Kies uw kerk

Preek van de week

2016-05-01. Zaad en desem

6de zondag van Pasen, C

 

Eerste lezing: Handelingen der apostelen 15, 1-2. 22-29

Evangelie: Johannes 14, 23-29

Dit weekend zijn we begonnen aan de Meimaand. Kerkelijk gesproken is dat de Mariamaand. En het is wonderlijk hoe in de Meimaand Maria mensen weet te trekken. Het lijkt er op zij dat boven allerlei kerkelijke twisten is verheven. Bedevaarten, maar ook kapellen trekken veel volk.
Het is druk bij Maria.
Dat soort vieringen weet blijkbaar jong en oud te trekken en te boeien. Zoals trouwens het bezoeken van allerlei bedevaartplaatsen. Het heeft iets van het enthousiasme, waarvan sprake is in het boek Handelingen van de apostelen. In de eerste lezingen van de laatste weken uit dat boek Handelingen hebben we gehoord hoe Petrus en Paulus telkens weer grote groepen mensen weten aan te spreken. Op een of andere manier lukt het hen om mensen geestdriftig te maken. Natuurlijk waren er toen ook problemen en misverstanden, maar die probeerde men onderling op te lossen. Want het ging hen om de boodschap.

Ik heb wel eens het vermoeden, dat we het steeds meer moeten hebben van speciale activiteiten. Het ritme van de zondag als kerkelijk moment is grotendeels verdwenen. Maar dat wil niet zeggen, dat daarmee het geloof verdwenen is. Er zijn immers zoveel vragen die op een mens afkomen en hoe vind je daarin je weg? En mensen vermoeden dat het geloof daarbij toch een richtingwijzer kan zijn? Mensen zijn daar waarschijnlijk toch meer mee bezig dan uit getallen van onze zondagse vieringen blijkt.

Dat betekent dat we na moeten denken over de toekomst van het pastoraat en over de prioriteiten die we moeten stellen. De groep mensen die de parochie draagt en zich wil binden aan het werk van de parochie wordt kleiner en ouder. Ook hier in Best. Het vuur lijkt te doven. En dat heeft wel de nodige gevolgen. Je wilt als geloofsgemeenschap het geloof levend houden, je wilt het geloof overdragen op een nieuwe generatie, maar het lijkt er eerder op dat het voortbestaan van parochies nog maar een kwestie van tijd is. Mensen vinden in onze parochies blijkbaar niet voldoende hulp bij hun zoektocht naar de zin van het leven en de God die daarvan de bron is.

Ik denk wel eens ooit dat wij in onze kerken nog steeds niet zijn ingespeeld op de mogelijkheden en uitdagingen die het leven anno 2016 te bieden heeft. We bouwen voort op een leefpatroon dat voorbij is.

We hebben als kerk immers geen directe verantwoordelijkheid meer voor ziekenhuizen, scholen, bejaardenzorg, jeugdwerk, maatschappelijk werk enz. We zullen ons nu moeten concentreren op de vragen die het leven stelt in een moderne samenleving. En dan zal het misschien moeten gaan over de anonimiteit in de wijken, de problemen van jongeren met relatievorming, de rol van de economie als hulpmiddel om de welvaart wereldwijd te bevorderen. De opvang van vluchtelingen. Ik noem zomaar wat onderwerpen en zo zijn er natuurlijk tientallen te noemen.

Als ik de evangelieverhalen goed beluister dan spreekt Jezus vaak over zaad en desem. Hij heeft het over liefde en respect die een samenleving opbouwen. Blijkbaar ligt de kracht van zijn boodschap niet in het opzetten van grote structuren of organisaties. Hij wil de samenleving van binnenuit hervormen met mensen die bezield zijn van zijn geest. En het zou wel eens kunnen zijn dat onze tijd dan hoger scoort dan we vaak denken.

Gods Geest waait waar hij wil en dat is niet alleen in kerkelijk verband. Ik denk daarom dat er geen reden is om moedeloos te worden. Misschien moeten we eerder vol verbazing kijken naar alles wat er links en rechts gebeurt om onze samenleving op te bouwen.
Zaad en desem zijn, gewoon in de samenleving waar we deel van uitmaken, daar zou ik in een geloofsgemeenschap aan willen werken.

 

Amen.

Handelingen der apostelen 15, 1-2. 22-29

Conflict over de besnijdenis; bijeenkomst in Jeruzalem
In die dagen waren enige mensen uit Judea die de broeders voorhielden: ‘Als u zich niet naar de zede van Mozes laat besnijden, kunt u niet gered worden.’ Omdat er opschudding ontstond en Paulus en Barnabas in heftig dispuut met hen raakten, gaf men Paulus en Barnabas en enkele anderen uit hun midden de opdracht met deze strijdvraag naar de apostelen en oudsten in Jeruzalem te gaan.
Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met heel de gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas naar Antiochië te sturen: Judas, ook Barsabbas geheten, en Silas, twee leidende figuren uit de gemeente. Men gaf hun deze brief mee: ‘De apostelen en oudsten groeten als broeders de broeders uit de heidenen in Antiochië, Syrië en Cilicië. Wij hebben vernomen dat enkelen, uit onze kring afkomstig, maar zonder opdracht van ons, met hun woorden verwarring en onrust onder u hebben gezaaid. Daarop hebben wij eenstemmig besloten om een paar mannen uit te kiezen en die mee te sturen met onze vrienden Barnabas en Paulus, die zich met hart en ziel inzetten voor de naam van onze Heer Jezus Christus. Wij hebben Judas en Silas dus afgevaardigd; zij zullen u dezelfde boodschap ook mondeling overbrengen. De heilige Geest en wij hebben besloten u geen enkele last op te leggen dan alleen wat strikt noodzakelijk is: u moet zich onthouden van afgodenvlees, bloed, verstikt vlees en ontucht. Als u daarvan afblijft, is het in orde. Het ga u goed.’

Johannes 14, 23-29

Ik laat jullie niet verweesd achter
In die tijd gaf Jezus zijn leerlingen ten antwoord: ‘Als iemand Mij liefheeft, zal Hij mijn woord ter harte nemen; dan zal mijn Vader hem liefhebben en zullen We bij hem ons verblijf gaan houden. Wie Mij niet liefheeft, neemt mijn woorden niet ter harte. Het woord dat jullie horen, is echter niet mijn woord, maar dat van de vader die Mij gezonden heeft. Dat is het wat Ik jullie te zeggen had, nu Ik nog bij jullie ben. De Helper die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, zijn heilige Geest, zal jullie verder in alles onderrichten: Hij zal jullie alles laten begrijpen wat Ik jullie gezegd heb. Vrede laat Ik jullie na, mijn eigen vrede geef Ik jullie, een andere dan de wereld te bieden heeft. Je moet je dus niet zo laten verontrusten en de moed niet verliezen. Je hebt gehoord wat Ik zei: niet alleen dat Ik heenga, maar ook dat Ik bij jullie terugkom. Als jullie Mij liefhadden, zou het jullie met vreugde vervullen dat Ik heenga naar de Vader, want de Vader is groter dan Ik. Ik zeg het jullie dus nu al, voordat het zover is, dan zul je, als het zover is, geloven.

Archief preken