Kies uw kerk

Preek van de week

2016-05-16. Met moed en hoop

2de Pinksterdag, C

 

Eerste lezing: Handelingen der apostelen 19, 1b-6a

Evangelie: Johannes 14, 15-21

Jezus zegt: "Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug."

Daarmee is wel gezegd, dat Jezus ons verlaat, verlaten heeft. Dat voelt niet goed. Dat geldt allereerst voor de apostelen zelf. Zij raken ontmoedigd, verontrust, vertwijfeld, beangst en onzeker en Jezus probeert hen in zijn afscheidsreden gerust te stellen. Maar of Jezus daarin geslaagd is, het lijkt van niet. Mij treft iedere keer de zin uit de handelingen van de apostelen: Als Jezus ten hemel opstijgt en een wolk hem onttrok aan het gezicht: "Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te staren?" Het drukt zo sterk de pijn van de verlatenheid uit. Het voelt ook voor ons niet goed, dat Jezus ons verlaten heeft.

Zovelen zijn in onze dagen ook ontmoedigd en verontrust wanneer ze stil staan bij de crises in wereld en kerk en niemand die het antwoord weet hoe het tij te keren. Zovelen zijn in onze dagen onzeker over de toekomst; de gemiddelde leeftijd van de kerkgangers wordt steeds ouder en waar blijven de jongeren? Het voelt niet goed, zo ervaren bijvoorbeeld armen, zieken, vluchtelingen, die niet ophouden te bidden in de hoop dat God hen hoort. Zij klagen: ‘Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?’ Ja, er is zoveel dat niet goed voelt.

En toch zegt Jezus met volle overtuiging: Ik zal u niet verweesd achterlaten. Ik keer tot u terug. Hoe Jezus' woorden te begrijpen? Vermoedelijk was het op dat moment ook de apostelen niet duidelijk. Pas met Pinksteren wordt hen en ons duidelijk wat Jezus hiermee bedoelde. De apostelen werd het gegeven in de Geest van Jezus te leven. Dit is geen beeldspraak, zo van: 'op de wijze van'. Nee: in zijn Geest, die in vurige tongen op hen neerdaalde en alle angst verjoeg; die hen deed spreken met woorden waarin Hij aanwezig was. Om dat te verstaan en aan te voelen moeten we niet zien en horen met de oren en ogen van de wereld, maar kijken met ons hart, zoals Jezus ons voordeed.

Johannes 14, 15-21

Johannes 14, 15-21

Jezus spreekt over de Geest, die voor ons is als een Helper, een Trooster, als iemand die je bijstaat, inzicht geeft, een bezielende, inspirerende kracht. De Geest manifesteert zich in vele gestalten (zoals we gisteren in de voorbede gehoord hebben), in vele talen, zegt de Schrift. Hij is aanwezig niet alleen in de apostelen maar in allen die liefhebben, anderen troosten, bemoedigen, nabij zijn met hun hart en mededogen. Hij is aanwezig in de gemeenschap, die Gods lof zingt en Hem dankt. Hij doet zich kennen, in u en mij, als wij in de wereld staan met geloof en vertrouwen, met moed en hoop tegen alle wanhoop in, met zorg en aandacht voor elkaar, hulpvaardig en dienstbaar, strijdbaar ook tegen alle onrecht en ontmenselijking. Zo immers geven wij inhoud aan wat Jezus vraagt: zijn geboden onderhouden. Zo immers geeft Jezus inhoud aan zijn belofte aan de apostelen en ons: Dan zal Mijn Vader op mijn gebed u een andere helper geven om voor altijd bij u te zijn: de heilige Geest. Het past ons niet slechts naar de hemel te staren met een gevoel van verlatenheid: wat heb je ons toch aangedaan! Als we Pinksteren goed begrijpen gaat het er vooral om, dat we Gods Geest zijn werk laten doen en dat we niet alsmaar op onszelf en onze eigen grote en kleine problemen zijn gefixeerd. Stellen wij ons open, dan gaat die Geest in ons aan het werk, evengoed als bij de apostelen. Stellen wij ons open dan worden we vanzelf mensen die begeesterd zijn door Jezus van Nazareth en waarvoor Hij heeft geleefd.

De helper die Mijn Vader in mijn naam zal zenden, zijn heilige Geest, zal jullie verder in alles onderrichten: Hij zal jullie alles laten begrijpen wat Ik gezegd heb.

Wanneer we durven te vertrouwen op God,  kan de Geest zijn werk doen in ieder van ons.

 

Amen.

Afbeelding: Heilige drie-eenheid

Plafond fresco

Te bewonderen in: Sint-Jacobskerk in het Boven-Beierse dorp Urschalling in Chiemgau, Duitsland.

Het fresco is een onderdeel van een figuurrijke muur- en plafondschildering uit de 14de  eeuw en vult het onderste uiteinde in van het gewelfde kruisboog.

Opmerkelijk is het beeld in combinatie met het onderwerp.Controversieel is namelijk de interpretatie van de centrale figuur. Tussen de witte baard oude man aan de rechterhand (onomstreden God de Vader) en de bruine bebaarde man naar links (God de Zoon), die zich samen naar het midden figuur wenden, die kan worden gezien als de belichaming van de Heilige Geest. Een rond en baardeloos gezicht met lang lichtbruin haar, die de toeschouwer aankijkt. Geen wit gewaad bedekt dit figuur, maar een donker goed dat onder de borst samenkomt in rimpels. Het wordt betwist of het dit figuur een vrouw is.

Handelingen der apostelen 19, 1b-6a

Paulus in Efeze
Paulus reisde door het binnenland naar Efeze. Hij ontmoette er enkele leerlingen en zei tegen hen: ‘Hebt u heilige Geest ontvangen toen u gelovig werd?’ Zij antwoordden hem: ‘Maar wij hebben nog nooit van het bestaan van een heilige Geest gehoord.’
Hij vroeg: ‘Wat voor doop hebt u dan gekregen?’ Zij zeiden: ‘De doop van Johannes.’ Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte een doop van bekering en wees het volk erop dat ze moesten geloven in degene die na hem zou komen, dat wil zeggen in Jezus.’
Na die woorden lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus. Paulus legde hun de handen op en de heilige Geest kwam op hen.

Johannes 14, 15-21

Ik laat jullie niet verweesd achter
Als jullie Mij liefhebben, zul je ter harte nemen wat Ik jullie opdraag. En Ik zal de Vader vragen jullie een andere Helper te geven, die voor altijd met jullie zal zijn, de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, omdat ze Hem niet ziet en ook niet kent; jullie kennen Hem wel, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn. Ik laat jullie dus niet verweesd achter: Ik kom bij jullie terug. Want nog maar een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, terwijl jullie Mij wel zullen zien, want evenals Ikzelf zullen ook jullie leven. Op die dag zul je inzien dat Ik in mijn Vader ben, en dat jullie in Mij zijn zoals Ik in jullie ben. Wie zich aan mijn opdracht gebonden weet en haar ter harte neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft zal ondervinden hoe de Vader hém liefheeft, en ook Ik zal hem liefhebben en Mij aan hem openbaren.’

Archief preken