Preek Sacramentsdag, B
Eerste lezing: Exodus 24, 3-8
Evangelie: Marcus 14, 12-16. 22-26
De liturgie kent in het kerkelijk jaar zijn hoogtepunten: Kerstmis, Pasen, Pinksteren, en daarna lijkt het er op alsof de liturgie na Pinksteren vakantie neemt. Er zijn de komende maanden veel zondagen door het jaar voordat we een nieuw kerkelijk jaar beginnen met de advent. Maar in plaats van vakantietijd is in de liturgie nu eigenlijk de tijd aangebroken waarop wij de handen uit de mouwen moeten steken om die blijde boodschap van Jezus handen en voeten te geven. We hoorden op Hemelvaart dat we niet naar de hemel moet staren en met Pinksteren hebben de H. Geest als helper gekregen. Het is nu aan ons om een nieuwe aarde op te bouwen.
Maar hoe doe je dat? En hoe geef je die bezieling door?
Het is de tijd van de eindexamens. De examenfeesten laten zich al horen. En de jongelui die geslaagd zijn mogen natuurlijk best hun boekentas uit het raam hangen. Maar hebben we de leerlingen opgevoed om straks te gaan werken aan recht en gerechtigheid in onze wereld of hebben we hen een Zwitserleven voorgespiegeld als ideaalbeeld? En zo kan ik natuurlijk nog heel veel meer vragen stellen.
Zo las ik laatst: gaat het in de politiek om de BV Nederland, of om een Nederland waar mensen voor elkaar opkomen? En in de zorg, gaat het daar om producten of om mensen? Er moet nog heel wat gebeuren voordat we aan het einde van het kerkelijk jaar Christus als koning van die nieuwe wereld mogen verwelkomen.
Maar hoe houd je de Geestdrift zo door het jaar levend en vurig? Want ook onze eigen dromen en idealen lopen vaak vast op de daagse realiteit.
Marcus 14, 22-26
Van oudsher komen christenen daarom bijeen op de dag des Heren, de zondag, omdat ze weten dat niets zo snel verwatert als geestelijke bezieling. Ze komen bijeen om te horen hoe Hij ons is voorgegaan, wat hem heeft bezield. Dat samenkomen op zondag was in het verleden een verplichting. En daardoor werd het vaak ook een sleur. Dat is in onze dagen anders. Maar je hebt wel een ritme nodig van elkaar regelmatig ontmoeten - ook als geloofsgemeenschap of misschien juist als geloofsgemeenschap - om elkaar te kunnen voeden en bezielde mensen te zijn. Je hoort wel eens zeggen: Och je kunt ook thuis bidden. Daarvoor hoef ik niet naar de kerk te gaan. Dat is natuurlijk waar. En het past in onze ‘ik-cultuur’. Maar we weten ook hoe snel dit verwatert. De kracht van ons geloof is gelegen in de gemeenschap die we samen vormen. En vanuit de inspiratie die we elkaar bieden kan ik zelf sterker worden als mens bij alles wat mij overkomt. Ik denk dat kern van Sacramentsdag is dat we elkaar nodig hebben. Natuurlijk kun je die inspiratie ook elders vinden, in de natuur, bij een concert of op een feest bij vrienden. De Geest waait waar hij wil, zegt de H. Schrift. Maar het samenkomen op zondag hoort daar zeker ook bij.
De verplichting van het samenkomen op zondag is misschien voorbij, maar ik denk dat daar wel de bron ligt van onze bezieling als christen. In de geloofstraditie van onze kerk zijn we samen het lichaam van Christus en dat is wat we vieren bij ons samenkomen op zondag. Wij mogen weten dat de Heer in ons midden is met zijn H. Geest.
Eigenlijk zou bij ons samenkomen in de weken na Pinksteren telkens op de agenda moeten staan: En wat gaan wij nu de komende week doen? Wat zijn onze programmapunten, als geloofsgemeenschap, maar ook persoonlijk? Niet om elkaar de maat te nemen en we hoeven ook geen activistische kerk te worden, maar om elkaar te inspireren.
Zondagen door het jaar. Tijd om te worden wie we zijn: Christenen die ergens voor staan. Hopelijk gaan we als geloofsgemeenschap, maar ook persoonlijk een boeiende tijd tegemoet als leerling van Christus.
Amen.
Schilder: Juan de Juanes (ca. 1510, 1579)
Techniek: Olieverf op bord
Afmetingen: 116 x 191 cm
Datum: rond 1562
Te bewonderen in: Museo del Prado, Madrid
Dit werk was een opdracht voor het hoogaltaar van de kerk van San Esteban Valencia. Het is een van de verschillende versies van het Avondmaal van deze schilder.
De kelk welke is afgebeeld in het schilderij is geïdentificeerd als de kelk van de kathedraal van Valencia, momenteel bewaard in de kathedraal Diocesaanmuseum Valencia, beschouwd als de Heilige Graal.
De kruik verwijst o.a. naar de man die in de stad gevonden zou worden door de leerlingen. De schaal en samen met de kruik naar de voetwassing door Jezus als voorbereiding van het laatste avondmaal.
Het verbond
Mozes kwam terug en stelde het volk in kennis van alle woorden en bepalingen van de Heer. Eenstemmig betuigde het volk: ‘Alle woorden die de Heer tot ons gesproken heeft, zullen wij onderhouden.’ Daarop stelde Mozes alle woorden van de Heer op schrift*. De volgende ochtend bouwde hij aan de voet van de berg een altaar en stelde twaalf wijstenen op, naar de twaalf stammen van Israël. Toen gaf hij jonge Israëlieten de opdracht om stieren op te dragen als brand- en slachtoffers voor de Heer. Mozes nam de helft van het bloed en deed dat in schalen, terwijl hij de andere helft uitgoot over het altaar. Toen nam hij het Verbondsboek en las dit voor aan het volk. En zij verzekerden: ‘Alles wat de Heer zegt, zullen wij doen en ter harte nemen.’ Vervolgens nam Mozes het bloed, sprenkelde dat over het volk en sprak: ‘Dit is het bloed van het verbond dat de Heer, op grond van al deze woorden, met u sluit.’
Voorbereiding van het paasmaal
Op de eerste dag van het feest van de ongedesemde broden, wanneer men het paaslam slachtte, zeiden zijn leerlingen tegen Hem: ‘Waar wilt U dat wij voorbereidingen gaan treffen voor het paasmaal?’ Daarop stuurde Hij twee van zijn leerlingen eropuit met de opdracht: ‘Ga naar de stad. Daar zal jullie iemand tegemoet komen die een kruik water draagt. Volg hem, en zeg waar hij binnengaat tegen de heer des huizes: “De meester laat vragen: Waar is de kamer waar Ik met mijn leerlingen het paasmaal kan houden? ”? Hij zal jullie een ruime bovenzaal wijzen, die ingericht is en op orde gebracht. Maak het daar voor ons klaar.’ De leerlingen gingen weg en kwamen in de stad. Ze troffen het aan zoals Hij hun gezegd had, en ze maakten het paasmaal klaar.
Laatste avondmaal
Tijdens de maaltijd nam Hij een brood, sprak de zegenbede uit, brak het brood, gaf het hun en zei: ‘Neem het, dit is mijn lichaam.’ Ook nam Hij een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun die beker; ze dronken er allen uit. En Hij zei hun: ‘Dit is mijn bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten. Ik verzeker jullie, Ik zal niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot de dag waarop Ik de nieuwe oogst zal drinken in het koninkrijk van God.’ Na het zingen van de psalmen gingen ze de stad uit, naar de Olijfberg.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal