en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan.’ Ze begrepen dat woord niet, maar ze durfden Hem er ook niets over te vragen. Ze kwamen in Kafarnaüm. Thuis vroeg Hij hun: ‘Waar hadden jullie het onderweg toch over?’ Maar ze zwegen, want ze hadden onderweg ruzie gehad over de vraag wie de grootste was. Hij ging zitten, riep de twaalf en zei hun: ‘Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen zijn en de dienaar van allen.’ Hij haalde er een kind bij, zette het in hun midden, sloeg er zijn armen omheen en zei tegen hen: ‘Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal