Preek 4de zondag in de veertigdagentijd 2018, B
Eerste lezing: 2e boek der Kronieken 36, 14-16.19-23.
Evangelie: Johannes 3, 14-21
Als Jezus vandaag zegt: "God had de wereld zo lief, dat Hij zijn enige zoon heeft gegeven", wat bedoelt Hij dan met 'de wereld'? Had Jezus dan de wereldkaart in gedachten van de toenmalige wereld: Spanje, Italië, Griekenland, enz.? Ik denk het niet! Wat Hem wel voor ogen stond zijn al de mensen die de aarde bevolken.
De mensen met al hun lief en leed, met hun lusten en lasten. De geweldplegers en hun slachtoffers, de bedrogenen en hun bedriegers. De onderdrukten en hun onderdrukkers, de armen en de hebzuchtigen. De mensen met hun angsten en twijfels, met hun hoop en hun wanhoop, met hun schuldgevoelens en hun verlangen naar vergeving. Wat Jezus voor ogen stond zijn mensen als u en ik, en onze redding. Zo wil God het, telkens weer opnieuw.
God die in het begin de wereld maakte, heeft nooit iets anders gedaan heeft dan scheppen, bevrijden en liefhebben. Hij kan niet anders, zo is onze God, een God van alle tijden. Zoals ook de eerste lezing ons laat weten, dat God een reddende God wil zijn. "En de Heer, de God van hun voorvaderen, stuurde almaar gezanten want Hij had medelijden met zijn volk en met zijn woning." Maar zij sloegen de waarschuwingen van de profeten in de wind, verachten Gods gezanten en spotten met hun boodschap. En dan is er geen redden meer aan. Ook voor God niet!
Ook nu hebben we weer profeten in onze wereld die ons waarschuwen voor de opwarming van de aarde, het escalerende geweld. Maar de profeten worden overschreeuwd, door mensen met hebzucht naar het grote geld. Zo gaat het. Het luide geweld overweldigt altijd weer het gefluister van de liefde.
Johannes 3, 14-21
Ook Johannes zegt hetzelfde in het evangelie. God kan slechts redden wanneer in Jezus wordt geloofd, wanneer zijn boodschap serieus wordt genomen, gehoord en gedaan. Met andere woorden, als we eens niet het geweld van het geld en de macht het laten winnen.
Wij leven in deze veertigdagentijd naar het licht van Pasen toe, waarin Gods liefde zichtbaar wordt, zijn uiterste wil om ons te redden. Onze gedachten en ons hart worden gericht op Gods werkzaamheid, die in Jezus' trouw aan de wil van de Vader zo sterk aan het licht komt. Mogen zij ons meer en meer inspireren tot het doen van de waarheid en wij zo daardoor in Jezus' naam bijdragen aan de redding van de wereld. We hebben nog twintig dagen te gaan.
Amen
Schilder : Rotterdamse schilder Crijn Hendricksz Volmarijn (1604-1645)
Techniek: Olie op paneel
Datum: 1640s
Afmetingen (H x B): 92,5 x 125 cm.
Onderdeel van een particuliere collectie.
Volgens de Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie was hij een volgeling van Caravaggio.
De regering van sedekia
De koning Sedekia deed wat de Heer, zijn God, mishaagde. Ook weigerde hij zich te bekeren tot God. Ook de voornaamste priesters en het volk zelf vielen in groten getale af; ze bedreven alle gruweldaden van de heidenen en ontwijdden het huis van de Heer, dat Hij geheiligd had in Jeruzalem. De Heer, de God van hun vaderen, werd niet moe hun telkens weer gezanten te sturen, want Hij had medelijden met zijn volk en zijn woonplaats. Maar ze overlaadden de gezanten van God met smaad, sloegen hun waarschuwingen in de wind, en spotten met de profeten, zodat de toorn van de Heer wel onverbiddelijk moest neerkomen op zijn volk.
De Koning stak het huis van God in brand, brak de muur van Jeruzalem af, en alle grote gebouwen van de stad lieten hij in vlammen opgaan, zodat alle kostbaarheden verloren gingen. Iedereen die aan het zwaard ontkomen was, liet hij naar Babel in ballingschap wegvoeren; ze moesten hem en zijn zonen als slaven dienen, totdat het Perzische rijk aan de macht kwam.Zo ging het woord dat de Heer door Jeremia gesproken had in vervulling: ‘Het land zal zijn sabbatjaren vergoed krijgen!’ Het land bleef al die tijd braak liggen en rustte uit, zeventig volle jaren lang.
Het decreet van kores
In het eerste regeringsjaar van Kores, de koning van Perzië, liet de heer de voorspelling die Hij door Jeremia gedaan had in vervulling gaan. Hij gaf Kores, de koning van Perzië, in, om in heel zijn koninkrijk, mondeling en per brief, een boodschap te doen uitgaan, met de volgende woorden: ‘Zo spreekt Kores, de koning van Perzië: De heer, de God van de hemel, heeft mij alle koninkrijken van de aarde geschonken. Hij heeft mij opgedragen om voor Hem een huis te bouwen in Jeruzalem, in Juda. Laten al degenen onder u die tot zijn volk behoren, onder de hoede van de heer hun God, terugkeren.’
Jezus en Nikodemus
Maar evenals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft, zo moet ook de Mensenzoon omhoog worden geheven, zodat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven bezit. Zoveel immers heeft God van de wereld gehouden, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft geschonken, zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven bezit. Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te veroordelen, maar om door Hem de wereld te redden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; maar wie niet gelooft is al veroordeeld, omdat Hij niet geloofd heeft in de naam van de eniggeboren Zoon van God. En dit oordeel bestaat hierin: het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen waren meer gesteld op de duisternis dan op het licht, omdat hun daden slecht waren. Wie kwaad doet, haat het licht: hij komt niet naar het licht toe, want dan worden zijn daden openbaar gemaakt; maar wie de waarheid doet, komt wel naar het licht toe, want dan zal blijken dat zijn daden in God zijn verricht.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal