Paasmaandag 2016, C
Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 2, 14. 22-32
Evangelie: Mattheüs 28, 08-15
De wereld van vandaag is zeker geen paradijs. Honger, misbruik, armoede, vervuiling en andere gevaren zijn té gewoon. Om eerlijk te zijn, de wereld is nooit en zal waarschijnlijk nooit perfect zijn, maar dat is geen excuus om niet te proberen er een zo goed mogelijke plek van te maken. Je kunt jezelf bang laten maken door wat er bijvoorbeeld afgelopen week in Brussel gebeurde of, door wat er vorig jaar november gebeurde in Paris. Laat je vooral niet bang maken, samen zijn wij sterk. Je kunt helpen om een betere wereld voor de toekomst te creëren. En het is niet zo moeilijk als je denkt.
Immers de samenleving zoals wij die kennen is niet ineens gemaakt, maar door mens en mensen handen. Door iedereen een klein stukje en zo zal het blijven gaan. De wereld veranderd constant door ons eigen handelen.
In de geschiedenis zijn er altijd mensen geweest met een belangrijke boodschap voor de tijd waarin ze leefden. Neem Mahatma Gandhi of Martin Luther King uit de vorige eeuw. Mensen die geloofden in een vreedzame wereld en daar het toonbeeld van waren. En zie ze hebben de wereld weldegelijk veranderd.
Jezus was door zijn principes iemand die de wereld veranderde door zijn principes te handhaven. Hier ging Hij wel heel ver mee. Het koste hem zijn leven. Zoveel wordt van ons hier in Nederland niet van ons gevraagd, maar wat zou het prachtig zijn als we met z’n allen zo’n gevoel kunnen uitstralen van: ‘Wij gaan het succesvol aanpakken.’
Petrus probeert in de eerste lezing het succes te verkondigen, van de verrijzenis, zodat mensen aangezet worden tot nieuwe daden, ongeacht hun voorgeschiedenis en zelf had hij die ook. Wat kunnen wij dan doen voor onze eigen hernieuwde start?
Je zou goed kunnen doen naar medemensen, de wereld duurzamer benaderen, of door de mensen in je leven helpen.
En wanneer moeten wij dan gaan beginnen? Wel Pasen is juist het moment om te beginnen. We hebben immers net de vaste periode achter ons en de Goede week om in de voetsporen van de opgestane Heer te gaan aanvangen met het anders aanpakken. Wij kunnen de wereld veranderen vanaf vandaag, naar morgen en de rest van ons leven. Zou dat geen goed idee zijn om zo Pasen, het feest van de wederopstanding, te vieren met de start van ons eigen goede doel? Dan is de vraag hoe gaan we het veranderen. Met bidden en goeddoen. Oké met bidden verandert de wereld niet, maar bidden verandert de mens en de mens verandert de wereld zoals we weten.
Op Goede vrijdag, In Getsemane, verlieten de leerlingen Jezus bij zijn arrestatie. Vandaag in het evangelie horen we dat Jezus zijn leerlingen oproept om samen te komen, na zijn opstanding. Ziehier hoe hij vergevingsgezind doorgaat met de wereld te veranderen. Pasen is voor ons als gelovigen het moment om opnieuw op te staan en onze goede wil te tonen om zodoende de wereld beetje bij beetje Hemel op aarde te maken. Te beginnen, klein, binnen eigen gelederen. Heb je eenmaal een paar mensen gelukkig gemaakt, dan zullen ook zij op hun beurt een paar mensen gelukkig maken. Zo zie je hoe snel een gelukkige gemeenschap kan groeien.
Jezus Christus is ons voorbeeld voor de wijze waarop wij vergevingsgezind en verbeterend in de wereld gaan staan voor de rest van ons leven. Dit zou toch het ultieme Paascadeau zijn!
Amen.
Icoon naar een fresco in een zijkapel van De Kerk van de Heilige Verlosser in Chora Istanbul, Turkije.
Op opstandingsiconen zien we Jezus in het wit afgebeeld, met blote doorboorde voeten en met stevige benen op de deuren van het opengebroken graf staan. Aan zijn gezicht kun je zien dat hij heeft geleden, maar vooral dat ze hem er niet onder hebben gekregen.
Onder Jezus is het donker: daar is de onderwereld, de hel, waarin Hij is nedergedaald. Er liggen kettingen die Jezus hebben vast gehouden, allerlei hang- en sluitwerk. Zij liggen aan gruzelementen: ze konden Hem immers niet vasthouden. Er ligt ook een figuur, met touwen omwonden. Dat is de dood, het kwaad: ingepakt, aan de kant! Christus in het midden, die net de poorten van de hel heeft afgebroken en Hij trekt Adam en Eva uit hun graven.
Mattheus 28, 8-15
Toespraak van Petrus
Toen trad Petrus met de elf naar voren, verhief zijn stem en sprak hen als volgt toe: ‘Joden, inwoners van Jeruzalem, dit moet u allen weten, luister aandachtig naar mijn woorden! Israëlieten, luister naar deze woorden! Jezus de Nazoreeër is u van Godswege aangewezen door machtige daden, wonderen en tekenen, die God door Hem in uw midden heeft verricht, zoals u zelf weet. Volgens Gods vastgestelde plan en met zijn voorkennis is Hij uitgeleverd en hebt u Hem door de hand van wetteloze mensen aan het kruis geslagen en omgebracht. Maar God heeft Hem laten opstaan door een eind te maken aan de weeën van de dood, want het was onmogelijk dat Hij door de dood werd vastgehouden. David zegt immers over Hem: Steeds hield ik mij de Heer voor ogen, want Hij staat mij terzijde opdat ik niet zou wankelen. Daarom verheugde zich mijn hart en jubelde mijn tong, ja, ook mijn lichaam zal op die verwachting een huis bouwen, want U zult mijn leven niet overlaten aan het dodenrijk en U zult uw heilige geen bederf laten zien. U hebt mij wegen ten leven gewezen en U zult mij overstelpen met vreugde in uw nabijheid. Broeders, ik mag over de aartsvader David wel ronduit tegen u zeggen dat hij gestorven en begraven is; tot op de dag van vandaag bevindt zijn graf zich bij ons. Omdat hij een profeet was en wist dat God hem onder ede gezworen had dat Hij een van zijn nazaten zou laten zetelen op zijn troon, sprak hij met vooruitziende blik over de opstanding van de Messias: dat Hij niet aan het dodenrijk zou worden overgelaten en zijn lichaam geen bederf zou zien. God heeft deze Jezus laten opstaan; daarvan zijn wij allen de getuigen.
Het verhaal van de wachters
Maria van Magdala en de andere Maria verlieten het graf, vol angst en met grote vreugde, en ze liepen hard om het aan zijn leerlingen te vertellen. En zie, Jezus kwam hun tegemoet. ‘Gegroet’, zei Hij. Ze gingen naar Hem toe, grepen Hem bij de voeten vast en vielen voor Hem op de knieën. Toen zei Jezus hun: ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan. Daar zullen ze Mij zien.’ Ze waren nog onderweg toen enkelen van de wacht naar de stad gingen om aan de hogepriesters alles te vertellen wat er was voorgevallen. Die kwamen samen met de oudsten en namen een besluit. Ze gaven de soldaten een flink bedrag, met de opdracht: ‘Zeg maar: “Zijn leerlingen zijn Hem ’s nachts komen stelen terwijl wij sliepen.”? Als dat de gouverneur ter oren komt, zullen wij hem wel bepraten, zodat jullie je geen zorgen hoeven te maken.’
Ze namen het geld aan en handelden volgens deze aanwijzingen. En dit verhaal gaat rond onder de Joden tot op de dag van vandaag.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal