Preek Moeder Gods, B
Eerste lezing: Jesaja 65, 17-25
Evangelie: Lucas 2, 16-21
We staan op de drempel van weer een nieuw jaar. Wat het jaar ons gaat brengen weten we niet, maar we wensen op deze drempel wel elkaar van harte een vreugde- en liefdevol, een gezond en gezegend jaar.
Ook de profeet Jesaja wenste dit zijn volk van harte toe. Hij schetst het beeld van een nieuwe aarde. De profeet droomt van een bestaan dat op wonderbaarlijke wijze wordt vernieuwd. Want wat God schept is goed, het beantwoord aan de roeping die God zichzelf gesteld heeft. Een nieuwe aarde, een nieuwe hemel, een nieuwe toekomst, een nieuw jaar. De beperktheden van menselijk te kortschieten zal geen afbreuk meer kunnen doen aan het goed-zijn van hemel en aarde.
Heel anders is het plaatje dat we te zien krijgen bij Lucas. Een stal die vol is met dieren en mensen. Daar in het middelpunt een houtenkribbe. Gods Nieuwe Woord voor de mensen. Niet alleen zichtbaar, maar ook raakbaar en tastbaar. Zo anders dan de ark van het verbond in de tempel, niet ver daar vandaan. Bij dat Nieuwe Woord staan twee mensen gebogen, Maria en Jozef, zoals de engelen op de deksteen van de ark. En zij worden niet zoals in het heiligste der heiligen omgeven door grote kandelaars, een altaar en prachtig versierde wanden, maar door herders, de verschoppelingen, door engelengezang, eropuit gestuurd om het Woord dat mens geworden is te aanschouwen.
Nadat de herders op bezoek waren geweest bij Jezus, het Nieuwe Woord van God, gaan ze weg. Druk pratend over alles wat ze gezien en meegemaakt hadden, wat ze gevoeld hadden en welke hoop er weer in hen begon te leven.
Het kind zegt niets, het is als het kind van die leeftijd. Het is er alleen maar en door zijn aanwezigheid vervult het de harten van mensen met licht en liefde.
Lucas 2, 16-21
De belofte van het Jezuskind, is de belofte van elk mensenkind dat geboren is: nieuw leven. Ook wij werden eens geboren, voor de een wat langer verledentijd, dan voor de ander. Maar voor ons allen geldt dezelfde belofte, elk jaar weer opnieuw. We mogen delen in: Een nieuwe aarde en een heel nieuw jaar…
Amen
Schilder: Luigi Benfatto (1551-1611) Italiaan
olie op doek (142 x 188 cm)
Privécollectie.
De beloften van de heer
Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, en aan wat vroeger geweest is wordt niet meer gedacht; het komt niet meer in de gedachten op. Ik ga vreugde voor u scheppen en vrolijkheid voor altijd; Jeruzalem wordt door Mij herschapen in een stad vol vrolijkheid, met een bevolking vol blijdschap. Dan zal Ik juichen om Jeruzalem en mij verblijden om mijn volk; geween en gekerm worden er niet meer gehoord. Er is geen zuigeling meer met een kort leven, en geen grijsaard die zijn jaren niet vervult, want de jongste sterft op de leeftijd van honderd jaar, en wie de honderd jaar niet bereikt, wordt als vervloekt beschouwd. Zelf zullen zij wonen in de huizen die zij hebben gebouwd, en eten zij de vruchten van de wijngaard die zij zelf hebben geplant. Zij bouwen niet meer wat een ander zal bewonen en planten niets waarvan een ander eten zal. Want de levensdagen van mijn volk zullen even talrijk zijn als die van de bomen, en mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun handen. Zij zullen zich niet voor niets moe maken, en geen kinderen ter wereld brengen voor de verschrikking. Zij en hun nakomelingen met hen zullen een geslacht zijn dat gezegend is door de heer. Nog vóór zij roepen zal Ik hun antwoorden, terwijl ze nog spreken zal Ik hen verhoren. Dan grazen de wolf en het lam eensgezind, de leeuw eet dan hooi zoals het rund, terwijl de slang zich voeden zal met stof. Niemand zal nog kwaad doen of onheil stichten op heel mijn heilige berg’, zegt de heer.
Geboorte van Jezus
Haastig gingen de herders erheen en vonden Maria en Jozef, en het kind dat in de voerbak lag. Toen ze het zagen, maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd. Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na. De herders keerden terug. Zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij hadden gehoord en gezien; het kwam overeen met wat hun was gezegd.
Naamgeving van Jezus
Een week later, toen de tijd gekomen was dat Hij besneden moest worden, kreeg Hij de naam Jezus, die door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal