Preek 23ste zondag van het jaar, A
Eerste lezing: Ezechiël 33, 7-9
Evangelie: Matteüs 18, 15-20
In de tijd van zowel de profeet Ezechiël (rond 550 v. Chr.) en in de tijd van de evangelist Matteüs (rond 90 na Chr.), kon met elkaar praten en een brief schrijven en dat laatste was al iets bijzonders. Dat was alles. Tegenwoordig hebben we GSM, SMS, WhatsApp, Twitter, internet, e-mail, tv, en ja, het persoonlijk gesprek.
Maar al deze mogelijkheden tot contact, hebben 'het' niet gemakkelijker gemaakt: 'het', dat is waartoe profeet en evangelist ons vandaag oproepen. Maar wat is dat ‘het’?
Als je iemand ziet die een gedrag vertoont en een weg gaat die voor zichzelf en dus ook voor zijn omgeving schadelijk is, kwaadaardig, onvruchtbaar, dodelijk, dan moet je hem waarschuwen. Anders ben je medeschuldig aan zijn ondergang. Matteüs schrijft: als iemand niet correct handelt, moet je contact met hem opnemen. De evangelist ontwikkelt een hele procedure die kennelijk in de jonge Kerk gebruikelijk was. Je spreekt iemand eerst aan onder vier ogen. Werkt dit niet, haal er dan anderen bij. Als dat niet werkt, leg het voor aan de gehele plaatselijke kerk, de lokale gemeenschap.
Als de hele procedure niets oplevert, dan mag de gemeenschap, de Kerk, een notoire dader uitbannen, maar moet zich wel herinneren hoe Jezus omging met tollenaars en zondaars: Hij bleef vergeving en liefde aanbieden. Zelfs als we hebben moeten besluiten geen contact meer te hebben, moeten we blijven proberen het goede aan te bieden, wanneer de gelegenheid zich voordoet.
Wat we ook doen, moeilijk blijft het. Zoiets eenvoudigs als iemand aanspreken op het feit dat hij rommel op de straat gooit in plaats van in de afvalbak, vijf meter verder op, is al een heel avontuur. De aangesprokene kan heel agressief reageren, “Waar bemoei jij je mee?”?. Je kunt bedreigd worden. Is het niet handiger om maar te doen alsof je het niet ziet, eventueel de rommel zelf maar op te ruimen of een straatje om te lopen? Of met en bij anderen te gaan klagen?
Mattheus 18, 15-20
Maar de dader breng je zo niet op het goede spoor. Wij moeten meerzijdig partijdig zijn, partij trekken voor beiden. Het individu en de gemeenschap. Moeilijk! En waarom dit alles? Dit Het ‘het’ uit het begin van deze overweging is het kennen wat wij allen diep van binnen weten, dat we geen eilandjes zijn, dat we met elkaar verknoopt zijn.
Wachter zijn, dat is niet: elkaar bewaken, maar aandacht hebben voor individu en gemeenschap. Dat is meer dan wachten, dat is wachter zijn van hart!
Amen
Rechtvaardige vergelding
Mensenkind, Ik heb u als wachter over het volk van Israël aangesteld. Alles wat u van Mij te weten komt moet u hun in mijn naam meedelen. Als Ik tegen de boosdoener zeg: “Boosdoener, u zult zeker sterven”?, en u waarschuwt de boosdoener niet dat hij zich moet beteren, dan zal die boosdoener sterven door zijn eigen schuld, maar van u eis Ik zijn bloed op. Maar als u de boosdoener gewaarschuwd hebt dat hij zijn leven moet beteren en hij betert zijn leven niet, dan zal hij door zijn eigen schuld sterven, maar u blijft in leven.
Onderricht aan de leerlingen
Als je broeder je iets misdaan heeft, moet je hem dat onder vier ogen zeggen. Als hij naar je luistert, heb je je broeder gewonnen. Maar als hij niet naar je luistert, neem dan nog een of twee getuigen mee, opdat elke verklaring door twee of drie getuigen wordt bevestigd. Maar als hij naar hen niet luistert, zeg het dan tegen de gemeente. Als hij zelfs naar de gemeente niet luistert, beschouw hem dan als een heiden en een tollenaar. Ik verzeker jullie, wat jullie op aarde binden, zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat jullie op aarde ontbinden, zal ook in de hemel ontbonden zijn. Ook verzeker Ik jullie: als er twee van jullie eensgezind iets vragen hier op aarde, om het even wat, dan zullen ze het krijgen van mijn Vader in de hemel. Want waar er twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal