Preek Kerstmis, C
Eerste lezing: Jesaja 52,7-10
Evangelie: Johannes 1,1-18
Met grote woorden en een visie op de toekomst, worden we vandaag door de Schrift omgeven. “In het begin was het Woord en het Woord was God, dat was in het begin…Maar toen!”? Het zijn prachtige woorden die in een schril contrast staan met de evangelielezing van gisterenavond. “Een kind werd geboren, maar er was voor Hem geen plaats…”?
Het kerstverhaal wil ons laten nadenken over de randen van het leven. Want randen heeft het leven. Kunnen wij ons indenken wat er door het hart en de ziel van de moeder ging, toen ze haar kind baarde en het te vondeling legde in een kribbe in een van de kerken van New York? Konden we bij Maria en Jozef nog zachtjes insluimeren, hier bij deze moeder worden we hard in de werkelijkheid teruggezet. Ook bij haar was er geen plaats in haar herberg. Was er geen plaats in haar hoofd, niet in haar hart, of niet in haar woning, of in de woning van de vader van hun kind, haar ouders?
Het kind in deze New Yorkse kribbe is eenzelfde kind als het Kind van 2000 jaar geleden. In doeken gewikkeld…
Elke keer als we het Kind in de Kribbe zien, het Kind dat de armpjes naar ons uitstrekt, vraagt Hij ons om in de kribbe van ons hart en de stal van ons leven te mogen komen. Net als het kind dat in die kerststal in New York werd achtergelaten door een moeder die hoopte dat haar kind gevonden zou worden.
Het Kind Jezus wordt in de Kerstnacht geboren voor ons geluk, Hij wil een deel van ons leven zijn, Hij wil ons echt laten leven tot over de grens van dit leven. De hoop van de pastor van de parochie kwam uit, parochianen ontfermde zich over het kind, zodat er werkelijk plaats gemaakt werd, plaats was, …
Traditie getrouw gebruiken we de dagen rond kerst om kerststallen te bezoeken. Ook in deze kerk bent u vanmiddag meer dan van harte welkom. Als u vanmiddag dan toch komt, besef dan dat het Kind in de Kribbe er niet alleen is om naar te kijken! Ontfermt u zich over het Kind en laat Hem groeien in uw leven.
Dan kunnen woorden verstommen, want u spreekt met uw hart…
Zalig kerstfeest.
De vreugdebode
Hoe welkom zijn, op de bergen, de voeten van de vreugdebode die vrede meldt, van de vreugdebode met goed nieuws, die een boodschap van heil laat horen en tegen Sion zegt: ‘Uw God is koning!’ Luister! Uw torenwachters verheffen hun stem en jubelen eensgezind, want zij zien met eigen ogen hoe de Heer naar Sion terugkeert. Jubel en juich, allen tezamen, puinhopen van Jeruzalem; want de Heer heeft zijn volk bemoedigd, Hij heeft Jeruzalem verlost. De Heer toont zijn heilige arm aan de ogen van alle volken, en de verste hoeken van de aarde hebben het heil gezien dat van onze God komt.
Kerststal
Het getuigenis van Johannes
In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was, had leven in Hem, en het leven was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet aan. Er is een mens geweest, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Hij kwam als getuige: hij moest getuigen van het licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Hij was niet het licht, hij moest getuigen van het licht. Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen. Aan diegenen die Hem toch opnamen, heeft Hij het vermogen gegeven om kinderen te worden van God: aan hen die geloven in zijn naam. Niet langs de weg van het bloed, niet door de begeerte van het vlees of door mannelijk streven, maar uit God zijn ze geboren. Ja, het woord is vlees geworden! Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende, vervuld als Hij was van genade en waarheid. Van Hem legt Johannes getuigenis af en zijn verklaring luidt: ‘Hem bedoelde ik toen ik zei: “Hij die na mij komt, is mijn meerdere, want vóór mij was Hij er al.”? ’ Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen, genade op genade. Want is de wet gegeven door Mozes, de genade en de waarheid zijn gebracht door Jezus Christus. Niemand heeft God ooit gezien, maar de eniggeboren God, die rust aan het hart van de Vader, Hij heeft Hem doen kennen.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave novemer 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal