Preek 25ste zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Wijsheid 2,12.17-20
Evangelie: Marcus 9,30-37
Aan het begin van de vredesweek houdt de liturgie ons voor: Wie is de grootste en wie is de kleinste? Want over die vraag ontstaat twist onder de leerlingen van Jezus. En ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Het is een vraag, die we heel goed herkennen, want hij speelt in ieder mensenleven. Competitie, dat is de drijfveer, die ons aanzet om net iets hoger te scoren. Iedereen wil iets bereiken in het leven en dat gaat niet zonder ambities. Zonder ambities, zonder competitie slaap je in en neem je het leven zoals het komt. Ik denk dat het leven altijd iets uitdagends moet hebben. Dat maakt het leven rijk en boeiend. Tegelijkertijd weten we dat die onderlinge competentiestrijd ook mensen tegen elkaar op kan zetten, tot geweld kan leiden.
Er zijn tijdschriften die hun bestaan danken aan wat heet: de groten der aarde. Zij bezingen het geluk dat afstraalt van filmsterren, sporthelden en van mensen met een hoog beurskoersgehalte. Maar het gaat vandaag in het evangelie niet om dit soort soapverhalen, het gaat om de geldingsdrang die ieder van ons zo eigen is. Het gaat er om dat mensen er zoveel moeite mee hebben om het verschil in talenten, in maatschappelijke positie, in welvaart, gezag, om dat allemaal op een goede en gezonde manier te erkennen, om een ander te respecteren, zoals die is. Het gaat erom dat niemand graag de mindere wil zijn en dus o zo gevoelig is voor woorden of gebaren, die dat zouden kunnen suggereren.
Jezus plaatst dan een kind in hun midden, om aan te geven hoe kinderachtig hun gedrag is. Want natuurlijk kun je de grootheid of kleinheid van iemand niet afmeten aan het succes in het leven, of aan de maatschappelijke positie die iemand bekleedt. Het gaat dan om hele andere normen.
De vrede in de wereld is niet los te zien van het respect van de ene mens voor de andere. Respect voor elkaars grootheid en elkaars kleinheid. Respect voor ieders kijk op het leven. Respect voor het geloof van waaruit men leeft. Respect voor de capaciteiten die iemand heeft of de beperkingen waarmee iemand moet leven.
Daarmee wil ik de complexe situatie van onze wereld met al zijn economische, militaire en godsdienstige belangen niet versimpelen. Alsof je alle oorlogen, gewelddadige conflicten, terrorisme en dictaturen kunt verklaren uit het feit dat enkele mensen elkaar niet goed liggen.
Maar ik denk wel eens ooit: onze wereld wordt beheerst door politieke en economische krachtlijnen die los gegroeid zijn van de mens om wie het gaat. Met stromen vluchtelingen tot gevolg.
In de eerste lezing komt God in het vizier. En dan lijkt het alsof het geloof in God een steun zou kunnen zijn voor mensen die van deze wereld Gods koninkrijk willen maken. Ik ben wel eens bang dat geloof in God mensen fanatiek maakt en eerder een bron vormt van haat en agressie dan van vrede.
In de eerste lezing horen we ook hoe een samenleving waarin God geen rol speelt neer kan kijken op alles wat met geloof te maken heeft. Woorden als gerechtigheid en verzoening of dienstbaarheid, woorden als vrede, solidariteit, naastenliefde, inzet, worden weggelachen.
Ja, welke rol spelen die hele fundamentele woorden, woorden die de kleinheid of grootheid van de mens bepalen, welke rol spelen die woorden in het politieke debat. Hoe spreken politici over vluchtelingen? Welke rol spelen zij in de keuzes die wij zelf maken?
Ik wil niet de samenleving of de politiek de schuld geven van alles wat wij aan onvrede of ongenoegens beleven. Het is ook niet de samenleving of de politiek die God buitenspel zet. Trouwens, God kan daar wel tegen. Het gaat er om hoe ieder van ons in het leven staat en omgaat met de vraag: Wat is groot en wat is klein. En dan pas kijkt naar Wie is groot en wie is klein.
In de Vredesweek kun je de hele wereld daarbij betrekken en dat moet ook. Er zijn teveel mensen slachtoffer van geweld. Maar het gaat bovenal om de wijze waarop wij hier en nu omgaan met elkaar.
Wie is groot, wie is klein? Vrede begint waar mensen elkaar hoogachten, vrede eindigt waar mensen elkaar kleineren.
Amen
Schilder: Benjamin West (Engels) (1738-1820 )
Olieverf op canvas (70 x 50,5 cm)
Gallery: Privé bezit
Marcus 10, 17-30
Verdrukking van de rechtvaardige
Laten wij de rechtschapene belagen, want hij is ons tot last en hij verzet zich tegen wat wij doen. Hij verwijt ons overtredingen van de Wet en hij beschuldigt ons ervan dat wij afwijken van wat wij geleerd hebben.
Wij willen wel eens zien of zijn woorden waar zijn en ons overtuigen van wat er bij zijn heengaan gebeurt. Want als de rechtvaardige een zoon van God is, dan zal die het voor hem opnemen en hem redden uit de hand van zijn tegenstanders. Laten wij hem maar eens op de proef stellen met niets ontziende folteringen, om zijn zachtmoedigheid te leren kennen en zijn geduld te toetsen. Laten wij hem veroordelen tot een vernederende dood: er wordt toch over hem gewaakt, zoals hij beweert.’
Onderricht aan de leerlingen
Jezus en zijn leerlingen gingen weg en trokken door Galilea. Hij wilde niet dat iemand het te weten kwam, want Hij was bezig met onderricht aan zijn leerlingen. Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd en valt in de handen van mensen. Ze zullen Hem doden, en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan.’ Ze begrepen dat woord niet, maar ze durfden Hem er ook niets over te vragen. Ze kwamen in Kafarnaüm. Thuis vroeg Hij hun: ‘Waar hadden jullie het onderweg toch over?’ Maar ze zwegen, want ze hadden onderweg ruzie gehad over de vraag wie de grootste was. Hij ging zitten, riep de twaalf en zei hun: ‘Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen zijn en de dienaar van allen.’ Hij haalde er een kind bij, zette het in hun midden, sloeg er zijn armen omheen en zei tegen hen: ‘Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal